De Fair Isle patronen die sommigen enthousiast hadden meegenomen, werden nog even met zachte hand opzij gelegd.
Steken opzetten is de eerste stap en zeker niet de makkelijkste. Vooral niet te strak, want dat steekt daarna zo moeilijk in.
lus opzetten en duim en wijsvinger door de draden |
losse draden vasthouden |
met de naald naar de duim |
van onderen doorsteken en draad mee naar de wijsvinger |
bij wijsvinger van bovenaf doorsteken |
draad meenemen door lus bij duim, aantrekken |
Hieronder de Scandinavische variant van recht breien.
Het is hetzelfde principe van insteken, draad omslaan en af laten glijden, alleen de draad is al bij je linkerwijsvinger waardoor je je rechternaald niet hoeft los te laten.
draad om linkerwijsvinger slaan en gewoon insteken... |
draad rond linkerwijsvinger van bovenaf insteken en door de steek halen... |
en af laten glijden... |
Meerderen doen we met de tweede en/of de voorlaatste steek (doe je dat met de eerste of laatste steek dan krijg je een rommelige rand). De steek breien en in plaats van af laten glijden met een draaitje op de rechternaald zetten. Zo heb je kunstmatig een extra steek gefabriekt.
Sommige mensen blijken een groot talent te hebben voor het creëren van extra steken, bewust of onbewust.
Minderen of afkanten gaat als volgt: twee steken breien en vervolgens de eerste steek over de tweede heen af laten glijden. Zo hou je van twee steken één steek over. Bij afkanten brei je daarna weer een volgende steek en herhaal je het minderen tot je laatste steek. Draad afknippen, losse draad door de steek heen halen (net als bij haken) en aantrekken.
Losse draadjes kan je met een naald in het breisel wegwerken. Dat is de officiële weg.
Ongeduldige mensen doen er stiekem een drupje blanke nagellak op en knippen het daarna gewoon kort af.
Oefening baart kunst, daarom heb ik hier een makkelijk kerstbreiseltje voor jullie: een kerstboompje. Het is een klein projectje, met alleen rechte steken, dus snel af en bovendien ideaal om al die restjes breiwol te gebruiken (denk aan die synthetische glitterwol die je heimelijk zo mooi vindt, maar waar je met goed fatsoen geen vestje van kan breien).
Eén steek opzetten (nou, da's makkelijk).
Brei die steek, de gebreide steek echter niet laten afglijden maar zo overnemen op de rechterpen. Je hebt nu de steek gemeerderd en twee in totaal.
Pen omdraaien en breien en de tweede steek weer meerderen. Drie steken in totaal.
Weer omdraaien, breien, middelste steek meerderen. Vier steken.
Omdraaien, breien, voorlaatste steek meerderen. Vijf steken.
Twee pennen gewoon recht breien, zonder te meerderen. Nog steeds vijf steken.
Nu ga je ontspannen verder, waarbij je steeds twee pennen gewoon breit en daarna twee pennen breit waarbij je de voorlaatste steek meerdert.
Zo krijg je langzaamaan een kerstboomvorm (of het begin van een leuke omslagdoek):
Als je de kerstboom hoog genoeg vindt, ga je afkanten.
afkanten: twee steken breien, eerste steek over de tweede halen, steek erbij breien, enz. |
Vanaf hier pen uitbreien. Bij de retourpen kant je weer af tot aan de stam, dus tot aan die vier (vijf, zes) middelste steken.
De stam kan je nu verder heen en weer breien tot je het wel welletjes vindt.
Afkanten en draad door de laatste steek. Klaar.
Eén kerstboompje is leuk voor in de kerstboom of aan je kastdeurknop.
Krijg je de smaak te pakken dan brei je er een hele reeks in feestelijke wolletjes en maak je er een slinger van. Voor je raam of aan de muur.
mijn boompjes krijgen lusjes met een houten sterretje erin en ik haak ze vast aan een slinger van lossen |
Hanny Berenschot |
Hanny Berenschot |
Gedenk dan mijn wijze woorden: in het Grote Geheel der Dingen is dat volkomen onbelangrijk...