Niet alleen met opruimen, wás het maar zo overzichtelijk. Mijn leven is niet overzichtelijk. Dat ligt grotendeels aan het leven, maar ook enigszins aan mijzelf.
Bijna een jaar geleden, in de herfst van 2015, was ik begonnen met het breien van een omslagdoek. Groot inzetten was toen mijn motto.
Leuk plan, maar door die verschrikkelijk dunne draadjes schiet het maar niet op. Ik had nog (jolig) geschreven dat het wel een paar herfsten zou gaan duren voordat de rand eromheen zou kunnen worden gehaakt.
Ik ben inderdaad nog bezig.
zie die onzinnig dunne draadjes! |
Ondertussen ging het opruimen van het huis natuurlijk gewoon door. Uitzoeken, schoonmaken, repareren (nou ja, op de stapel-om-te-repareren leggen) en wegdoen. Werkelijk waar, ik breng op dit moment mínstens zoveel naar de kringloop als dat ik er weer weg haal.
Daar zit uiteraard een bedenkelijke balans in.
Want toen vond ik in diezelfde kringloop, in die goeie ouwe vertrouwde kringloop, een klein wollen kleedje, liefdevol gehaakt door een ongetwijfeld liefdevol oud omaatje.
Fijn om onder te kruipen tijdens de koude winter, die nog lang niet gaat komen.
Maar het kleedje is net te klein. Of ik ben net te groot.
Daar kunnen we filosofisch over doen, maar we kunnen ook gewoon een haaknaald pakken, een min of meer bijpassend bolletje wol in de wolmand zoeken en er een dikke rand omheen haken.
Kortom, ik zit, nog steeds tussen het opruimen door, in het zonnetje te haken; wissel zo nu en dan van werkje en probeer me ondertussen te bedenken hoe ik toch in vredesnaam mijn leven weer wat overzichtelijker krijg.