Dat er vele wegen naar Rome leiden gaat zeker op voor het spinnen op een spinnenwiel. Al is de basis in principe gelijk, iedereen doet het op zijn eigen manier. De positie van de handen, de snelheid van trappen, als je zelf gaat spinnen zul je hierin je eigen, voor jezelf de prettigste, techniek ontwikkelen. Ik kan dus ook alleen maar laten zien hoe
ik het doe en dat is dus
niet percé zoals het 'zou moeten'.
Het verhaal begint eigenlijk met het scheren van de schapen. Per schaap komt er ongeveer 5 kg vacht af.
Voordat je je rijk gaat rekenen..............lang niet alles van zo'n vacht is bruikbaar. Wil je echt mooie wol dan gebruik je alleen de lange vezels van de rug. En hoe langer de vezels hoe makkelijker het spint.
Schapenwol zo van de vacht is vet en niet schoon. Door het wolvet glijdt het veel makkelijker door je vingers maar alle kleine ongerechtigheden kunnen vervelend zijn. Bovendien is de top van de wol vaak aan elkaar geklit.
Ook spint het beter als alle vezels in dezelfde richting liggen. Daarom wordt de wol vaak gekaard, de haakjes van zo'n reuzenborstel zorgen bovendien dan de meeste viezigheid los komt van de vacht. Het werkt vrij eenvoudig: aan één kant voer je de wol in en al draaiende wikkelt de bruikbare wol zich om de grote rol. In die grote rol zit een uitsparing waar je de wol omhoog kunt trekken.
Doe dit in kleine gedeeltes, het gaat zwaar (niet knippen!). Zorg ook dat je er, om die reden, in je enthousiasme niet teveel op draait. Ik gebruik hiervoor een dikke schroevendraaier.
Je kan dan de wol er afrollen en je hebt een mooie lap om mee te spinnen.
Al deze stappen kun je overslaan als je gewassen lontwol koopt, maar vette wol is makkelijker om mee te beginnen.
Om te gaan spinnen heb je natuurlijk een spinnenwiel nodig. (Ja ik weet het, met een spintol kun je ook prima spinnen maar met een aantal vachten per jaar....................)
Leidt de begindraad die aan de klos zit, via het achterste haakje door het gat van de spil,
en haal je, met de hand uitgetrokken, woldraadje hier doorheen.
De linkerhand is je spinhand. De rechterhand houdt de wol vast en leidt de wol. Dit is de meest ideale spinhouding: de linkerhand, dicht bij het spinnenwiel, geleidt de draad: de rechter houdt de wol vast boven het rechter been. Zouden we met de rechterhand spinnen, dan moet het bovenlichaam een draaiing maken, die op den duur vermoeiend werkt.
Zo staat het tenminste in het boek, alleen doe ik het net andersom. Mijn rechterhand is dus het dichtste bij het spingat en het lukt mij met geen mogelijkheid om dit anders te doen. Maar misschien werkt het voor jullie wel, laat je dus niet misleiden door de positie van mijn handen. Kijk wat het beste werkt.
Zorg dat je wiel naar rechts draait en houdt de draad zoveel mogelijk onder spanning. Als de draad niet snel genoeg opklost, en de wol gaat kringelen, dan kun je je leertje iets aandraaien. Als de wol te hard trekt kun je hem iets losser draaien. (Niet alle modellen zijn gelijk, het kan dus best zijn dat op je eigen spinnenwiel een ander mechanisme hiervoor aanwezig is).
Regelmatig even van haakje wisselen omdat anders de draad een onregelmatige twisting of draaiing krijgt.
Als de klos nl. een bepaalde dikte heeft gekregen door de opgewonden (gesponnen) draad, hoeft hij minder omwentelingen te maken om dezelfde draadlengte op te klossen. Je zult dus ook regelmatig de spanning bij moeten stellen.
De linkerhand is dus de spinhand, het uittrekken van de wol gebeurt tussen de linker- en rechterhand. De rechterhand bepaalt het aantal vezels dat voor de draaddikte nodig is. Veel vezels is een dikke draad, weinig vezels een dunne, dat zal niemand verbazen, en te weinig vezels..........ja dan breekt de draad.
Het spinnenwiel brengt de vezels in een draaiende beweging waardoor de draad ontstaat.
Belangrijk is er voor te zorgen dat die draaiende beweging niet in je nog te spinnen wol komt omdat je er dan haast geen vezels meer uit kunt trekken. Doe dit door je duim en wijsvinger aan te spannen.
Is de draad gebroken dan kunnen we hem als volgt aanhechten:
pluis een klein stukje wol heel fijn uit. Neem de gebroken draad in de linkerhand, met de rechterhand de uitgeplozen vezels. Op 8 - 10 cm afstand van het uiteinde haaks tegen de draaiende draad houden. Vanzelf neemt deze dan de nieuwe vezels op.
Als je twee klossen vol hebt gesponnen kun je gaan twijnen. Bij het twijnen loopt het wiel linksom en de draden van de twee klossen gaan door het spingat naar binnen.
Ze worden weer vastgemaakt aan de draad van een lege klos. Houdt in elke hand een draad of laat de draad tussen twee verschillende vingers glijden en laat het nu zoveel opdraaien als je denkt dat nodig is.
Omdat de draad veel minder twist nodig heeft dan bij het spinnen wordt er nu veel sneller gewerkt. Dwz. sneller trappen en eerder de wol opklossen.
Als de klos vol is, of de wol is op ;-), wordt de wol gehaspeld.
Dan afbinden, wassen en laten drogen. Niet in de zon en niet op de verwarming.
Et voilà, van schapenvacht naar strengetje wol.
Vertoont de wol nog veel overtwist (kronkels)?
Alle beginnende spinners hebben hier last van hoor. Laat je hierdoor niet van de wijs brengen. Ook voor spinnen geldt dat bekende gezegde van "oefening baart.............."
Nog nooit eerder gesponnen?
Vaak wordt er geadviseerd om dan eerst even te oefenen dmv. "droogspinnen". Begin met het oefenen met je rechtervoet op de voetplank en zorg dat je, in een rustig tempo door kunt trappen zonder naar het wiel te kijken en tegelijkertijd een gesprek kunt voeren. Het wiel draait met de klok mee. Als dit lukt kun je beginnen met het oefenen met een bolletje kant en klare wol. Laat de wol door je handen glijden en voel hoe het spinnenwiel trekt. Probeer de handpositie eens uit en klos je wol op.
-----------------------------------------------------
Bijna is het alweer lammertijd. Dat betekent gebroken nachten maar ook het bijzondere gevoel als moederschaap het lam schoon slikt. Ik luister graag naar de communicatie tussen moeder en kind. Diep uit de keel van de moeder komt een apart uniek geluid en de lammeren zullen haar hierdoor feilloos terug vinden in een grote kudde.
De vader heeft z'n werk hoop ik weer goed gedaan dit jaar.
Dan nog even wachten..................en kan ik weer bij de vijver zitten.