Ik ben moeder van 3. Twee pubers. Communicatie gaat hier als
volgt. Maandagmorgen: ‘MAM! Waar is mijn zwarte trui?’ ‘Naast je bed?’ ‘MAM!
Kom op zeg! Ik heb die trui vorige week in de was gegooid!’ ‘Nee, je hebt die
trui vorige week uitgedaan en bovenop de stapel reeds gedragen kleding naast je
bed gekieperd. Hij ligt nu waarschijnlijk onder 4 onderbroeken, 2 broeken 4
paar sokken, 4 T-shirts en nog een andere trui.’ Dat van die onderbroeken en
sokken hoop ik dan, want puberzoon is niet van die moderne fratsen om iedere ochtend
schone sokken en dito onderbroek aan te trekken.
Kijk en volgens mij ben ik best easy going. Mijn huishouden (lees
4 stuks naast mij) mag de was bij de achterdeur deponeren, in de badkamer op de
vloer (meestal staat er geen mand) en gewoon waar het eigenlijk hoort: in de
wasmand bij de wasmachine. Ik draai minimaal 2 wassen op een dag, dus als er
een trui ingaat, is die de volgende dag schoon gewassen. Ik weiger echter al
een paar jaar om ’s morgens een wandeling door eigen huis te ondernemen om was
te verzamelen.
Pubers hebben een kamer. En daar wonen ze. Soms komen ze
naar beneden om te eten. Vaak alleen de avondmaaltijd. Verder bivakkeren ze
boven. Waarvandaan ze dan schreeuwen naar mij. Ik luister niet naar geschreeuw.
NOOIT! Sta ik in de gang om boodschappen te doen, roepen er 2 pubers door
dichte deuren boodschappenlijsten door. Ik weiger te luisteren. Vandaag verzon
puber dochter iets nieuws. Als mamma niet luistert naar door dichte deur
geschreeuw, dan sturen we na niet gehoord geschreeuw gewoon appjes. Via de
mobiele telefoon! Met wensen lijst. Pinda’s stonden er vanmorgen bijvoorbeeld
op. Wilt u pinda’s meenemen?
Ik heb net voor de zekerheid gekeken, maar wij hebben gewoon
een trap in huis! Een trap waarmee je naar beneden kunt lopen en naar boven.
Best handig zo’n trap. Dochter vindt telefoon ook best handig. Hoef je niet te
schreeuwen en de trap niet af en op.
Door de week: kinderen worden om 7.00 gewekt. Door mij.
Iedere dag opnieuw. Komt geen alarm aan te pas. Ik open dichte deuren, zeg
goedemorgen en zeg: kom je er uit? Bij zoon praat ik iets harder vanwege berg
kleding dat als een dempend tapijt werkt. Om 7.10 maak ik ze nog een keer
wakker, dit herhaalt zich vervolgens iedere 10 minuten: 7.20, 7.30, 7.40, 7.50 om
8.00 meld ik dat ik jongste zoon naar school breng. 'MAM! Had u ons niet ook
even wakker kunnen maken? Nu komen we te laat, dat is uw schuld! Staat mijn
fiets buiten? Waarom staat mijn fiets niet buiten?’ Geen tijd om te ontbijten,
geen tijd om lunch klaar te maken. ‘We gaan in de pauze wel even naar de
winkel.’
Goed, iedere morgen opnieuw beraam ik een plan om 2
ouderwetse wekkers te kopen en die dan te verstoppen in de slaapkamers van
pubers. Ik doe het niet. Zou echt gemeen zijn.
Gymkleding. Kinderen gymmen 1 keer in de week gedurende
huidig schoolrooster. Bij thuiskomst, verdwijnen 2 gymtassen in een hoek onder
de kapstok. Soms ook onder de kast onder de kapstok. Daar blijven ze dan
liggen. De hele week. Soms verschuiven tassen iets, want huisgenoten struikelen
over tassen en schoppen ze net iets verder onder kast. Kast onder kapstok.
Iedere volgende week: ‘MAM! Waar is mijn gymtas?’ ‘Op dezelfde plek als waar je
hem vorige week hebt neergesmeten!’ ‘NIET! Hij ligt verdorie onder de kast! Wie
doet nu zoiets stoms?’
Schooljaar heeft er 3 weken opzitten en ik heb nog geen
gymkleding in de wasmachine gehad. Ook niet bij de achterdeur, niet in de
badkamer en niet in de wasmand. Wel in twee stinkende gymtassen onder de kast
onder de kapstok.
‘MAM! Mag ik gezellig koekjes bakken?’ Dat mag. Altijd, want
ik ben gek op de lucht die vrijkomt bij het bakken van koekjes. Ingrediƫnten
gaan per ingrediƫnt in een schaaltje of kommetje. 1 schaaltje voor de boter, 1
voor de suiker, 1 voor het bloem, 1 voor sodium bicarbonaat, 1 voor noten, 1 voor
chocolade etc etc. Ik kieper alles altijd gewoon in 1 kom en mix dat dan door elkaar. Kinderen niet. De eieren gaan wel bij
elkaar in 1 kommetje, dus wat zeur ik nu toch weer? Schaaltjes verdwijnen in de
wasbak, gevolgd door een mes, een vork, de kloppers, een zeef, een pan en weet
ik veel wat nog meer. Zelfs de eierschalen verdwijnen in de wasbak. Dan gaan de
koekjes in de oven en als ze daar warm dampend en heerlijk geurend weer
uitkomen, worden ze verstopt in trommel en trommel verdwijnt naar slaapkamer
met dichte deur.
Misschien mag je er 1 en soms zelfs 2. Maar koekjes worden
vooral voor zichzelf gebakken. Mamma blijft achter met een ontploft bouwterrein
als keuken. Koekjes bakken.
Onze koelkast heeft een achterdeur. Of ergens een sink hole.
Een paar keer per week vul ik mijn koelkast. Propvol. En als je dan ’s morgens op
de bank zit denk je aan die oude kaas met zoutkristallen of aan die rosbief die
zo lekker past op een broodje met een beetje peper en zout. Je denkt aan het restant
risotto of aan dat laatste stuk gebak. Dan open je de koelkast en staart een
grote open leegte je aan. De koelkast is LEEG, op een paar potten na die er al
jaren als meubilair staan. LEEG! Net gevuld en nu al LEEG. Ontbijten doen ze
niet omdat ik ze nooit wakker maak en ze dus geen tijd hebben, lunchen doen ze
ook niet, dus de pubers in huis kunnen niet schuldig zijn aan deze grote lege
leegte. Ik heb al eens geprobeerd om een achterdeur te vinden of ergens een
muizenhol in de bodemplaat. Niets. Mijn voedsel verdwijnt als sneeuw voor de
zon. Uit zichzelf.
Misschien maar beter ook, want wie eet er nu een rest
risotto ’s morgens om 10.00? ‘Dat is echt heel weird mam!’
Pubers. Ik ben moeder van 3. Twee pubers.