elger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  elger    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• el·ger

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands ael en geer

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	elger	elgers
verkleinwoord	elgertje	elgertjes

Zelfstandig naamwoord

de elger m

1. een hark waarmee men probeert palingen te vangen

Gangbaarheid

• Het woord elger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Noors

Woordafbreking

• el·ger

Naar frequentie	> 50000

Zelfstandig naamwoord

elger, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van elg