Posts tonen met het label long-slide. Alle posts tonen
Posts tonen met het label long-slide. Alle posts tonen

maandag 21 januari 2013

Snelheid en actie van de oppervlakte plug


Ieder voorjaar, als de watertemperatuur de 14 graden C is gepasseerd en richting de 15 graden kruipt, gaan steevast de oppervlakte pluggen in mijn tas. Afhankelijk van hoe koud of warm de late winter en vroege voorjaar zijn geweest, is dat meestal zo rond eind mei/begin juni. Een zeebaars vangen op kunstaas is sowieso geweldig, maar een zeebaars vangen aan de oppervlakte voegt daar nog een dimensie aan toe en is ronduit spectaculair. De techniek voor de oppervlakte visserij is niet moeilijk, en met even oefenen heb je dat redelijk snel onder de knie. Meest gebruikelijk is de walk-the-dog techniek, waarmee de plug al zigzaggend met een relatief rustige gang over het wateroppervlak loopt. Echter, de variatie waarmee je dit kunt doen is groot, en naar mijn mening direct gerelateerd aan beet krijgen of juist niet.


Er zijn 3 zaken die de animatie van de plug bepalen, dus die bepalen hoe de plug zich over het water beweegt. Ten eerste de plug zelf; om maar eens 2 uitersten te noemen; een sliding stickbait (oppervlakte plug die zich horizontaal over het wateroppervlak beweegt zonder verticale op-en-neer beweging) of een popper, maakt nogal wat verschil. Ten tweede de actie die je de plug meegeeft met je hengeltop, en ten derde de snelheid –dus de snelheid van draaien met je molen- waarmee je de plug binnen vist. Als de plug keuze is gemaakt, dan zijn  het dus actie en snelheid die de animatie van die plug bepalen, en zijn derhalve de twee variabelen waarmee diverse technieken uit te voeren zijn. De afgelopen jaren heb ik heel veel geëxperimenteerd met actie en snelheid combinaties, en als ik simpelweg naar de statistieken kijk, dan komen er toch een paar heldere conclusies uit m.b.t. wat onder diverse omstandigheden wel en wat niet, c.q. minder goed, werkt. Een opmerking moet hierbij geplaatst worden, ik vis niet tot nauwelijks met echte poppers, maar hoofdzakelijk met stickbaits, onderstaande heeft dan ook daar betrekking op.

Als je artikelen over de oppervlakte visserij op zeebaars in specifieke zeebaars tijdschriften doorleest, zoals bijvoorbeeld de Franse tijdschriften Loup-et-Bar of  Pêche-en-Mer, dan lees je veelal dat de meest effectieve snelheid van binnen vissen relatief ‘langzaam’ is, en bovendien een sleutel is tot succes. Ik kan dat zeer zeker beamen; ik verbaas me wel er eens over hoe ik aan de waterkant sommige andere zeebaarsvissers hun oppervlakte pluggen zie binnen vissen. Er wordt soms bijna net zo snel gedraaid als met duikende pluggen, met als gevolg dat de plug als een speedboot over het wateroppervlak gaat. En zeker bij rustige weersomstandigheden is dat meestal veel te snel. Kun je dan op deze manier geen beet krijgen?, dat wel, maar de kans wordt veel kleiner.


Zoals gezegd, ik heb ontelbare malen geëxperimenteerd; alleen, maar ook vaak als ik samen met Charles stond te vissen. Beiden dezelfde plug, beiden met een gelijkmatige walk-the-dog actie, maar waarbij de een langzaam en de ander sneller binnen draait. De verschillen zijn verbluffend; overduidelijk levert de langzame gang (veel) meer aanbeten op. Het gaat overigens niet altijd op, met name bij wat ruwere weersomstandigheden kan een iets sneller binnen vissen meer aanbeten opleveren, maar in 90% van de gevallen is relatief langzaam draaien effectiever. En langzaam is soms echt zeer traag, daar kom ik zo meteen nog even op terug. Maar eerst de actie die je aan de plug geeft.


De actie die je de plug met je hengeltop meegeeft is het tweede element die de animatie van de plug bepaalt. Meest bekende technieken zijn walk-the-dog en long-slide, al dan niet in combinatie met stop-and-go, waarbij de continue actie even kort wordt onderbroken. Je kunt een walk-the-dog actie rustig uitvoeren, waarbij de plug een brede zig-zag beweging laat zien en dus mooi wijd uitslaat, of heel snel met je hengeltop tikken, waardoor de zig-zag beweging korter en sneller wordt, en de plug minder wijd uit slaat. Let wel, dit heeft niets met de snelheid van binnen vissen te maken, ik heb het hier over de zig-zag actie die je de plug geeft met je hengeltop. Zowel een snelle zig-zag actie (snel tikken met de hengeltop) of een langzamere actie (langzamer tikken met de hengeltop) kunnen effectief zijn.



Om de diverse combinaties te maken met snelheid van binnen vissen en de actie die je de plug met je hengeltop meegeeft, moet je deze 2 variabelen in de praktijk los van elkaar toepassen. Echter, wat vaak (onbewust) gebeurd is dat deze 2 variabelen gecombineerd worden tot een geheel; met andere woorden: ongemerkt ontstaat een bepaalde 'cadans' waarbij de snelheid van draaien van de molen min of meer in verhouding komt met het ritme van het tikken met de hengeltop. Dit voelt erg natuurlijk aan en is op zich prima, en veelal zal dit succesvol zijn, maar als je dit los kunt laten dan ontstaan er nieuwe mogelijkheden, die bovendien dressuur doorbrekend kunnen zijn. Het kost enige oefening, maar als je deze cadans dus los kunt laten, dan kun je echt spelen met de variabelen actie en snelheid. Ik zal een paar voorbeelden geven; geen theoretisch voorbeelden, maar voorbeelden uit de praktijk, die ik zelf heb ondervonden.

In de eerste jaren van de oppervlakte visserij, dus zeg maar tot en met 2008, waren een zowel relatief rustige snelheid en actie zonder meer doeltreffend. Je vist dan dus in een bepaalt ritme van draaien en tikken met de hengeltop, waardoor er een cadans ontstaat zoals hier boven beschreven. Andere animaties werkten ook, maar gaven geen duidelijk ander beeld met betrekking tot meer of minder aanbeten. Echter, de jaren er na was dit duidelijk wel het geval. Met name in 2009 bleek een tragere actie, dus minder snel tikken met de hengeltop in combinatie met dezelfde rustige snelheid (veel) effectiever dan de meer reguliere walk-the-dog actie van de jaren hiervoor, in ieder geval voor mijn visserij.


En in de afgelopen 2 seizoenen bleek juist een zeer snelle actie, dus snelle korte tikken met de hengeltop die heel snel achter elkaar worden uitgevoerd, in combinatie met tergend langzaam binnen vissen het meest effectief, vooral in het naseizoen. Hiermee wordt dus echt een andere animatie gecreëerd; de plug maakt snelle korte zig-zag bewegingen en slaat minder ver uit naar links en rechts, de plug krijgt immers de kans niet om ver uit te slaan bij korte snelle tikken, en dit dus in combinatie met zeer langzaam binnen vissen. Om even aan te geven hoe langzaam; soms draai ik zo langzaam met mijn molen dat ik alleen maar zorg dat de lijn strak blijft; de stroming bepaalt dan grotendeels de snelheid van de plug. Het afgelopen seizoen was wat taai voor de oppervlakte visserij, maar deze laatste animatie was zonder meer dé sleutel tot succes voor de keren dat het wel lukte. Al kan dat overigens volgend seizoen weer helemaal anders zijn.


Zo stond ik twee seizoenen geleden op een avond naast een andere visser die evenals ik met oppervlakte pluggen stond te vissen. Hij stond er al even en had nog geen aanbeet gehad, ik wist vrij snel een tweetal baarzen van in de 40cm te vangen, en de man kwam een praatje maken en vroeg met wat voor een plug ik viste. Ik viste met een Ima Skimmer, die had hij niet; ik had nog een Skimmer in mijn tas en bood aan die eens te proberen. Hij viste vervolgens een half uurtje met deze Simmer, maar kreeg echter geen beet terwijl ik er nog een paar wist te vangen. Het grote verschil zat in de snelheid van binnen vissen; hij draaide veel en veel sneller binnen dan ik; naar mijn mening veel te snel, zeker gezien de rustige omstandigheden van die avond.



Niet alle pluggen lenen zich even goed voor alle actie en snelheid combinaties, maar de meeste wel. Met vele gangbare pluggen zoals de LC Sammy en Gunfish, Ima Skimmer, MB Dog-X, en nog veel meer zijn de diverse combinaties prima uit te voeren. Wat helpt is een molen met niet te hoge inhaal snelheid. Mijn beide Daiwa’s hebben een inhaalsnelheid van zo’n 81cm, een goed compromis voor zowel duikende als oppervlakte pluggen. Maar voor de oppervlakte visserij kun je prima, wellicht zelfs beter, uit de voeten met een molen met een lagere inhaalsnelheid.

Al met al, als bovenstaande allemaal wat complex of te ver gezocht lijkt, in 90% van de gevallen geeft een relatief lage snelheid waarbij de plug in een rustige gang over het wateroppervlak loopt zonder meer de grootste kans op succes. Ik probeer echter graag van alles uit en ben in ieder geval nog lang niet uitgeëxperimenteerd; volgend seizoen kan alles weer anders zijn en gaan we weer op zoek naar de meest effectieve animatie van de plug.

donderdag 1 maart 2012

Xorus Frosty

Als top-water fanaat in optimo forma, hebben oppervlakte pluggen mijn boven gemiddelde aandacht. Ik experimenteer graag met allerhande surface pluggen, en hoewel er veel pluggen zijn die het voor mij ‘goed doen’, is het zeker niet zo dat alles even goed werkt. In vissessies waarin je dan eens iets nieuws uitprobeert, grijp je snel terug naar je bewezen pluggen als aanbeten uitblijven. Een van die pluggen die thuishoort in dit rijtje en zich keer op keer bewijst als een top plug, is voor mij de Xorus Frosty.

Het ontwerp van dit plugje is, net zoals dat van de Patchinko uit dezelfde stal, toe te schrijven aan Ultimate Fishing. Dit Franse team weet keer op keer Japanse kwaliteit te koppelen aan Europees design en Europese condities, de Europese (rode) Tenryu hengel lijn is hier wellicht het beste voorbeeld van. Het design van de Frosty lijkt op dat van de Patchinko, en is zeker niet alledaags in vergelijking met vele andere pluggen. De Frosty is een lange slanke plug van 125 mm met een gewicht van 16 gram. Wat opvalt, zijn de Decoy dreggen, en dan voornamelijk de buikdreg van de plug. Om te beginnen is deze wat verder naar achter geplaatst dan bij de meeste andere pluggen, en, deze buikdreg heeft een zogenaamde T-shape (Decoy T-S21), dus een vlakke kant. De Frosty heeft een tweetal geluidsdragers, 2 kleine kogeltjes in het buikgedeelte zorgen voor de hoge tonen en een zacht tikkende grotere kogel in de staart voor een zachte lage toon.

Het resultaat van dit staaltje plug design mag er zijn, om te beginnen werpt de plug echt fantastisch. Grote afstanden zijn te bereiken, en dat geldt zonder meer ook voor winderige condities. De plug werpt strak en in een rechte lijn naar waar je hem wilt hebben. Ten tweede de actie van de plug; de plug is een zogenaamde spitting stickbait, zeg maar een soort hybride tussen een normale stickbait en een popper. De platte, licht concaaf gevormde voorkant van de plug zorgt er voor dat bij iedere zigzag beweging wat water wordt opgespat. De mate waarin dit opspattende water optreedt is te beïnvloeden door de manier van binnenvissen. Zowel de vorm als de actie van de Frosty heeft wel wat weg van de Patchinko, maar, om de Frosty een ‘kleine Patchinko’ te noemen, is voor mij toch wat te kort door de bocht. En zeker als je er mee gaat vissen, dan zijn er behoorlijke verschillen.

De Frosty laat zich goed binnenvissen, sommigen vinden een walk-the-dog van de grotere Patchinko eenvoudiger te bewerkstelligen, of, anders gezegd, de Frosty wat lastiger om de goede actie te geven, maar persoonlijk merk ik daar niet zo veel verschil tussen. Interessanter zijn de condities waarin naar mijn mening de Frosty het meest effectief is en het beste ingezet kan worden. In de Ultimate Fishing catalogus, en diverse websites, wordt de Frosty gepositioneerd als “the king of calm water”, dus voor moeilijke omstandigheden met geen wind en weinig stroming. Nou is “calm water” een relatief begrip; ik stel me “calm water” aan de Atlantische Oceaan kust of langs het Kanaal heel anders voor dan bijvoorbeeld langs de Oosterschelde dijken. Onder dergelijke stille omstandigheden ga ik meestal subtieler te werk, met veelal kleinere plugjes voorzien van ingetogen geluidsdragers. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik al heel wat baarzen met mijn Frosty’s heb kunnen verschalken, maar vrijwel nooit op dit soort dagen. Mijn ervaring is eerlijk gezegd bijna het tegenoverstelde dan waar de Frosty voor aangeprezen staat. Voor mij zijn de Frosty’s vooral effectief op dagen met een fiks briesje en mooie stroming, dus dagen met minimaal een fikse kabbel en behoorlijke deining op het water.

Persoonlijk vis ik de Frosty op 2 manieren binnen; op dagen met een fikse kabbel en stroming met een walk-the-dog techniek met relatief wat langere slag (dus tussen walk-the-dog en long-slide in), en wanneer het allemaal wat ruwer is en er een fikse golfslag staat, dan ga ik over tot een long-slide techniek die ik vrij agressief inzet, waarbij dus behoorlijk wat opspattend water optreedt bij iedere zigzag beweging. Ik heb geweldige visdagen mogen beleven met de Frosty, en heel wat keren heeft de Frosty mijn visdag ‘gered’. Sessies waarbij een 1 ½ uur gooien met allerhande pluggen niets opleverde, er een windje opstak, en ik de Frosty nog maar eens probeerde, zeg maar als een soort ‘press bait’, waarna er alsnog een paar mooie baarzen geland konden worden. De Xorus Frosty is een plug waar ik echt helemaal lyrisch over ben.

zondag 12 februari 2012

Ima Skimmer

Mijn grootste passie binnen de zeebaarsvisserij is zondermeer het vissen met oppervlaktepluggen. Het letterlijk zien van baarzen die achter je plug kolken,  en  het waarnemen van de aanbeten (en missers) is ronduit spectaculair en werkt wat mij betreft ‘zwaar plezierig verslavend’.  Zoals bij zovelen was een Lucky Craft Sammy de eerste stickbait die ik destijds in mijn bezit had en waarmee de eerste stappen van de oppervlakte visserij werden gezet. Inmiddels wordt die ene Sammy vergezelt door vele andere stickbaits in alle soorten en maten in uitpuilende tackle dozen.  Een van mijn favorieten in deze verzameling is de Ima Skimmer. Vanaf 2009, zijn mijn Skimmers nu 3 seizoenen achter elkaar succesvol gebleken, en de Ima Skimmer staat dan ook stevig in mijn persoonlijke oppervlakte pluggen top 3.
Ima heeft de Skimmer geintroduceerd op de ICAST in Las Vegas in 2008. De Skimmer was in eerste instantie bedoeld voor de Amerikaanse markt, met name voor de (zoetwater) visserij op Black Bass. Al snel echter werd de vangkracht van de Skimmer onderkend door vele andere sportvissers, en werd deze ingezet voor de zeebaars visserij over de gehele wereld, van de Amerikaanse  Striped Bass tot de Japanse en uiteraard de Europese zeebaarzen. De Ima Skimmer is er in een 3-tal uitvoeringen, alle drie met identiek design, zeer slank profiel en 110 mm lang.
Er is de oorspronkelijke zoetwater variant van 10 gram (Skimmer),  en een zoutwater variant (Salt Skimmer) van 14 gram, die is voorzien van zoutwater bestendige dreggen en een extra tungsten kogel in het achterlijf. De Salt Skimmer is echt uitgebracht voor de zeebaars visserij . Vorig jaar is een derde Skimmer door Ima aan het assortiment toegevoegd, een stille zoutwater variant van eveneens 14 gram. Deze Salt Skimmer Silent is bedoeld voor zogenaamde ‘high pressure areas’, dus voor gebieden waar erg veel met kunstaas op zeebaars wordt gevist, om mogelijk dressuur gedrag te doorbreken. Ik heb afgelopen seizoenen zowel de zoet- als zoutwater variant gebruikt;  de Salt Skimmer Silent is inmiddels besteld en ga ik volgend seizoen eens uitproberen.
Voor mijn oppervlakte pluggen heb ik een sterke voorkeur voor natuurlijk kleuren en ‘ghost’ varianten, en vind deze voornamelijk in de zoetwater Skimmers van Ima. Met name de kleuren ‘smoking ghost shad’ en ‘ghost minnow’ zijn naar mijn mening helemaal top. Het enige nadeel bij de zoetwater Skimmers zijn de dreggen, die vrij snel aan vervanging toe zijn, maar dat is met een paar goede zoutwater bestendige dreggen snel opgelost.
Ik vis graag met goed werpende pluggen, een plug die door de lucht dwarrelt en fladdert irriteert me mateloos en het moet wel een hele goede vanger zijn wil ik daar lang mee vissen. Om een voorbeeld te geven, vis maar eens met een OSP Bent Minnow, het minste beetje wind op kop resulteert in een dwarrelende plug die niet verder komt dan eenderde de afstand van bijvoorbeeld de Skimmer. Ik zeg niet dat de Bent Minnow geen goede plug zou zijn, en wind af wil ik daar wel eens mee vissen, maar het is toch niet echt mijn plug. Maar dan de Ima Skimmer, die werpt echt fantastisch, ook wind op zijn hier grote afstanden mee te bereiken.
Maar, goed werpen is een, maar niet voldoende natuurlijk, de actie van de plug dient baarzen te verleiden. En de actie van de Skimmer is naar mijn mening ideaal voor zeebaars in onze wateren. De Ima Skimmer heeft, zoals Ima dat omschrijft, een ‘wild boiling’ actie,  die in de praktijk  erg gemakkelijk gerealiseerd kan worden. De plug laat zich zo eenvoudig binnenvissen dat je bijna niets verkeerd kunt doen. “Wild boiling” wil zeggen dat bij iedere zigzag beweging van de plug, zowel naar links als naar rechts, een kolkje net achter de plug ontstaat. Er wordt dus een aasvisje in hevige nood gesimuleerd. Het geheel wordt kracht bijgezet door het lage geluid wat door een van de kogels geproduceerd wordt.
Er is eveneens heel goed met de Skimmer te variëren met verschillende walk-the-dog stijlen, de plug laat zich zowel tergend langzaam als relatief snel binnenvissen, en alles er tussen in, terwijl de gewenste actie gehandhaafd blijft. Ook voor het toepassen van het ‘stop-and-go’ principe is de Skimmer zeer geschikt. Bij de korte ‘stop’ gaat de Skimmer niet verticaal in het water staan, maar blijft in een hoek van circa 70 graden in het water hangen, wat een iets natuurlijker vervolg geeft aan de beweging van de plug na de ‘stop’.  Met name als de baarzen wel met de plug meezwemmen, maar aanbeten uitblijven kan ‘stop-and-go’ soms zeer effectief zijn. De zeebaars gaat dan meestal tot de aanval over net na de korte ‘stop’, dus zodra de plug weer in beweging komt . Ik heb dit diverse malen mogen ervaren bij sessies in de avondschemering, baarzen die wel achter je plug kolken, maar niet willen bijten. Het geeft dan een enorme voldoening als middels verandering van tactiek je toch een paar mooie baarzen kunt landen.
Wat de meest effectieve manier van diverse walk-the-dog varianten is om baarzen te verleiden kan van dag tot dag varieren, en heeft onder meer te maken met wind en water condities (stil of rimpelend water, golfslag etc). Hier is niet een eensluidend antwoord op te geven, maar zoals met alle oppervlaktepluggen is ook bij de Skimmer de ‘’oog-hand’’ coördinatie belangrijk; je pols en hand bewegingen moeten de actie aan de plug geven die je wilt zien; als je dit goed doet, dan kun je de Skimmer een zeer beweeglijke en natuurlijke ‘wounded baitfish’ simulatie geven met veel variatie, die als het even meezit, resulteert in zeebaarzen die op je plug knallen.
Voor mij is de Ima Skimmer een zeebaarzen verleider van de hoogste klasse, een absolute top stickbait. Vanaf half mei tot ver in het najaar zitten er altijd wel een paar in mijn tas, en dat zal het komende seizoen niet anders zijn.