Naar inhoud springen

Palestijnse Autoriteit

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Politiek in de Palestijnse Autoriteit
Coat of arms of the Palestinian National Authority.svg

Politiek van de Palestijnse Autoriteit



President (lijst)
Mahmoud Abbas

Premier (lijst)
Mohammad Mustafa


Wetgevende Raad

Voorzitter (lijst)
Abdel Aziz Duwaik


Kabinet
Kabinet-Mustafa


Politieke partijen


Verkiezingen
Parlement
2006volgende
President
2005volgende


Palestijnse Staat
De A-gebieden en B-gebieden van de Palestijnse Autoriteit

De Palestijnse Autoriteit (PA) of Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA) (Arabisch: السلطة الوطنية الفلسطينية, as-Sulṭa al-Waṭaniyya al-Filasṭiniyya) vormt het bestuur van de Palestijnse gebieden. Begin januari 2013 veranderde de Palestijnse Autoriteit haar naam in de Staat Palestina.[1][2] Ook de verschillende ambassades en vertegenwoordigingen gebruiken de naam Palestina.[3]

De Palestijnse Autoriteit werd in 1994 opgericht volgens de Oslo-akkoorden tussen de PLO (de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) en Israël. Het Oslo-I-akkoord werd in 1993 ondertekend. Bij de algemene verkiezingen van 1996 werd Yasser Arafat tot eerste president verkozen, naast de leden van het eerste parlement.

Na de dood van Arafat op 11 november 2004 werden op 9 januari 2005 presidentsverkiezingen gehouden waarbij de voormalig premier Mahmoud Abbas tot president werd gekozen.

Op de Westoever liggen de gebieden waarover de Palestijnse Autoriteit in theorie zelfbestuur over mag uitoefenen in een sterk versplinterd gebied, omgeven door talloze Israëlische nederzettingen. Op grond van de Oslo-akkoorden heeft de Palestijnse Autoriteit in theorie de controle over de veiligheids- en burgerzaken in alle dichtbevolkte Palestijnse gebieden, de 'A-gebieden', die sinds 2000 samen 18% van de Westoever beslaan. De dunner bevolkte 'B-gebieden', met civiele maar geen militaire controle beslaan 22% van de Westoever. Het overige gebied, de 'C-gebieden', bestaande uit de dunstbevolkte gebieden vormen circa 60% en staan volgens Oslo onder volledige controle van Israël.

De Oslo-akkoorden geven niet precies aan wat de toekomst van de Bezette gebieden zou zijn. De Palestijnen waren in de veronderstelling dat er uiteindelijk een onafhankelijke Palestijnse staat zou komen. In de Oslo-akkoorden is daar echter geen sprake van. In augustus 2012 diende de Palestijnse Autoriteit een verzoek in bij de Verenigde Naties om Palestina te erkennen als waarnemend niet-lidstaat. Op 29 november 2012 stemde een meerderheid van de VN-lidstaten ermee in om Palestina deze status te verlenen. Hierdoor kon de Palestijnse Autoriteit desgewenst toetreden tot VN-commissies en zich ook wenden tot het Internationaal Strafhof te Den Haag. Dit gebeurde en Palestina is nu volledig lidstaat van dit Hof.

Palestijnse eenheidsregering (2014-2015)

[bewerken | brontekst bewerken]

De Palestijnse eenheidsregering van juni 2014 was een nationale eenheidsregering onder president Mahmoud Abbas, die op 2 juni 2014 werd gevormd na het verzoeningsakkoord tussen Fatah en Hamas van 23 april 2014. De ministers waren nominaal onafhankelijk, maar werden overwegend gezien als loyaal aan de Fatah-beweging of aan kleinere linkse facties, van wie geen enkele geacht werd nauwe banden te hebben met Hamas. De eenheidsregering werd echter niet goedgekeurd door het parlement, waardoor de legitimiteit ervan in twijfel werd getrokken. De eenheidsregering werd op 17 juni 2015 ontbonden nadat president Abbas had gezegd dat ze niet in de Gazastrook kon opereren.[4]

Mahmoud Abbas is de president van de Palestijnse Autoriteit

Artikel 5 van de grondwet definieert de Palestijnse Autoriteit als een parlementaire democratie. In januari 2005 werd Mahmoud Abbas verkozen tot president van de Palestijnse Autoriteit. Abbas installeerde een regering waarvan Ahmed Qurei premier werd. Op 24 januari 2006 werden voor het eerst sinds 1996 weer parlementsverkiezingen gehouden. Onder Arafat waren verkiezingen geannuleerd, en onder Abbas tweemaal uitgesteld. De politieke tak van Hamas werd de grote winnaar. De partij vormde hierop een democratisch gekozen regering die echter door de internationale wereld werd geboycot. Eind 2006 ontstond een grote crisis tussen Fatah en Hamas en brak de Palestijnse Burgeroorlog uit. Hamas kon op 14 juni 2007 de controle over de Gazastrook overnemen, waardoor het gezag van de Palestijnse Autoriteit in feite nu alleen nog geldt over de Westelijke Jordaanoever. Om het gezag in Palestina weer te verenigen tekenden Mahmoud Abbas van Fatah en Khaled Meshaal van Hamas in februari 2012 in Doha een samenwerkingsovereenkomst waarin besloten werd dat beide partijen samen een regering moeten vormen. Spanningen tussen beide partijen en regionale omstandigheden, in het bijzonder de Syrische Burgeroorlog, hebben er echter toe geleid dat het nog vijf jaar zou duren voor dat verdere stappen werden ondernomen om beide partijen te verzoenen.

In 2017 was het weer een externe factor, namelijk de crisis tussen Qatar en zijn buurlanden, die de Palestijnse impasse doorbrak. Hamas, jarenlang afhankelijk van royale subsidies uit Qatar, zag deze bron opdrogen en koos eieren voor zijn geld. Het ontbond zijn regering en erkende het overgangskabinet van premier Rami Habdallah.

Palestijnse Wetgevende Raad

[bewerken | brontekst bewerken]
In Ramallah bevindt zich de Palestijnse Wetgevende Raad, het parlement.

De Palestijnse Wetgevende Raad is het parlement van de Palestijnse Autoriteit. Het parlement bestaat uit één kamer met 132 leden. In de Palestijnse Wetgevende Raad zijn zetels voorbehouden aan de christelijke en Samaritaanse gemeenschappen in de Palestijnse Gebieden.

Politieke partijen

[bewerken | brontekst bewerken]

De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (meestal bekend onder haar Engelstalige naam Palestine Liberation Organisation, afgekort PLO) heeft diverse facties. De PLO omvat de belangrijkste partij Fatah, het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina (DFLP), het Palestine Liberation Front (PLF), het Arab Liberation Front (ALF), het Popular Struggle Front (PSF) en enkele kleinere groeperingen.

Het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP) stapte in 1974 uit de PLO, evenals de Popular Front for the Liberation of Palestine - General Command (PFLP-GC).

Naast de PLO zijn er ook nog Hamas en diverse kleinere partijen. Hamas is een islamistische organisatie, die vooral door haar verzetsstrijd tegen de Israëlische bezetting bekend is geworden. Hoewel de organisatie tot doel heeft het laten verdwijnen van de staat Israël, heeft zij ook verklaard om tot (indirecte) onderhandelingen met Israël bereid te zijn. Daarnaast is de partij populair door het vele liefdadigheidswerk en haar afkeer van corruptie.

Bestuurlijke indeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Gouvernementen van Palestijnse Autoriteit voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie Lijst van steden in de Palestijnse gebieden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Palestijnse Gebieden zijn opgedeeld in drie soorten gebieden: A-gebieden, B-gebieden en C-gebieden. In de A-gebieden (3% van het landoppervlak) is de Palestijnse Autoriteit verantwoordelijk voor zowel civiele zaken als veiligheidszaken; in B-gebieden (25% van het landoppervlak) alleen voor civiele zaken; C-gebieden (72% van het landoppervlak) staan volledig onder Israëlisch civiel en militair bestuur.

Deze indeling in A,B en C-gebieden was door de Oslo-akkoorden en bijbehorende vredesonderhandelingen tijdelijk bedoeld als overgangsfase naar een hier te vestigen onafhankelijke Staat Palestina.

Het gebied van de Palestijnse Autoriteit is verder onderverdeeld in 16 gouvernementen, die op hun beurt verdeeld zijn in 557 lokaliteiten,[5] het laagste bestuursniveau.

Internationale betrekkingen

[bewerken | brontekst bewerken]
Internationale erkenning van de Palestijnse Autoriteit
 Erkenning van de Staat Palestina
 Algemene diplomatieke betrekkingen
 Speciale diplomatieke betrekkingen
 Geen erkenning

De Palestijnse Autoriteit onderhoudt betrekkingen met verschillende landen en instellingen in de wereld. Zo ontvangt de PA steun van Arabische landen en is er in beperkte mate ook (politieke) steun van de Verenigde Staten. Ook met de Europese Unie onderhouden de Palestijnen diplomatieke betrekkingen.[bron?]

De Palestijnse Autoriteit heeft veiligheidsdiensten van totaal 45.000 man. Sinds het uitbreken van de Tweede Intifada verbood Israël het dragen van wapens door deze veiligheidsdienst. Dit werd op de Westelijke Jordaanoever nageleefd, maar niet in de Gazastrook. Dit verbod maakte het voor de veiligheidsdiensten de facto onmogelijk om de confrontatie met militanten aan te gaan. Op 5 augustus 2004 werd aan de Palestijnse veiligheidsdiensten weer toestemming verleend om wapens te dragen.[6]

Een onafhankelijke studie van 26 juli 2005 en gesponsord door de Canadese en Nederlandse regeringen, bracht aan het licht dat de veiligheidsdiensten van de Palestijnse Autoriteit zwak, verdeeld en slecht uitgerust zijn. Er is een tekort aan munitie, communicatiemiddelen (andere dan civiele mobiele telefoons) en terreinwagens. Het tekort aan wapens is zo schrijnend dat de verhouding personeel:wapen 4:1 bedraagt. Tevens blijkt dat Hamas, Islamitische Jihad en de Al-Aqsa Martelarenbrigade alle aanzienlijk beter uitgerust zijn. Het vernietigen van de politie-infrastructuur door Israëlische troepen[bron?] sinds het uitbreken van de Tweede Intifada draagt eveneens bij tot de ondermijning van het centrale gezag, net als de macht van enkele persoonlijkheden en clans binnen de veiligheidsdiensten. Recente maatregelen om de diensten te hervormen werden geprezen in de studie.

De Verenigde Staten leiden een veiligheidsmacht van Palestijnen op, die in Jordanië getraind wordt.[bron?]

In 1994, tijd van de Oslo-akkoorden, ondertekenden de Palestijnse Autoriteit (PA) en Israel in Parijs een Protocol Economische Relaties, waarin werd afgesproken dat Israel, ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit, importbelastingen zou heffen op Palestijnse goederen die werden ingevoerd in Palestijns gebied (In 2014 bedroeg dit een bedrag van 2.1 miljard dollar). Vervolgens zou dit belastinggeld - na inhouding van 3% heffings- en administratievergoeding door Israel - worden overgemaakt aan de Palestijnse Autoriteit.

Toen na enkele jaren de verhouding tussen beide partijen verslechterden, ging deze afspraak zich tegen de PA keren: Israël ging dit mechanisme politiek gebruiken...als manier om de PA te straffen als het politieke daden stelde die een Israëlische regering niet welgevallig waren. Het ging het geld of een gedeelte daarvan al dan niet tijdelijk inhouden, wat voor de Palestijnse Autoriteit een groot probleem met zich meebrengt.

Om enkele recente voorbeelden te noemen :

  • Na de poging om te komen tot Palestijnse Nationale Verzoening (tussen PLO en Hamas) in mei 2011: een maand belastinggeld ingehouden.
  • Na de erkenning door de Algemene Vergadering van de VN van Palestina als waarnemer-staat in november 2012: 4 maanden ingehouden.
  • Toen President Abbas - na het mislukken van de vredesbesprekingen onder Kerry - in 2014 verder de weg insloeg voor Palestina het lidmaatschap aan te vragen van het Internationaal Strafhof, was Netanyahu daar zo tegen dat hij dit middel gebruikte. Van eind december 2014 tot april 2015 hield Israel 164 miljoen dollar Palestijns belastinggeld per maand in. De PA was gedwongen geld te lenen en haar ambtenaren te korten op hun salarissen (tot wel 40%).[7]

Hiernaast ontvangt de Palestijnse Autoriteit donorgelden van verscheidene partijen, waaronder de Europese Unie.[8] In 2014 kwam de hulp uit op 309,5 miljoen euro, de bijdrage van individuele lidstaten niet meegerekend.

Sinds het ontstaan van de Palestijnse Autoriteit zijn er corruptieproblemen.[9] Veel kiezers hebben bij de verkiezingen aangegeven ook tegen corruptie te stemmen. De partij Hamas dankt voor een deel haar populariteit aan het feit dat zij beweert op te komen tegen de corruptie door de heersende leden van de PLO en Fatah.[bron?]

  1. (en) Abbas changes name of Palestinian Authority to State of Palestine, artikel in The Times of Israel, 4 januari 2013
  2. (en) Palestinian Authority officially changes name to 'State of Palestine', artikel in Haaretz, 5 januari 2013
  3. (en) Abbas instructs embassies to refer to State of Palestine, nieuwsbericht bij Ma'an News, 6 januari 2013
  4. Palestijnse president kondigt ontslag eenheidsregering aan. vrtnws.be (17 juni 2015).
  5. (en) PCBS (Palestijns Centraal Bureau Statistieken, Number of Localities (p.48)
  6. BBC News, 5 augustus 2005: Palestinian police allowed guns
  7. Report on Unctad assistance to the Palestinian people: evelopments in the economy of the Occupied Palestinina Territory, distr. 6 juli 2015, UN Geneva, p.4ff.(Frequent withholding of Palestinian clearance revenue worsens fragile fiscal conditions)
  8. European court of auditors Special Report: European Union Direct financial support to the Palestinian Authority
  9. Overview of corruption and anti-corruption in Palestine, Transparency International, 2012
Zie de categorie Palestinian National Authority van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.