Ik dacht niet echt na bij het opstaan, Zoon stond naast me en ik dacht dat ik wel omhoog kwam. Wat een vergissing, thuis heb ik ook overal steun nodig. Hoe kon ik nou denken dat ik hier zo even op stond? Het muurtje is immers laag. Dus tuimelde ik voorover. Ik wou mezelf nog tegenhouden met mijn rechterhand, maar die zwikte opzij. Waardoor ik zo van de trap af rolde. Ik stootte mijn mond, neus en kin aan de stenen treden en lag ineens op mijn rug.
Dat moment net daarna, dat je ligt en je afvraagt: Hoe kan dit nou? Verbazing, verrassing, en dan schiet de pijn door je heen. Ik kon niet meer omhoog en bleef liggen. Zo'n eeuwig moment van staren naar de lucht. Oké het was nog geen minuut toen naast me een geschokte Zoon stond. "Mam, gaat het mam?"
Ik had nog geen woord gesproken, hij was zich rot geschrokken toen ik daar zo stil lag.
![]() |
oorlogswonden :/ |
Ik krabbelde zo goed en zo kwaad het kon overeind en Zoon tilde me verder. Daar stond ik dan te bibberen en bloeden. Want ik had mijn hand flink opengehaald.
Zakdoekje eromheen gewikkeld en dan toch maar op naar naar de trein.
Was ik nou alleen geweest had ik mooi naar huis gegaan.
Gelukkig was Zoon daar om me op te peppen.
Natuurlijk ging er nog veel meer mis. Niet kunnen plassen in de trein en het dus moeten ophouden tot het ziekenhuis. Een tramchauffeur, die ons de verkeerde tram in stuurde, waardoor we een rot eind moesten lopen. Met oedeem buik, benen én een volle blaas. Maar verder liep alles op rolletjes.
De longarts die zijn dossier nog niet gelezen had en dat dan maar ter plekke samen met mij ging doen. Waardoor ik nu wel echt inzage had en de scans mee kon kijken. Hij legde er ook nog eens goed bij uit. Kwam met de opmerking dan de PH minimaal was, er was maar een kleine verhoging van de bloeddruk in de longen. Oftewel hij snapte er ook niets van. Ik was een ingewikkeld geval. Maar ja ik was nog zo jong. En daarom wou het het tot de bodem uitzoeken. Ik was eigenlijk allang blij dat ik helemaal niet zulk ernstige PH had.
En toen kreeg ik de opmerking dat ik zo onaangedaan leek. Het was niet niks wat ik allemaal te horen kreeg steeds. Ik werd stil, wat moet je daar nou op zeggen? Dat ik heus wel aangedaan ben maar niet op het moment zelf, wanneer ik wil opletten wat er gezegd wordt. Dat ik ook een beetje murw ben van alle slecht-nieuws-gesprekken, die de keer daarop toch weer niet juist waren. En dat ik gewoon eerst wil zien en dan geloven. Dat ik niet wil dat er iedere keer weer een crisis overwonnen moet worden. Om vervolgens te ontdekken dat het totaal voor niets was. Laat ze maar onderzoeken en afvinken en uiteindelijk een conclusie trekken. Ik heb nog steeds hoop, goede hoop, ik hou vertrouwen!
*´¨)
¸.•´¸.•*´¨)
(¸.•´ ★ *¨*•.¸¸.. ★*¨*•.¸¸.. ★*¨*•.¸¸.. ★*¨*•.¸