Eén van mijn favoriete bezigheden is het stoken van een vuurtje.
In koudere maanden kom ik met onze houtkachels dus prima aan m'n trekken.
Maar zomers kan ik ook altijd wel een excuus vinden om "de lucifer te hanteren" hoor.
Zo ben ik erg gecharmeerd van marsh-mallows.........tenminste als ze warm en zacht van binnen zijn en een krokant, iets bruin, korstje hebben.
In de wintermaanden zit ik binnen wel eens een enkele keer met zo'n dingetje aan een stokje boven een waxinelichtje ;-), maar als we zomers 's avonds buiten zitten, na te genieten van de voorbije dag, kan ik dat niet doen want dan waait, 9 van de 10 x, m'n vlammetje uit.
Dus ga ik dan voor het grotere werk, ik stook een vuurtje in een bloempot.
Je hebt er voor nodig:
-terracotta bloempot (elke grootte kan)
-stenen ondergrond (het potje wordt heet!)
-houtskool voor de bbq
-aluminium folie
-stevig stukje gaas, passend geknipt (bij de doorsnee van je pot)
-aanmaakblokjes
Bekleed de binnenkant van de pot met aluminiumfolie en leg de aanmaakblokjes erin.
Plaats het zelfgemaakte roostertje ongeveer 1 cm diep in de pot. (mijn potje is door het vele gebruik al zwart maar denk nu niet dat ik elke dag marsh-mallows eet :o)
Leg een aantal kooltjes op het roostertje maar zorg dat er genoeg zuurstof bij de blokjes kan komen.
Zet je potje op een vlakke steen en steek de aanmaakblokjes aan.
Je kunt beter niet van die witte, sterk ruikende, aanmaakblokjes gebruiken, al geven die een veel feller vuur. Je pot kan er wel tegen maar als je er te dicht bij zit........
Als de blokjes zijn opgebrand, en de kooltjes smeulen dan kan het smikkelen beginnen.
Gezellig met z'n allen rond een (iets grotere) pot.
Of spies eens knakworstjes aan je stokje of..............
Gezellig met z'n allen rond een (iets grotere) pot.
Of spies eens knakworstjes aan je stokje of..............
.....................................................................................
Over gezellig buiten zitten gesproken................
Bij onze natuurvijver hebben we een tuinhuisje waar we graag voor of in zitten, afhankelijk van de zonnesterkte.
Afgelopen jaren zaten we er niet zo vaak. Enkele mussenpaartjes hadden namelijk nestjes gebouwd onder de dakpannen.
Elke keer als wij er even van onze koffie zaten te genieten sprong een pa (of ma) zenuwachtig met een snavel vol voedsel van de ene op de ander tak van de grote es die er naast groeit.
De angst om te dicht bij ons te komen won het van de drang om de jongen te voeren.
Als we er té lang zaten begonnen al die mussenkinderen te piepen, niet snappend waarom de voedselstroom tijdelijk was opgedroogd. Van pure stress lieten de ouders dan het al verzamelde voedsel vaak vallen en verdwenen even weer uit beeld, op zoek naar nieuw eten.
Tja, dan zit je er niet lekker, je krijgt zelfs een schuldgevoel.
Dus bouwde manlief een nieuw luxe onderkomen, een soort mussenhotel, in de hoop de (steeds in aantal toenemende) mussen te verleiden.
Een enkele rij dakpannen met héél véél nest gelegenheid waar ik, als ik een musje was.............
Je moet toch een béétje baas in eigen tuin blijven.