Onze zolder was tot een paar dagen geleden een puinhoop. We noemen het stoer "zolder", maar eigenlijk is het een dakopbouw die de functies studeerkamer, werkkamer, opslag, vrieskkistruimte, was-, droog-, strijk- en vouwkamer combineert. En dat op een luttele16 vierkante meter. De zolder biedt - in theorie - toegang tot het dakterras, maar het kwam regelmatig voor dat de toegang volledig geblokkeerd was door schone was die was afgehaald, maar nog opgeruimd moest worden of een achteloos achtergelaten slaapzak en matras van een logé.
Vorige week meldde de buurman dat hij op zijn zolder de op maat gemaakte inbouwkast weg ging doen en vroeg of wij misschien interesse hadden. Dat scheelde hem weer een ritje naar het grof vuil. Na wat gewik en geweeg (zijn zolder is een meter langer, dus wij konden maar tweederde van de kast kwijt), besloten we het aanbod met beide handen aan te nemen.
De hele - warme! - Hemelvaart stond voor mijn lief in het teken van het meten, sjouwen en boren. Maandag kwam een vriend helpen de twee gigantische paneeldeuren naar boven te sjouwen en toen was het klaar. We waren de trotse eigenaars van een riante inbouwkast met spiegeldeur op zolder. Maar het installeren van een kast maakt nog niet dat de zolder opgeruimd was. Sterker nog: de enorme kast in combinatie met de rommel overal maakte dat de zolder eigenlijk opeens een stuk kleiner leek. Zo kwam het dat ik de afgelopen dagen menig uur stak in het Project Zolder.
Eerst waren de kinderknutsels aan de beurt. Die lagen her en der verspreid in de boekenkast: kunstwerken voor vader- en moederdag, rapporten, briefjes, zelfgemaakte verjaardagskaarten van de peuterklas tot nu passeerden de revue. Ik nam het één voor één door en stopte wat ik wilde bewaren in een herinneringendoos die ik in de nieuwe kast plaatste.
Toen zocht ik de boeken uit. Studieboeken, boeken die ik kocht toen ik ging solliciteren ("Slagen voor iedere psychologische test"), boeken die mijn leven veranderden omdat ze me inspireerden of inzichten hebben gegeven, maar ook opvoedingsboeken, fotografieboeken en - de laatste tijd - boeken over de zorgsector. Alle levensfases kwamen voorbij en ik besefte dat de boeken een prachtig overzicht gaven van de evolutie in mijn denken en mijn doen. Er ontstonden drie stapels: houden, weggeven, weggooien. En wat er overbleef paste keurig in de boekenkast.
Daarna volgden kleding, documenten (van zilvervlootrekening tot hypotheek), tijdschriften (de kranten van de geboortedagen van mijn kinderen, maandbladen uit december 1999 voor mijn toekomstige kleinkinderen, inspirerende artikelen en stukken waarin ik zelf ooit de pers heb gehaald) en - tot slot - de lappendoos. In de lappendoos zitten stukken textiel die ik eigenlijk niet meer gebruik, maar om allerlei sentimentele redenen ook nog niet heb weggedaan. Het eenpersoonsdekbed uit mijn studententijd, de trappelzakken van de kinderen, een oud gordijn.
Alles is door mijn handen gegaan en aan alles kleeft een herinnering: sommige dingen maakten me blij, anderen melancholiek. Het opruimen van mijn zolder was meer dan het sorteren van spulen en het netjes inrichten van een nieuwe kast: het was een kort en heftig proces van herinneren, verwerken, koesteren en loslaten. En, als metafoor van wat er in mijn hoofd gebeurde, onstond er van al deze stukken een bescheiden stapel spullen om te houden, en wat grotere stapels om weg te geven en weg te gooien. Aan het eind van de sessie kon ik drie zakken kleding en textiel aan het Leger des Heils schenken. Een stapel boeken bracht ik naar de Kringloop. Documenten kregen een plek in een nieuwe map of werden verscheurd en naar de oud papiercontainer gebracht. Lapjes vormen onderdeel van een (ietwat amateuristische) quilt en de rest doet dienst als poetsdoek.
Nu heb ik een keurige, overzichtelijke kamer over met alleen spullen die écht nodig zijn of écht een speciale betekenis hebben. Het is er licht en ruimtelijk en ik kan ongehinderd naar mijn kersverse daktuin. En, het klinkt misschien raar, maar wat er in mijn hoofd is gebeurd is eigenlijk precies hetzelfde. Opeens besefte ik: dát is de ware betekenis van "je bovenkamer leeg maken". Ik voel licht, opgeruimd en fris in mijn hoofd. Het gevoel doet me denken aan een mooie quote die ik laatst ergens tegenkwam van De Saint Exuperie: Perfectie bereik je niet als er niets meer is om toe te voegen, maar als er niets meer is om weg te laten.
Perfectie hoef ik niet te bereiken, maar het idee om toe te werken naar een situatie (in mijn hoofd en in mijn huis) tot er niets meer over is om weg te laten spreekt me ontzettend aan.
Posts tonen met het label minimalisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label minimalisme. Alle posts tonen
25 mei 2012
11 februari 2012
materialistisch minimalisme
Zuinig leven en minimalisme gaan niet persé hand in hand. Ik herinner me de serie Miami Vice uit de jaren '80, waarin kasten van huizen met grote ramen indrukwekkend leeg zijn ingericht. Met een strakke bank, een enkel kunstwerk en kunstige belichting als belangrijkste "meubelstuk". De eigenaren verdienen op dubieuze wijze bakken vol geld, dragen dure maatpakken, rijden Ferrari's en hebben een extravagante lifestyle. Materialistisch minimalisme, is dat in feite.
Ik ben verzot op woonbladen en ook daarin zie je deze vorm van minimalisme vaak terugkomen. Sla een Eigen Huis en Interieur of een Elle Wonen open en de strak ingerichte villa's met gietvloeren, op afstand bedienbare jaloezieen en ingebouwde stoomovens spatten van de pagina's. De advertenties gaan over ultraplatte tv's die lijken op schilderijen en geluidsinstallaties niet groter dan een cd-hoesje. Ik verlekker me aan die leegte en schoonheid, maar niet met de gedachte dat ik ook zo'n groot huis met dure spullen wil.
Minimalisme kan namelijk wel degelijk samen gaan met zuinig leven. Sterker nog, het komt wat dubbel over om meer te betalen voor het gevoel van "minder". Liever denk ik voor ik iets koop (meestal tweedehands) na of ik het de moeite waard vind om het mijn leven binnen te laten. Is het voor mij waardevol genoeg om er voor te zorgen en het iedere dag opnieuw te zien? Is het het geld waard dat ik er aan uitgeef (en dat ik ook zou kunnen gebruiken voor andere nuttige, leuke of mooie dingen) en is het de ruimte waard die het inneemt?
Uiteraard maakt iedereen in dit gezin zijn eigen afwegingen daarin en daarom zal een buitenstaander mijn huis ook niet direct als minimalistisch herkennen. Een lege woonruimte is alleen te realiseren als alle huisgenoten daar op dezelfde manier en met dezelfde inzet naar streven. Dat vind ik niet jammer. Althans, niet meer. Mijn huis is een stuk ruimtelijker (lees: leger) dan vroeger en wat er over is, is een verzameling van spullen waar één van de gezinsleden bewust voor heeft gekozen. Regelmatig hebben we de discussie of de dingen die ons omringen nog steeds de spullen zijn waar we blij van worden, die we regelmatig gebruiken of waar we een bijzondere herinnering aan hebben. Dat gevoel evolueert vaak, waardoor het dieper wordt of juist verdwijnt. Als het antwoord nee is, dan verlaat het alsnog het huis, liefst op dezelfde manier als hoe het is binnengekomen: via Marktplaats, rommelmarkt of Kringloopwinkel. Regelmatig brengt het hetzelfde op (of meer!) als waar we het voor hebben gekocht. En het is ook geen probleem als er af en toe een "nieuwe" schat bij komt.
In die zin is de vorm van minimalisme die ik bedrijf zich net zo goed materialistisch als het minimalisme uit Miami Vice. Niet omdat ik een poenig leeg huis heb, altijd uit ben op de nieuwste gadgets of status ontleen aan auto's of keukenapparatuur. Wel omdat ik de weinige spullen die ik bezit bewust en met zorg bij elkaar heb gezocht, er goed voor zorg en er optimaal van geniet.
Ik ben verzot op woonbladen en ook daarin zie je deze vorm van minimalisme vaak terugkomen. Sla een Eigen Huis en Interieur of een Elle Wonen open en de strak ingerichte villa's met gietvloeren, op afstand bedienbare jaloezieen en ingebouwde stoomovens spatten van de pagina's. De advertenties gaan over ultraplatte tv's die lijken op schilderijen en geluidsinstallaties niet groter dan een cd-hoesje. Ik verlekker me aan die leegte en schoonheid, maar niet met de gedachte dat ik ook zo'n groot huis met dure spullen wil.
Minimalisme kan namelijk wel degelijk samen gaan met zuinig leven. Sterker nog, het komt wat dubbel over om meer te betalen voor het gevoel van "minder". Liever denk ik voor ik iets koop (meestal tweedehands) na of ik het de moeite waard vind om het mijn leven binnen te laten. Is het voor mij waardevol genoeg om er voor te zorgen en het iedere dag opnieuw te zien? Is het het geld waard dat ik er aan uitgeef (en dat ik ook zou kunnen gebruiken voor andere nuttige, leuke of mooie dingen) en is het de ruimte waard die het inneemt?
Uiteraard maakt iedereen in dit gezin zijn eigen afwegingen daarin en daarom zal een buitenstaander mijn huis ook niet direct als minimalistisch herkennen. Een lege woonruimte is alleen te realiseren als alle huisgenoten daar op dezelfde manier en met dezelfde inzet naar streven. Dat vind ik niet jammer. Althans, niet meer. Mijn huis is een stuk ruimtelijker (lees: leger) dan vroeger en wat er over is, is een verzameling van spullen waar één van de gezinsleden bewust voor heeft gekozen. Regelmatig hebben we de discussie of de dingen die ons omringen nog steeds de spullen zijn waar we blij van worden, die we regelmatig gebruiken of waar we een bijzondere herinnering aan hebben. Dat gevoel evolueert vaak, waardoor het dieper wordt of juist verdwijnt. Als het antwoord nee is, dan verlaat het alsnog het huis, liefst op dezelfde manier als hoe het is binnengekomen: via Marktplaats, rommelmarkt of Kringloopwinkel. Regelmatig brengt het hetzelfde op (of meer!) als waar we het voor hebben gekocht. En het is ook geen probleem als er af en toe een "nieuwe" schat bij komt.
In die zin is de vorm van minimalisme die ik bedrijf zich net zo goed materialistisch als het minimalisme uit Miami Vice. Niet omdat ik een poenig leeg huis heb, altijd uit ben op de nieuwste gadgets of status ontleen aan auto's of keukenapparatuur. Wel omdat ik de weinige spullen die ik bezit bewust en met zorg bij elkaar heb gezocht, er goed voor zorg en er optimaal van geniet.
10 januari 2012
minimalisme - intro
Stiekem ben ik mijn hele leven al een wannabe-minimalist. Ik kan me vergapen aan mooie, lichte ruimtes met een enkel meubel of kunstwerk. Helaas ben ik ook een onverbeterlijke rommelkont. Net als mijn gezinsleden.
De klik dat minimalisme meer is dan een net huis maakte ik eigenlijk pas een paar jaar geleden. Het kwam ongeveer tegelijk met het besef dat er nooit een eind kwam aan het ritje in onze hamstermolen: we werkten hard, beloonden onszelf daarvoor met mooie dingen, etentjes en het gebruik van gemaksdiensten en vervolgens moesten we weer hard werken om dat te betalen. We hadden in de loop der jaren een huis vol spullen verzameld, maar we hadden tegelijk weinig tijd om er van te genieten. Bovendien nam alles wat we bezaten plek in, het moest onderhouden worden en het kon gestolen worden, kwijt raken en stuk gaan. We bleken die spullen helemaal niet te bezitten; de spullen bezaten ons.
Dat besef leidde in 2009 tot de 10-dingen-uitdaging. Een tijd lang heb ik consequent steeds tien dingen uit mijn huis verwijderd. Weggegeven, verkocht via Marktplaats, ingeleverd bij de Kringloop of weggegooid. Aanvankelijk was tien dingen per week geen enkel probleem, maar later werden de intervals steeds langer. Een mooi moment was toen we na een aantal maanden een hele ladenkast konden verkopen die voorheen bomvol had gezeten. Alle speelgoed, tijdschriften, knutselspullen en losse prullaria die er in hadden gelegen waren weg, zodat de kast geen enkele functie meer had.
Met het verdwijnen van spullen uit ons huis werd onze omgeving netter en ons leven lichter. Niet alleen werden we kritischer op wat we binnen haalden ("hebben we dit écht nodig?"), maar ook de zorg werd minder. Ik beeld me weleens in hoe een inbreker zich na het binnengaan van ons huis in opperste verwarring achter de oren krabt bij het aantreffen van een woning zonder enig - voor buitenstaanders - waardevol attribuut.
Toch blijft het voortdurend opletten. Ook in huize Bewuste Eenvoud sijpelt er soms nieuwe, overbodige, ballast binnen. Weliswaar van rommelmarkten of Kringloopwinkels, maar onder de streep is het effect hetzelfde: het is franje waar we goed zonder kunnen en die ruimte inneemt, onderhoud vergt en verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
Minimalisme gaat om het proces, niet om het resultaat. Het helpt ruimte te creëren in je huis, je leven en - niet onbelangrijk - in je budget. Het maakt je bewust van het verschil tussen "need to have" en "nice to have". En het maakt dat je zorgvuldiger omgaat met de spullen die je wél doelbewust en liefdevol in je leven toelaat. Met het aanbreken van dit nieuwe jaar en het begin van mijn leven als ZZP'er heb ik me voorgenomen me weer wat bewuster aan het minimalisme te wijden. Voor iedereen die zich ook heeft voorgenomen dit jaar zijn huis weer tot een nest te maken: in de komende tijd zal ik hier regelmatig aandacht besteden aan dit onderwerp.
De klik dat minimalisme meer is dan een net huis maakte ik eigenlijk pas een paar jaar geleden. Het kwam ongeveer tegelijk met het besef dat er nooit een eind kwam aan het ritje in onze hamstermolen: we werkten hard, beloonden onszelf daarvoor met mooie dingen, etentjes en het gebruik van gemaksdiensten en vervolgens moesten we weer hard werken om dat te betalen. We hadden in de loop der jaren een huis vol spullen verzameld, maar we hadden tegelijk weinig tijd om er van te genieten. Bovendien nam alles wat we bezaten plek in, het moest onderhouden worden en het kon gestolen worden, kwijt raken en stuk gaan. We bleken die spullen helemaal niet te bezitten; de spullen bezaten ons.
Dat besef leidde in 2009 tot de 10-dingen-uitdaging. Een tijd lang heb ik consequent steeds tien dingen uit mijn huis verwijderd. Weggegeven, verkocht via Marktplaats, ingeleverd bij de Kringloop of weggegooid. Aanvankelijk was tien dingen per week geen enkel probleem, maar later werden de intervals steeds langer. Een mooi moment was toen we na een aantal maanden een hele ladenkast konden verkopen die voorheen bomvol had gezeten. Alle speelgoed, tijdschriften, knutselspullen en losse prullaria die er in hadden gelegen waren weg, zodat de kast geen enkele functie meer had.
Met het verdwijnen van spullen uit ons huis werd onze omgeving netter en ons leven lichter. Niet alleen werden we kritischer op wat we binnen haalden ("hebben we dit écht nodig?"), maar ook de zorg werd minder. Ik beeld me weleens in hoe een inbreker zich na het binnengaan van ons huis in opperste verwarring achter de oren krabt bij het aantreffen van een woning zonder enig - voor buitenstaanders - waardevol attribuut.
Toch blijft het voortdurend opletten. Ook in huize Bewuste Eenvoud sijpelt er soms nieuwe, overbodige, ballast binnen. Weliswaar van rommelmarkten of Kringloopwinkels, maar onder de streep is het effect hetzelfde: het is franje waar we goed zonder kunnen en die ruimte inneemt, onderhoud vergt en verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
Minimalisme gaat om het proces, niet om het resultaat. Het helpt ruimte te creëren in je huis, je leven en - niet onbelangrijk - in je budget. Het maakt je bewust van het verschil tussen "need to have" en "nice to have". En het maakt dat je zorgvuldiger omgaat met de spullen die je wél doelbewust en liefdevol in je leven toelaat. Met het aanbreken van dit nieuwe jaar en het begin van mijn leven als ZZP'er heb ik me voorgenomen me weer wat bewuster aan het minimalisme te wijden. Voor iedereen die zich ook heeft voorgenomen dit jaar zijn huis weer tot een nest te maken: in de komende tijd zal ik hier regelmatig aandacht besteden aan dit onderwerp.
Abonneren op:
Posts (Atom)