No 1966 by Universal Publishing and Distributing Corp.
CopyrightNo 1983 Nederlandse uitgave:
Tiebosch Uitgeversmaatschappij bv Amsterdam
Vertaling: Henk van Slangenburg
Omslag: Marius van Leeuwen, GVN Amsterdam
ISBN 90 627 8678 2
Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
Eerder verschenen onder de titel "Het zaad der onderwerping".
Niets van deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfoto of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Hoofdstuk 1
Het grote straalvliegtuig joeg de zonsondergang in het westen na met een snelheid van ruim 750 kilometer per uur en het trilde merkbaar in de heersende tegenwind. In de donkere cockpit zat gezagvoerder Peter Deventer in de linkerstoel met zijn duimen te draaien en over de gebogen neus van de Boeing naar de vlammende ondergang achter de verspreide wolken te kijken. Stilte heerste terwijl de bemanning bekwaam de routine van de vlucht afhandelde. Toen trilde de machine in een plaatselijk remousveld en gezagvoerder Deventer sprak in het Engels met een licht Nederlands accent tegen de tweede vlieger.
'Als je Prestwick weer aan de lijn hebt, vraag dan om een paar duizend voet. Laten we zien of we hier bovenuit kunnen komen.'
'We hebben net overdracht aan Gander bevestigd, meneer,' zei de tweede piloot. 'Zal ik Gander weer oproepen?'
'Geen haast. Als je ze straks weer aan de lijn hebt is het wel goed.'
De gezagvoerder keek weer naar de zonsondergang.
De machine verkeerde in uitstekende staat. Hij zag de twee motoren aan de bakboordvleugel roerloos in de ruimte hangen, meesterstukjes van moderne industriële vormgeving. De gezagvoerder was niet bepaald sentimenteel, maar hij vond de 707 met zijn krachtige, gestroomlijnde motoren een van de mooiste voorwerpen die door mensenhanden waren gemaakt.
Hij overwoog koffie te laten komen, maar vanavond zou het cabinepersoneel de handen vol hebben. Ze hadden een bijna volle machine op deze vlucht. Gedelegeerden naar een internationaal wetenschappelijk congres. De vlucht was in Parijs begonnen. De meeste passagiers waren van Praag overgestapt. De passagierslijst was vol Aziatische namen met doctorstitels. Over een uur of vijf zou gezagvoerder Deventer hen veilig in New York aan de grond zetten, waar de meeste geleerden aansluiting op naar het westen vliegende machines zouden hebben.
De gezagvoerder vergat de koffie terwijl zijn gedachten afdwaalden naar de oorlog en Nederlands Oost-Indië. Hij dacht met genegenheid aan het Javaanse gezin dat executie had geriskeerd door hem te verbergen, en hij dacht met andere gevoelens aan de Jappen en de verschrikkelijke maanden volgend op zijn gevangenneming.
Zijn dromerijen werden onderbroken. Er viel licht in de donkere cockpit. Deventer draaide zich met een geprikkelde uitroep half om in zijn stoel. De steward wist dat zijn toestemming was vereist om bezoekers in de cockpit te brengen, hoe vooraanstaand ze ook waren. En nooit met een groep als deze.
De gezagvoerder zag dat de tweede vlieger al even geprikkeld keek bij deze inbreuk op de discipline. Toen, als in een moment tussen slapen erf wakker worden, wanneer de dingen eindeloos schijnen te zijn en geen blijkbare oorzaak schijnen te hebben, veranderde het jonge, knappe gezicht van de tweede vlieger volkomen, in iets roods en afzichtelijks. Zonder het werkelijk te bevatten merkte Deventer op dat zijn eigen uniform rood van het bloed was en dat de jonge tweede vlieger nu levenloos over de stuurknuppel hing.
De machine trilde weer in de remous maar bleef gestaag op koers, gecontroleerd door de automatische piloot. Gezagvoerder Deventer besefte dat hij in de loop van een pistool van zwaar kaliber keek en hij merkte de geluidsdemper op. De man die het wapen vasthield was ongewoon lang en zwaar van botten voor een Aziaat en leek verrassend veel op de filmacteur Anthony Quinn. De man sprak duidelijk Engels zonder accent.
'Laat eens zien. Hoe gaat het ook weer? Oh, ja. Verzoek toestemming de cockpit te betreden.' De man lachte. 'Toegestaan, natuurlijk. Probeer alstublieft niet zo dom te zijn de raio te gebruiken, mon capitaine, anders bent u net zo dood als uw tweede vlieger hier.'
Gezagvoerder Deventer was een dapper man. Hij overwoog niettemin de radio te proberen, maar wist dat het niets zou uithalen. Trouwens, iemand moest de machine besturen.
De man met het pistool ging achter hem staan. Deventer voelde het kille cirkeltje van de loop tegen zijn achterhoofd. Een tweede Aziaat stapte naar voren en sjouwde het lichaam van de tweede vlieger uit de cockpit. Daarna liep de lange man naar de stoel van de tweede vlieger zonder de loop van het pistool van de gezagvoerder af te wenden. Deventer was meestal in staat Aziaten te herkennen, maar het viel hem moeilijk de afkomst van de man te plaatsen. De manier waarop hij was gekleed, bij voorbeeld, was merkwaardig; in het conservatieve pak, overhemd en zijden das die populair waren in New-Yorkse bankiers- en zakenkringen. Het klopte allemaal niet.
'Luister nu goed, mon capitaine,' zei de man. 'U neemt de besturing van de machine over en laat hem zo steil duiken als, naar uw mening, de vleugels kunnen verdragen. U trekt hem weer recht op ongeveer 1000 voet en zwenkt af naar een koers van dertig graden.'
'Dat begrijp ik niet,' zei Deventer. Maar hij begreep het wel. Ze wilden dat de machine zo laag onder de radar zou gaan vliegen dat hij niet kon worden gevolgd.
'Begrip is niet nodig,' snauwde de man. 'Voor het geval u in de verleiding komt heldhaftig te doen, kan ik u mededelen dat ik, al heb ik u en uw navigator in leven gelaten, mannen bij me heb die in staat zijn beide taken over te nemen in het geval van uw plotselinge verscheiden. Maar in het belang van de onschuldige passagiers moet ik bekennen dat mijn mannen geen ervaring met Boeings hebben.'
'En de rest van mijn bemanning?' vroeg Deventer. 'Dood en in ruste in wat uw directie de VIP-lounge noemt.' De man lachte nonchalant. 'Maar de passagiers leven nog, al zijn ze begrijpelijkerwijze wat verrast. Ik ben ervan overtuigd dat deze overweging u ervan zal weerhouden de machine in de Atlantische Oceaan te laten storten.' Hij gebaarde lui met het pistool. 'En nu aan de slag, mon capitaine.' Deventer keek over zijn schouder. Een andere man keek terug met bodemloze Latijnse ogen. Een Cubaans huurling-piloot, gokte Deventer.
De grote zilveren vogel leek nogmaals te trillen en dook toen omlaag in de beschutting van de wolken.
De lenteavond lag licht over Parijs. Een frisse bries van de Seine voerde de geur van groeiende dingen op de akkers van het Ile de France aan en de zoete geur van openbarstende knoppen aan de bomen op de grote boulevards. Nick Carter had zich laten inschrijven in een hotel dat in de Guide Michelin de hoogste onderscheiding had gekregen. Hij had zich ingeschreven als Sam Harmon, internationaal maritiem advocaat uit Chevy Chase, Maryland. (Hij had moeilijk kunnen tekenen als Killmaster uit Washington, of met zijn meer formele benaming, N3). Nick treuzelde nu met zijn avondeten in Fouquet en amuseerde zich met het kijken naar de vroeg avondlijke menigte op de Champs-Elysées. Ten slotte dronk hij zijn koffie en cognac op, betaalde en vertrok.
Omdat het zulk mooi weer was en hij zich in een uitstekende lichamelijke conditie bevond, besloot hij te lopen in plaats van een taxi te nemen naar het bureau van de Amalgamated Press and Wire Services. Daar zou hij een telefoongesprek voeren met een zekere Hawk in Washington. Daarna, als Hawk niets dringends had, zou Nick naar een jongedame gaan die nog niet zo lang geleden mannequin was geweest van het haute couture-huis waar ze nu kleren voor ontwierp. Ze zouden naar de schouwburg gaan. Daarna een hapje in een modieus restaurant in de buurt van Les Halles en ze zouden babbelen over de goeie, ouwe tijd. En daarna bestond er een beste kans dat...
Nick was zo aangenaam bezig, dat hij nauwelijks lette op de glanzende, nieuwe Mercedes sportwagen die naast hem voort gleed en zijn atletische passen bijhield. Hij nam aan dat de inzittende uitkeek naar een parkeerplaats in deze lange, verlaten straat achter de drukke avenue.
'Bonsoir, monsieur,' zei het meisje achter het stuur. Nick draaide zich om. Het goedgebouwde meisje met het lange haar draaide de wagen behendig naar het trottoir en liet de motor vrijwel geruisloos stationair draaien. 'Kan ik u misschien ergens afzetten, monsieur?, vroeg ze in het Engels met een accent. 'Ook goeienavond,' zei Nick. 'Ik ben bang van niet. Ziet u, ik heb een afspraak.' Zijn gelijkmatige, witte tanden flitsten in een verbaasde grijns. Hij dacht geamuseerd aan de vermoedelijke reactie van zijn baas Hawk, als hij, Nick, zich niet zou melden omdat hij was bezweken voor de charmes van een van de beruchte 'taximeisjes' van Parijs.
Haar knappe gezichtje vertrok in een moue van teleurstelling.
'Vanavond,' zei ze, 'is de eerste echte lente-avond. En men voelt zich in de lente altijd zo eenzaam, vindt u niet?' Toen, Nicks zwijgen wellicht voor besluiteloosheid aanziend, voegde ze eraan toe: 'Het is niet zo ... duur als u zou denken.'
Nicks blik om ving de grote heldere ogen van het meisje in het dure wintersbruine gezicht, de hoge aristocratische jukbeenderen en het glanzende blonde haar dat op de stevige blote schouders viel. Hij bedacht zich dat haar modieuze jurkje met het uitgesneden lijfje, dat twee rijpe halve meloenen van vrouwelijke schoonheid toonde, te duur voor zelfs het meest succesvolle taximeisje moest zijn. 'Trouwens, monsieur, u bent trés gentil, erg aardig. Ik weet dat het met u erg prettig zou zijn. Voor een speciale prijs.'
Nick kwam tot de conclusie dat het lonkende, uitnodigende lachje haar niet stond. Niettemin zou een groot aantal vrouwen tussen Washington en New York en rond de wereld terug naar Washington het ermee eens zijn geweest dat de slanke, knappe en moeilijk te doorgronden Monsieur Carter inderdaad trés gentil was, afgezien van nog een heleboel andere dingen. Een recente moordende dagenlange conditioneringperiode had de forse man tot een opperste fysieke conditie gebracht - een conditie als van een zwaargewichtbokser op de avond van het kampioensduel. Dezelfde zon had Nick net zo gebruind als haar.
Hij keek met enige spijt naar de lange, bruine benen, de trotse borsten en het aristocratische gezicht. 'Het zou inderdaad een genoegen zijn,' zei hij. 'Jammer genoeg ...'
Ze onderbrak hem en haar stem kreeg opeens de scherpe klank van de hoer die op zaken uit is.
'Kom, kom, monsieur. Vijftig francs voor mij en tien francs voor de kamer. Dat is toch een goeie prijs, niet?'
Nick begon argwaan te krijgen. Er was niet met nummertjes van tien dollar voor die Mercedes betaald. En na verloop van tijd krijgen de ogen van een hoer een bepaalde uitdrukking. De ogen van het meisje waren te vitaal, te vrolijk. Nick glimlachte vriendelijk.
'Nee, hartelijk bedankt.'
Haar ogen flitsten. 'U bent dom, monsieur. Tous vous anglais ...' Ze stortte zich in een staccato van woedend Frans en boog zich abrupt naar voren om de handrem los te trekken, waarbij ze per ongeluk op de claxon drukte. Toen wendde ze zich tot hem en wierp hem een blik van verschroeiende verachting toe.
'Weet u het heel zeker, monsieur?'
Nick wuifde. 'Een andere keer, misschien.'
Met een laatste, kwaad merde alors trok ze weg van het trottoir, waarbij ze twee dikke zwarte strepen van rubber op de straat achterliet. Toen verdween ze door de lange, verlaten straat.
Nick keek haar peinzend na. De prijs was belachelijk laag geweest. En van geheime agenten die in het toeval geloven wordt al spoedig 'wijlen' gezegd.
Niet dat Nick het afspraakje niet had willen nakomen, alleen maar om te zien wat hij er wijzer van kon worden. Hij zou erg graag hebben willen ontdekken wie het de moeite waard vond hem dit lokaas voor te houden. Misschien kon Hawk hem vertellen wat er in het vat zat. Nick had zijn eerste melding die ochtend gemist. Niet, zoals in het verleden wel eens was gebeurd, door zijn schuld: toen de videofoon het beeld van het vertrouwde kantoor in Washington had laten zien, was Hawks secretaresse op het scherm verschenen om te zeggen dat Hawk er niet was. Nick moest zich prompt om acht uur plaatselijke tijd weer melden en op dat tijdstip zou Hawk bepaalde belangrijke mededelingen aan zijn meest vertrouwde agent doen. En ze zei dat 'prompt' drie keer met rood potlood was onderstreept.
Met die zaken in gedachten vervolgde Nick zijn weg in de richting van de Seine. Hij zag een geblutste oude Citroen 2 CV aankomen, net toen het naaimeisje verdween. Er stapten vier mannen in blauwe regenjassen uit. Ze overlegden een ogenblik, liepen toen naast elkaar in de richting van de Champs-Elysée - zwierige jongemannen met elk een paraplu of wandelstok. Nick stapte soepel opzij om hen te laten passeren. Nick kon hen niet goed zien omdat de ondergaande zon en de schitterende weerspiegeling in de rivier zich achter hen bevonden. Het leken gegoede oosterlingen te zijn. Hij schatte hen op jeugdige ambassadeleden of leden van een handelsmissie die een avondje uit gingen. Op hetzelfde moment vertelde dat zesde zintuig, dat vroeg in de carrière van elke geslaagde agent opduikt en dat hij koestert als zijn kostbaarste bezit, hem iets. Zijn nekharen begonnen te prikken. Hij keek nog eens naar hen.
Ze splitsten zich om hem door te laten. Nick stapte langs hen met een gemompeld pardon en hij dacht dat hij een zeurderige tante van een agent aan het worden was als hij overal op de uitkijk was naar vijandelijke agenten. En toen sloegen ze toe.
Twee van hen pakten elk een arm, een kwam van voren, de vierde van achteren. Efficiënt, beroepswerk. Stellig geen puntenslijpers van een ambassade. Hun greep op zijn armen was als een paar bankschroeven en ze pasten hun gewicht en voordeel toe als beroepsjongens. Nicks sterke armen spanden zich in voorwaartse richting terwijl zijn overvallers probeerden ze op zijn rug te draaien.
Aangewezen, dacht hij kwaad. Ik kende haar niet, maar zij kende mij wel degelijk. Woede om zijn zorgeloosheid flitste even door zijn brein, terwijl de pijn in zijn armen een oranje waas voor zijn ogen bracht. De man voor hem lachte niet noch keek hij kwaad. Hij kwam op Nick af met de dodelijke snelheid en concentratie van een beroepsatleet en zijn kwieke wandelstokje was in tweeën gebroken en onthulde een lange, flitsende stiletto. Hij viel onderhands naar Nick uit, met de opwaartse, buiken openritsende, longen doorborende, hard doorpriemende stoot van de ervaren messentrekker.
Toen hij toesloeg, liet Nick zijn tweehonderd pond zwaar op de mannen die zijn armen vasthielden wegen. Terwijl er een verblindende pijn door hem schoot, kwamen zijn beide knieën omhoog en naar voren met een geweldige kracht en hij raakte de man met het mes recht in het gezicht. Nick voelde een schroeiende pijn aan de achterkant van zijn dij. Zijn aanvaller richtte zich op als een man die op volle snelheid tegen een muur is gelopen, maar Nick had geen tijd om te kijken hoe hij op de grond zakte. Hij was niet van plan rustig de wraak van achteren af te wachten. Als de andere messentrekker bij het begin niet had toegeslagen uit angst zijn eigen man te raken, had hij pech gehad. In deze klasse krijg je maar één kans, jongen.
Nick deed een schijnaanval naar een van de mannen en terwijl de ander zijn gewicht achterwaarts schrap zette om hem op te vangen, draaide Nick zich half om en raakte hem eerst met zijn schouder. Hij voelde de tanden meegeven en het kraakbeen breken als een tandenstoker. Bloed spoot als een oliebron uit zijn neus. Toen had Nick een arm vrij en de man lag op de grond en was bewusteloos.
Het waren stuk voor stuk beroepsjongens. Ze vochten zwijgend. Geen geroep, geen gevloek. De gracieuze huizen keken zwijgend neer en hoorden slechts de snelle, scherpe ademhaling, het schrapen van hun schoenen op het plaveisel en het gekreun van een van de neergestorte mannen. Wilhelmina, dacht Nick, terwijl zijn hand naar de kolf van zijn aangepaste Luger tastte. Breng die goeie meid te voorschijn, dan kunnen we een eind maken aan dit domme spelletje.
De tweede messentrekker danste rond als een wraakzuchtige geest en wachtte op zijn kans, terwijl Nick ronddraaide en de man aan zijn arm als schild gebruikte. De messentrekker siste een onverstaanbare opmerking tegen zijn partners, die Nick niet begreep, maar herkende als een van de vele dialecten van het Han Chinees. De man aan zijn arm liet opeens een vinnige trap naar Nicks liezen los. In een fractie van een seconde draaide Nick zich half om en trok een been op in de standaardafweer van de trap in de liezen. Bot stootte op sterker bot en de man struikelde gillend achteruit. Toen had Nick Wilhelmina in de hand en vanaf dat moment, dacht hij, zou de rede zegevieren en hij een paar antwoorden opdoen.
De messentrekker danste weer naar voren. Nick draaide zich om teneinde hem de Luger te laten zien. Toen hoorde Nick twee schoten en een gil die opsteeg en afbrak in een borrelende kuch.
De man met het gebroken been lag in een plas bloed op het trottoir nadat hij in de vuurlijn van zijn partner was gevallen. De eerste man kroop over het trottoir in een poging Nick onder schot te krijgen. Nick vuurde de Luger af, de man met het pistool schokte op, rilde afschuwelijk en bleef stil liggen. Nick tolde gehurkt om, gereed de overblijvende messentrekker op te vangen. Het was niet nodig. Hij rende zo snel als hij kon door de straat in de richting van de rivier.
Nick kwam snel overeind, duwde de betrouwbare Luger weer in zijn holster. Een schot in de rug was nooit zijn stijl geweest. De twee dode mannen lagen in groter wordende plassen bloed. De ander was even stil en bijna even bloederig. Nick bukte zich en porde hem scherp in de solar plexus; er kwam geen reactie. Hij tilde een van de oogleden van de man op. De ogen wezen op hersenschudding. Nick durfde te wedden dat het wel even zou duren voor hij weer spraakzaam werd. Jammer, want Nick wilde nu toch wel het een en ander weten.
Hij besefte dat hij hier stond als eigenaar van twee doden en een zwaar beschadigde boef. En als er één ding was dat Hawks bloeddruk opjoeg, was het het officieel uitleggen van het gedrag van zijn agenten en zich moeten verontschuldigen voor enkele lijken. Nick wierp nog een laatste blik op de slachting, liep toen kwiek naar de drukke vrolijkheid van de Champs-Elysées.
Ik wou alleen maar, dacht hij, dat iemand me vertelde waar we mee bezig zijn.
Hoofdstuk 2
'Oryza sativa,' zei Hawk.
Nick trok zijn wenkbrauwen op. 'Meneer?'
'Oryza sativa. De wetenschappelijke naam voor gecultiveerde rijst, het fundamentele, dagelijkse dieet van de meeste mensen in de wereld. Een ogenblikje geduld, Nick, ik moet het zelf ook nog verwerken.' Nick leunde achterover in zijn stoel in de lege kamer en blies rook naar het videofoonbeeld van de staalgrijze oude man in Washington die hij zijn hele trouw en vrijwel zijn hele genegenheid bewees. Ditmaal ontbrak de vertrouwde gedoofde sigaar, de glinstering van humor in de ijzige ogen. Als het niet bijna heiligschennis zou zijn het te denken, zou Nick hebben gedacht dat Hawk overstuur was. Nee, niet die pezige, taaie oude man wiens uitgebreide inlichtingenbureau AXE de wereld omspande en misschien, voor zover Nick wist, nu ook een paar netwerkjes in de ruimte had.
'Als dit iets groots is,' zei Nick, 'kan ik u maar beter meteen vertellen dat ik doorzien ben. Maar dan ook helemaal.'
'Juist,' snauwde Hawk, 'vertel op. Wat is er gebeurd? Snel, we hebben een hoop af te handelen.' Nick vertelde het hem.
Hawk zei: 'Hmm. Dat moet Johnny Woe zijn geweest. Nou, pech, maar het is niet zo erg. Camouflage is in dit opzicht niet het belangrijkste.'
Nick viel bijna uit zijn stoel. Dit moest, dacht hij, werkelijk iets groots zijn. Hawk was verzot op camouflage en dekking. Wat hem betrof vormden deze de sleutel tot succes; agenten werden van de andere kant van de wereld teruggeroepen als Hawk meende dat de tegenstanders ook maar enige argwaan koesterden.
'Wie is Johnny Woe?' vroeg Nick.
'Daar heb ik het direct over,' zei Hawk. 'Herinner je je dat Nederlandse vliegtuig nog dat vorige week vermist raakte tijdens een vlucht over de Atlantische Oceaan?'
'Ja. Het vloog in een onweer. Verdween gewoon van alle radarschermen en radio's.'
'Jawel,' snoof Hawk. 'Het is gekaapt. Een van onze eigen machines die over de Pool vliegen heeft het wrak in Groenland zien liggen. Onze jongens zijn er meteen op afgegaan. Het wrak was zo versierd dat het erop moest lijken dat het toestel was neergestort, maar de hele toestand zag er gemaakt uit.'
'En,' vervolgde Hawk, 'dit is de reden waarom ik het zeker weet. In dat toestel zat dr. Lin Tsjang-soe die voor de microbiologie is wat Einstein voor de wiskunde was. Hij is de grote wetenschappelijke bolleboos van Rood China, hoewel hij ook bekend is als filosoof en dichter. En hij was van plan over te lopen, Nick. Het paspoort dat hij gebruikte om in dat toestel te komen, heb ik persoonlijk voor hem laten maken. We hadden er hier in Washington dag en nacht aan gewerkt.' Nick floot.
'Hoe zijn we zo dicht bij een man kunnen komen die zo belangrijk is in Rood China? Straks komt u nog op de proppen met Mao en deelt de wereld mee dat u hem hebt overgehaald zich niet meer met politiek te bemoeien en makelaar in Wall Street te worden.' Hawk negeerde de persiflage.
'Ik ben blij dat ik jou in Parijs en Slade in Manilla heb zitten. Een poos lang wist ik niet precies hoe we hem weg moesten krijgen. Maar om verder te gaan, dr. Lin is een bijzonder vaderlandslievend man en hoewel hij ernstige kritiek op het regime heeft, hebben ze hem zo hard nodig dat hij alles mag zeggen wat hij wil. Normaal gesproken zou hij er nooit over denken China te verlaten. Maar er heeft zich een crisis voorgedaan.
'Dr. Lin beweert dat hij op het punt staat een kiem te isoleren die, indien toegepast in kleine hoeveelheden, zoals een lepel in de watervoorraad van een bepaalde streek, de zwammen opspoort en uitroeit die overal ter wereld rijstoogsten vernietigen. Dat zou een geschenk van onschatbare waarde aan de mensheid moeten zijn, maar de medaille heeft een keerzijde, Nick.
'Als dr. Lin klaar is met zijn werk, zal hij het tegengif voor de wonderkiem eveneens ontwikkeld hebben. Wat wil zeggen dat de regering in Peking een perfecte manier in handen zal hebben om elk volk dat ze kiezen te laten verhongeren terwijl ze tegelijkertijd de voedselvoorraden van de landen onder hun invloed enorm kunnen vergroten.
'Stel je eens voor dat je in staat zou zijn het voedsel te beheersen van een land als India met zijn honderden miljoenen mensen die letterlijk niets te eten hebben. Of Japan of de Filippijnen of de landen in Zuidoost-Azië.'
Nick vroeg niet waar hij in het beeld paste. Hij wist dat het hem dadelijk zou worden verteld. Hawk pakte een sigaar uit zijn bureaula en stak hem aan. Hij blies een grote rookwolk uit en keek hem tevreden na.
'De eerste waar ik vandaag de tijd voor heb gehad. Wil je dat wel geloven, Nick?' Hij vervolgde zijn instructies zonder op antwoord te wachten.
'Dr. Lin is een man op het slappe koord. Hij weet wat het regime met zijn ontdekking zal doen. Het resultaat is dat hij gewoon niemand vertrouwt. Ik kan niet zeggen dat ik het hem erg kwalijk neem.
'Ik geloof dat dit wantrouwen jegens regeringen de reden is dat hij heeft geprobeerd China zonder onze hulp te verlaten. Hij wilde ook niet bij de Verenigde Staten in het krijt staan. Natuurlijk is die poging mislukt. Wat we van hem weten horen we van een collega van hem van het Wereld Rijst Instituut op de Filippijnen. Het schijnt dat ze corresponderen in een particuliere code die ze in de loop der jaren hebben ontwikkeld op basis van de formules van de microbiologie, zetten uit befaamde schaakpartijen, zinnen uit oude films van James Cagney en God weet wat nog meer. Die Filippino is bijna net zo knap als hij.
'Die code is bijna niet te kraken. De jongens van de cryptografie en hun computer zijn er bijna dol van geworden, maar de Chinese communisten kunnen hem evenmin ontcijferen. We werkten via die knaap in de Filippijnen om dr. Lin te helpen overlopen. Toen hebben de Chinezen hem vorige week naar een wetenschappelijk congres in Praag gestuurd. Aan het eind van de week zag hij kans zowel zijn Chinese veiligheidsambtenaren als de CIA-jongens af te schudden en met zijn dochter naar Parijs te verdwijnen.'
'Zijn dochter?'
'Juist. Heet Kathy Lin. Naar haar moeder genoemd, die Amerikaanse was, nu dood is. Ze treedt op als zijn secretaresse. Hij is met dat Nederlandse vliegtuig vertrokken, maar ik ben er vrij zeker van dat zij nog in Parijs is. We hebben de passagierslijst van die 707 uit en te na bestudeerd. Ze is niet aan boord van dat vliegtuig gestapt.'
'Wat is er met dr. Lin gebeurd?' vroeg Nick. 'Bij het ongeluk omgekomen?'
'Nee. Die machine is veilig aan de grond gezet en toen in brand gestoken met de meeste passagiers nog aan boord. Ik weet toevallig dat dr. Lin uit het toestel is gehaald en onder bewaking is teruggebracht naar zijn lab in de provincie Sinkiang. Het lab staat om dezelfde reden in Sinkiang als hun atoomprojecten daar zijn gevestigd. Het is woestijnen berggebied en als er iets mis gaat, zullen de repercussies niet zo drastisch zijn. Met de resultaten die ze in die biologie-laboratoria hebben bereikt, zou een vergissing inderdaad uiterst drastisch kunnen zijn. En natuurlijk,' vervolgde Hawk, 'is geheimhouding in die afgelegen gebieden een stuk makkelijker te bereiken.
'Dr. Lin is daar nu terug, maar weigert verder te werken eer zijn dochter in levende lijve teruggebracht wordt. Zie je, hij denkt dat de Chinezen represailles tegen haar hebben ondernomen vanwege zijn poging tot overlopen. Ik wil dat hij dat blijft denken en heb maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat hij dat ook doet.'
Een spoor van humor keerde terug in Hawks gelijnde gezicht.
'De communisten hebben er geen idee van waar ze is. Ze hebben een legertje agenten in West-Europa rondstruinen die moeten proberen haar te vinden. Het probleem is dat wij zelf evenmin weten waar we moeten zoeken.'
'Ik snap het,' zei Nick grinnikend. 'Ik moet doen wat de sluwe en slimme agenten van de Volksrepubliek China niet hebben kunnen doen. Het meisje vinden. Geen Kathy, geen dodelijke schimmeltjes uit het lab van paps.'
'Dat is niet het hele verhaal,' zei Hawk abrupt, 'maar je eerste taak is de dochter van dr. Lin te vinden voor de Chinezen dat doen. En pas op, ze zullen hun uiterste best doen. Het hoofd van hun operaties in Europa is een zekere Johnny Woe-Tsoeng.'
Hawk koos een foto uit een stapel op zijn bureau en hield hem op voor het scherm. Het was het gezicht van een ruig-knappe oosterling. Hij leek vagelijk bekend, maar Nick kon hem niet plaatsen.
'Er zijn al kopieën hiervan naar jou onderweg,' zei Hawk. 'Je krijgt ze morgen met de diplomatieke post. Dit is Johnny Woe. Hij neemt het er goed van en is erg op de vrouwtjes gesteld - een nogal lastig parket voor het regime dat, tenminste uit propaganda-overwegingen, streng puriteins is. Johnny is bovendien een bijzonder harde knaap. Dat zul je wel merken als je zijn dossier leest. Hij heeft in zijn eigen land vooraanstaande vijanden, maar net als dr. Lin bereikt hij resultaten, zodat die vijanden niet ver zullen komen, tenzij hij een slippertje maakt. Hij zit nu net zo hard achter Kathy aan als wij. Pas op voor zijn lijfwacht, hofnar en souteneur, Nick -een soort halfgare slimmerik die hij Arthur noemt. 'En dit,' zei Hawk, en hij toonde een foto van een typisch Amerikaans-Iers gezicht, 'is Rusty Donovan. Hij staat aan onze kant, jouw CIA-verbinding als je mensen, munitie of materiaal nodig hebt. Je zult hem ontmoeten op een informele receptie voor een nieuwe ambassadeur. Ik wil dat je erheen gaat omdat Johnny Woe er waarschijnlijk ook zal zijn. Als hij je, zoals je zegt, door heeft, moet je hem ook maar eens bekijken.'
Nick schreef onmiddellijk zijn plannen voor de schouwburg en wat daarna kwam af. De dame zou niet gevleid zijn geweest - Nick voelde reeds de vertrouwde klop van opwinding die zich voordeed als de zaken open en bloot lagen en het spel kon beginnen.
'Vergeet niet als je Woe ontmoet dat hij voor iedereen een belangrijke en joviale ambtenaar is die hoopt de handel met West-Europa te stimuleren. Pak hem voorzichtig aan. Hij is een paar dagen de stad uit geweest. Wat de tijd betreft klopt het wel. Tien tegen één is hij de man die dat vliegtuig heeft gekaapt en ongeveer honderdvijftig mensen de dood heeft ingejaagd om één overloper terug te kunnen halen.'
'Hij lijkt me een vals baasje,' zei Nick traag. 'Hebben we een dossier van het meisje?'
'Donovan zal je geven wat we hebben. De Chinese communisten hebben één groot voordeel. Zij weten hoe ze er uitziet, wij niet. Er is nog iets dat net is binnengekomen. Er is een Franse journaliste die de dochter van Lin in Praag heeft geïnterviewd voor een tijdschrift in Parijs. Haar naam is Dominique St. Martin. Een verhaaltje met human interest. De grote man gezien door de ogen van zijn dochter, scholen in China, enzovoorts. Blijkbaar vertrouwde Kathy haar genoeg om haar op te bellen toen ze naar Parijs vluchtte. Ze maakten een afspraak maar het meisje Lin is niet komen opdagen.'
Hawk keek Nick aan en spreidde zijn handpalmen. 'Dat is ongeveer alles wat ik je nu kan vertellen, Nick. Veel succes.'
Hoofdstuk 3
Parijs is net een ondeugende, geestige oude courtisane die kans heeft gezien haar knappe uiterlijk en het grootste deel van haar geld te bewaren. De stad heeft het goed voor met het mooie volkje maar vertrouwt het niet bijster. Het is de volmaakte stad voor geheime agenten, dacht Nick, terwijl hij een glas dure champagne koesterde. Naar buiten toe is het de stad van licht en cultuur, het sympathieke toevluchtsoord voor de kunstenaar en de dromer. In de huizen aan de brede boulevards met hun gracieuze tuinen worden de wereldzaken dagelijks afgehandeld volgens de principes die zijn vastgelegd door een slimme oude Florentijn, genaamd Niccolo Machiavelli. Nick vroeg zich af of men objectief leer kon trekken uit het feit dat Machiavelli berooid en ambteloos was gestorven.
Hij zette de gedachte van zich af. De avond was net begonnen en er waren op hét feest te veel knappe vrouwen. De openslaande deuren stonden open en beneden op straat vormde het verkeer een bewegende caleidoscoop van gekleurde lichtjes waarachter de Arc de Triomphe de hemel domineerde.
Rusty Dónovan, de roodharige CIA-agent, legde zijn hand op Nicks arm.
'Daar heb je hem, N3. Arthur. Woe-Tsoengs rechterhand, die grinnikende vleesberg daar. Woe stuurt hem altijd vooruit om eventuele moeilijkheden op te snuiven.'
'Niet bepaald een Adonis,' lachte Nick, 'en hij ziet er niet erg gevaarlijk uit.'
'Dat weet ik,' antwoordde de CIA-man, 'maar als hij niet goed was zou hij niet voor Johnny Woe werken. De stewardess van die 707 dacht misschien dat hij een grappige geleerde was. Nu is ze dood.'
De kleine, dikke figuur die hun onderwerp van gesprek vormde, had blijkbaar besloten dat de kust veilig was. Hij verliet de zaal met een vage glimlach op zijn gezicht en even later stroomde een kleine groep feestgangers de deuren binnen. In hun midden bevond zich een lange, goedgeklede, breedgeschouderde man met zijn armen rond twee bijna identieke blondines.
'Dat is onze knaap, Gentleman Johnny,' zei Rusty. 'Geen nieuwe gezichten. Dezelfde bende. Je moet het hem nageven, dit is een communist die weet hoe hij iets van het leven moet maken.'
Mensen dromden rond hem samen en Woe riep begroetingen met een goedgemoduleerde, beschaafde stem. Kennelijk was hij populair in dit gezelschap. 'Hij ziet er vanavond niet al te blij uit,' merkte de CIA-man op. 'Ik heb gehoord dat iemand in de vooravond wat met een paar van zijn jongens heeft gestoeid.'
'Hoe weet jij dat zo snel?' vroeg Nick als terloops. De CIA-man keek hem scherp aan, lachte toen.
'Daar word ik voor betaald.'
Nicks aandacht werd opeens afgeleid door een opvallende blondine die zich door de menigte naar het gezelschap van Johnny Woe worstelde. Ze droeg een zwarte jurk die een fortuin gekost moest hebben en haar lange haar viel op haar prachtig gebruinde schouders. Nick twijfelde geen moment. Dit was het meisje in de Mercedes dat hem aan Woe's boeven had aangewezen.
Het meisje sloeg haar armen om Woe's nek, hield hem toen op armlengte.
'Johnny, schat,' hoorde Nick haar in Engels zonder accent zeggen, 'waar heb jij gezeten? Het is zo saai als jij voor zaken weg bent.'
'Oh, jee, nee,' zei Nick tegen niemand in het bijzonder.
Hij hoorde de lach van de lange man, vol en joviaal, toen hij antwoordde. 'Niet voor zaken, schat, maar voor de lol. Ik ben naar Biarritz geweest om wat te zeilen en te gokken. En ik heb een fortuin verloren. Ik ben niet een van jullie kapitalisten met onbeperkte fondsen.'
Het meisje schudde verachtelijk haar hoofd.
'Mon Dieu, Johnny. Iedereen weet dat jij kasten vol yens of piasters hebt, of wat het dan ook zijn die je daar in je chateau hebt.'
'Ma foi!' lachte Woe. 'Dit waren keiharde Amerikaanse dollars.'
'Rusty,' zei Nick tegen de CIA-man, 'wie is dat blondje bij Johnny Woe?'
'Die in de zwarte jurk is Dominique St. Martin, verwend rijk nest en af en toe freelance journaliste.' Nick had meer aan de CIA-man willen vragen, maar de Amerikaanse agent was bezig met een smeulende brunette in een jurk van Givenchy die over Donovans schouder een paar hoogst sexy blikken op Nick wierp. De groep van Woe was verder gelopen en de dansvloer raakte gevuld met wild rondtollende jonge paren. Het kabaal was oorverdovend.
Voor het ogenblik prikkelde het slechts Nicks merkwaardige gevoel voor humor dat de knapste vrouw in de zaal - zijn voornaamste contact in Parijs - stevig in het vijandelijke kamp verankerd scheen. Of zou bed een toepasselijker woord zijn?
Het was maar goed, overwoog hij, dat hij vanavond was gekomen. De wetenschap dat zijn contact nauwe verbindingen' met de Chinezen onderhield kon hem vroeg of laat helpen een fatale valstrik te ontlopen. Hij moest meer van haar te weten zien te komen - en snel.
Intussen klonken de gesprekken van het feest om hem heen en vervulden de lucht van brokstukken van zinnen die geen betekenis hadden voor iemand die zijn contributie niet had betaald en het codeboek niet had ontvangen.
Een stevige jonge vrouw in zijn buurt zei tegen een ander: 'Moet je je voorstellen, Marcia, zestig francs om te zien hoe dat meisje met een Harley Davidson vrijde. Dat was alles en de mensen vonden het prachtig. Ik ben zeker oud aan het worden Een meisje met een bleek gezicht en donkere ogenschaduw, waardoor ze er als een bijzonder kwaadaardige heks van de achterkant van de maan uitzag, zei: 'Ik heb Ernie en Roy gisteravond in de New Jimmy leren kennen en mijn man maakte zo'n onverdraaglijke scène ...' Een ander zei: 'Harry's nieuwste film heeft in de eerste acht weken in Radio City drie miljoen gemaakt, maar hij zweert dat al zijn geld opgaat aan alimentatie voor de eerste vier . . En iemand zei iets over de nieuwe Chagall in de Metropolitan Opera.
Nick stond aan het karwei te denken. Als St. Martin voor Johnny Woe werkte, zou hij zeer snel tot actie moeten overgaan. Hawk had Nick verteld dat het Chinese meisje gisteren of vandaag vroeg zou proberen contact met St. Martin te maken. Dat had de Chinees een hele dag gegeven om haar te pakken te krijgen. Misschien werd het meisje zelfs op dit moment al uit Frankrijk gesmokkeld, naar China. Als dat het geval was, zou Hawk alles op alles zetten om haar terug te krijgen. Dan zou er een niet bepaald discrete oorlog tussen twee legers van agenten volgen. Maar Hawk zou het liever anders zien.
Het was de sluwe oude man in Washington niet kwalijk te nemen dat zijn prachtig voorbereide operatie om dr. Lin aan de Chinezen te ontfutselen buiten zijn schuld was mislukt. De mensen aan wie Hawk verantwoording schuldig was wilden nooit iets over pech horen. En nu had Hawk hem de bal toegespeeld. Op een zeldzame keer, terwijl Hawk aan het foeteren was over de politiek van Buitenlandse Zaken die zijn plannen dwarsboomde, had Nick hem door de telefoon horen snauwen dat wat hem betrof de Amerikaanse politiek in West-Europa er beter mee zou zijn gediend als ze N3 erheen stuurden in plaats van nog een pantserdivisie. Wetende dat Nick het had gehoord, was Hawks humor ten koste van Nick de volgende week uitermate scherp geweest.
De brunette bij Donovan liep eindelijk in de richting van de bar, met een laatste teleurgestelde blik op Nick. Nick ging naar de CIA-man.
'Ken je Dominique St. Martin goed, Rusty?'
'Niet beter dan wat ik in de kranten lees, meneer. Ik ben maar de gore zoon van een Ierse spoorwegman uit New York. Om iets meer dan een glimp van die stoet op te vangen moet je een bijzonder iemand zijn, bij voorbeeld de producer van een populaire film die buitengewoon veel succes heeft en tegelijk artistiek verantwoord is. Of een ander soort dure jongen.'
Nou, laat ik het zo stellen, Rusty,' zei Nick. 'Wat weet je van deze missie?'
Er was niemand in de buurt die het gesprek had kunnen afluisteren.
'Officieel niets, meneer. Ik sta dag en nacht tot uw beschikking om de volle steun en medewerking van de CIA te verlenen. Officieus, tja ...'
Mooi, dacht Nick. Je kan dapper of zelfs zeer dapper zijn. Maar als je iets weet, praat je op den duur, indien je ondervragers hun vak verstaan. En uit de dossiers die hij had gelezen viel op te maken dat deze heren hun vak stellig verstonden.
De koude ogen van de AXE-man namen de roodharige man op. 'En officieus, Rusty?'
Donovan grinnikte. 'Ik werk al een poosje bij die baas, meneer. Officieus weet ik dat u een heel bijzondere agent bent die alleen heel bijzondere karweien opknapt. Als u tot de conclusie komt dat u iemand moet doden, hoeft u Washington niet eerst om toestemming te telegraferen. Ik weet dat uw aanbevelingen of kritiek na afloop van een karwei een agent die met u samenwerkt kunnen maken of breken.
'Verder valt me, officieus, op dat Johnny Woe, die ook een grote bollebof van een spion is, aan de andere kant van de zaal staat. En mijn langdurige omgang met de cynische Fransen en de CIA heeft me net cynisch genoeg gemaakt om niet in toeval te geloven.' De grijns van de roodharige man was aanstekelijk en Nick voelde dat hij glimlachte.
'Daar kon je wel eens gelijk in hebben, Rusty. Intussen moet ik erachter zien te komen wat er aan de hand is tussen St. Martin en Johnny Woe. Ik heb reden om aan te nemen dat ze voor hem werkt.'
'Dominique St. Martin is te mooi en te rijk om te werken. Een St. Martin werkt niet. Ze hebben een roeping omdat dat zo modern is. Ze is voor haar echte baan, Go-Go Girl van het Jaar, gekozen door de modebladen en roddelrubrieken. Ze rijdt op een Honda-motor of in een Mercedes door de stad en gaat alleen naar de beste tenten en toestanden. Ze is bovendien een heel behoorlijke journaliste als ze er haar tanden inzet. Maar tot nu toe, meneer,' zei Donovan, 'hebben we nog geen reden gehad om Dominique St.Martin in verband te brengen met het netwerk van Woe in Europa. Maar natuurlijk weten wij ook niet alles.'
De CIA-man haalde zijn schouders op. Nick begon kwaad te worden. Verdomme, dacht hij, daar word je juist voor betaald - om alles te weten.
N3 spaarde zichzelf niet en had soms de neiging te vergeten dat andere mensen zelden dezelfde flitsende intelligentie en het uithoudingsvermogen van Nick hadden. Niettemin zou Nick, als hij hoofd van
het Parijse bureau van de CIA was en er een figuur als Johnny Woe in de buurt was, de naam van elke vrouw weten waar Woe ooit tegen had geknipoogd en ook nog hoe ze haar toast 's ochtends geroosterd wilde hebben.
Maar daar iedereen door deze zaak was overvallen, was het enige dat hij tegen Donovan zei: 'Goed. Soms moet je roeien met de riemen die je hebt. En schei uit met dat ge-meneer.'
De band stopte even met spelen. De dansende paren waren weer aan hun tafels gaan zitten en hij zag Johnny Woe en zijn groep weer. Er had zich een hele massa aan die tafel verzameld en hij zag dat Dominique zich bij hen voegde. Haar gezicht stond strak en ze keek grimmig.
'Doe je spelletje met Johnny, Dominique,' zei iemand. 'Er is een fotograaf van Paris Match. Heb je een pistool, Johnny?'
De diepe mannelijke stem klonk op in een soepele lach. 'Natuurlijk, liefste. Zonder pistool zou ik me net zo naakt voelen als wanneer ik had vergeten mijn broek aan te trekken.'
'Kom op, Dominique, schatje. Wat zeg je ervan?' Nick herkende de spreekster als een van Woe's permanente accessoires, een blondine die al te lang starlet was geweest.
'Heb je je cigarillo's bij je, schat?' vroeg de starlet. Dominique St. Martin knikte traag. Ze keek strak naar Johnny Woe. Hij keek terug met een glimlach die eerder wreed dan geamuseerd leek. In Nicks ogen zagen ze er minder vriendschappelijk uit dan een kwartier geleden. Rusty porde Nick met zijn elleboog in de ribben.
'Let op,' zei de CIA-man.
'Misschien voelt mademoiselle St.Martin er vanavond niet voor,' opperde Woe. Zijn stem klonk soepel, met een aanduiding van een snier. Nick wist zonder dat het hem verteld werd dat het blonde meisje ergens ingehaald werd dat ze niet wilde doen.
'Je stelt ons toch niet teleur?' kwekte de starlet. St.Martin zag er onder haar zonnebruin nu bepaald bleek uit. 'Je schijnt je vanavond nogal roekeloos te voelen, Josephine,' zei ze langzaam tegen de starlet. 'Je mag het best in mijn plaats doen.'
'Maar ik ben de fabelachtige Dominique St.Martin niet,' was het vinnige antwoord. De fotograaf zei iets dat de balans deed doorslaan.
'Kom op, Dominique chérie. Ik weet zeker dat ze de foto nemen. Wees sportief.'
Het meisje richtte zich opeens met opgeheven hoofd op.
Oh, goed dan. Ik hoop dat je je vanavond zeker voelt, makker,' snauwde ze tegen de forse Chinees. 'Maar Dominique,' lachte hij, 'je weet dat de kogel altijd terecht komt waar ik hem hebben wil.' Het Franse meisje draaide zich om zonder nog iets te zeggen en mat ongeveer dertig passen in de zaal af. Ze had de zorgeloze tred van een beroepsartieste, waardoor aller ogen op haar volmaakt gevormde achterwerk, de lange benen en de hoge borsten werden gevestigd. De mensen aan die kant van de zaal schuifelden prompt weg om veilig te zijn. Een kelner haalde een lange plank als opvanger. Johnny Woe trok zijn revolver en liet de cilinder ronddraaien. Dominique pakte een Deens sigaartje uit een doosje, stak het op en deed het in haar mond alsof er niets aan de hand was. Er werd geapplaudisseerd.
Als ik mijn enige contact van deze missie onder mijn ogen in het hoofd laat schieten door een Chinese meesterspion, dacht Nick, zal ik worden aangezien voor de grootste idioot in zes werelddelen. Hij deed een pas naar voren. Hij wist nog niet precies wat hij moest doen om een eind aan dit spelletje te maken. Woe tarten om dubbeltjes van het puntje van zijn neus af te schieten! Wat dan ook ...
Rusty legde een terughoudende hand op zijn arm. Hij las blijkbaar Nicks gedachten, want hij zei: 'Maak je geen zorgen. Woe mist nooit.'
'Natuurlijk niet,' zei Nick. 'Maar dat meisje is doodsbang.'
Hij was toch al te laat. Een gedeelte van de act scheen te bestaan uit het verrassingselement. Het ene moment stond Woe nog met gebogen hoofd aan zijn wapen te morrelen, het volgende moment had hij zijn hoofd opgeheven en geschoten zonder echt te kijken.
Het puntje van de cigarillo van Dominique was verdwenen en het publiek klapte. Hij schoot nog twee keer, terwijl de fotograaf door de zaal danste om foto's te nemen. Nu was er nog slechts een flard van de cigarillo over die van de lippen van het meisje afhing. Johnny Woe hief zijn hand op, tuurde langs de loop van de revolver, liet het wapen toen zakken. 'Stil blijven staan, mademoiselle,' zei hij en zijn stem klonk tartend. Nick kwam tot de conclusie dat hij zowel persoonlijk als beroepsmatig weinig met Johnny Woe op had.
'Blijf van de cognac af, Johnny mijn jongen, en je zult beter kunnen mikken,' kaatste ze terug, terwijl ze het stompje sigaar weer tussen haar lippen deed. De lange Chinees wachtte een lange tijd voor hij vuurde. Toen versplinterde de knal van het pistool de stilte in de zaal. Het stompje van de cigarillo zat nog tussen de lippen van het meisje. Hij had gemist. 'Ik geloof dat het voor vanavond wel genoeg is,' zei ze en liep terug door de zaal. 'Vergeet de afspraak niet. Als je mist stuur je me een krat Piper Heidsieck. Als je mij raakt stuur je me lelietjes van dalen.'
Nick, die scherp toekeek, zag dat haar hand trilde toen ze een glas champagne dronk en een tweede glas pakte. 'Laten we nu allemaal naar boven gaan en naar het vuurwerk kijken,' riep ze. De mensen dwaalden reeds in die richting.
'Wat is er boven aan de hand?' vroeg Nick aan de CIA-man.
'Antonio di Svorsa, de beeldhouwer van dit seizoen, laat zijn nieuwste werk zien. Het ontploft onder de ogen van de toeschouwers - en dat is symbolisch voor iets verschrikkelijk belangrijks. Ik ben vergeten wat.'
Nick knikte. Het boeide hem niet bijzonder.
'Ik moest maar eens een praatje met mademoiselle St. Martin gaan maken voor er nog iets gebeurt.'
Hoofdstuk 4
Nick bewoog zich lenig door de menigte achter het meisje St.Martin aan. Hij had haar de brede trap zien bestijgen. Zijn forse gestalte en soepele, atletische bewegingen deden de mannen voor hem wijken en de vrouwen hem nakijken. Hij was te fors en knap om niet op te vallen. Een paar meisjes spraken hem aan en vroegen hem of ze elkaar niet al eens eerder hadden ontmoet. Nick glimlachte vriendelijk tegen hen en maakte zich van hen los, zich voorhoudend dat hij hier voor zaken was.
Nicks rug was naar de zaal toegekeerd maar Rusty Donovan hield zijn ogen open. Johnny Woe stond naast zijn tafel en ook zijn ogen waren op Nicks brede rug gevestigd. Donovan zag hem met Arthur overleggen en de kleine man snel achter Nick aan de zaal verlaten.
Terwijl hij Woe in het oog hield dacht de CIA-man: als die twee tegenover elkaar komen te staan, komt er vuurwerk. Ik hoop dat ik het te zien krijg. Donovan kende de dossiers van zowel Woe als Nick. Als zoon van een Moslimse krijgsheer uit Sjensi en een half-Russische moeder, was Woe op zijn zeventiende
een ervaren soldaat geweest. Persoonlijke vriend van Mao en Tsjoe. Toen de communisten Sjensi innamen, had hij zich bij hen aangesloten en de Kwo-mintang en de Japanners bestreden om redenen die zowel ideologisch als opportunistisch konden zijn. Uitgebreide cursussen in NKWD-martelmethodes in Rusland. Had eens vier ronden onbeslist gebokst tegen Georges Lapierre in een club in Parijs. Natuurlijk, gedacht Donovan, was N3 ook eerste klas. De manier waarop Nick zich bewoog beviel hem. Als het op een confrontatie aankwam, wist hij nog niet zo zeker op wie hij zijn geld zou zetten. Intussen had Nick de dakflat bereikt. De menigte had zich geschaard rond een groot voorwerp op het terras dat met zeildoek afgedekt was. Nicks blik gleed over de aanwassende groep rijke genotzoekers en probeerde een blonde haardos te bespeuren. Hij zag haar vrijwel onmiddellijk. De langbenige blondine stond niet tussen de groep die luisterde terwijl de beeldhouwer zijn theorieën uitlegde. Ze stond in een kleine nis naast een bar in de daktuin, en ze scheen nogal in de war. De inhoud van haar handtasje lag op een tafel, en ze bekeek alles terwijl ze de dingen weer in haar tasje stopte en ze raakte, zag Nick onmiddellijk, steeds meer gespannen. Hij besloot toe te slaan nu ze nog uit haar evenwicht was. 'Pardon, mademoiselle, dites-moi . . begon hij in vloeiend Frans. 'Hebben we elkaar niet al eens ontmoet?'
Het meisje draaide zich om met een ongeduldige frons. Toen ze Nick zag, veranderde de frons in een flits van pure angst, voor ze haar kalmte hervond. 'Valt u me nu alstublieft niet lastig. Zoals u kunt zien heb ik het vreselijk druk.' De stem van het meisje was kil als de nachtvorst.
'Was het misschien vorig jaar in Portofino? Nee, ik vergis me. Natuurlijk, het was in Monaco.'
Nick gaf haar enkele punten voor de overredingskracht van haar bluf. Zijn stem had de ontspannen, goedgehumeurde klank van een rijke en aantrekkelijke man die meent de feilloze aanpak van een bijzonder aantrekkelijk meisje te hebben gevonden. Maar zijn ogen toonden iets anders - de ogen waren koud en wreed als de gletsjer in Groenland waar Woe honderdvijftig mensen de dood had ingejaagd. 'Of was het misschien pas vijf uur geleden in de buurt van de Champs-Elysées,' zei Nick vlak.
De glimlach van Dominique St.Martin voegde zich naar de zijne. Iemand die had toegekeken zou hen hebben aangezien voor twee knappe mensen die elkaar hadden ontmoet op een overigens saaie party. Maar Nick had de angst in haar ogen gezien, voor ze die had bedwongen en vervangen door het beleefde masker van de internationale schoonheid. En het leek hem niet dat Mlle. St.Martin gauw bang zou zijn.
Nu gleed haar blik langs hem, omvatte hem. Nick onderdrukte de aantrekkingskracht die hij tussen hen voelde met al zijn professionele koelheid. De wereld was vol mooie vrouwen en er waren er die zeiden dat Nick Carter uit was op een eenmans-kruistocht om het oude gezegde dat je niet van allemaal kon houden, te ontzenuwen. Maar aan deze vrouw was iets dat je slechts zelden tegenkwam. Een aanduiding van de volbloedige dierlijkheid die des te provocerender was door het patina van sophistication.
Wat, dacht Nick kalm, jammer was, want voor de nacht voorbij was, zou hij wellicht gedwongen worden dit meisje dingen aan te doen die een normale man zelfs nooit zou hoeven overwegen. Als ze gauw aan de praat sloeg, zou het voor hen beiden natuurlijk makkelijker zijn. Nick kreeg er geen kick van als hij pijn moest veroorzaken. Als ze praatte, zou dat hem de uren besparen die zich in de vroege ochtend voordeden en die gedurende vele nachten de slaap verstoorden.
Maar, dacht hij, rijke meisjes met tijd om handen zouden internationale intrige moeten vermijden. De eerste regel luidde: als je de hitte niet kunt verdragen, blijf dan weg uit de keuken.
Haar kalmte was opmerkelijk. Ze lachte.
'Ah, monsieur Carter. Ben ik geen voortreffelijke prostituee?'
De zeegroene ogen hadden diepten van onpeilbare vrolijkheid en haar hoofd ging achterover toen ze diep, kelig en zeer sexy lachte.
'Ik zal u een geheimpje verklappen. Ik was voor het toneel geboren, maar mijn ouders zeiden natuurlijk dat daar geen sprake van kon zijn.'
'Het vleit me dat u mijn naam kent,' zei Nick hoffelijk. Nou, reken maar, dacht hij. 'Het vleit me, maar zit me ook wel dwars,' zei Nick, 'het kan erg gevaarlijk zijn u te kennen.'
'Zo'n groot, geweldig dier als u? Er is iets aan u dat erop wijst dat u het gevaar niet schuwt. Trouwens,' zei ze, haar ogen opensperrend en erg Frans doend met een pruillip, 'als men niet van het avontuur houdt, moet men zijn speelschulden betalen. Zeker wanneer men speelt met een figuur als Johnny Woe, n'est-ce-pas?' Haar groene ogen daagden hem uit. Nick besloot het te laten lopen. Als dat haar verhaal was, kon hij het nu toch niet controleren. Hij gebaarde een passerende kelner en met een handbeweging die te geoefend was om te worden opgemerkt, liet hij een verdovend middel in een van de schuimende glazen vallen en gaf het aan haar.
'Ik vergeef u,' zei hij open. 'Laat ons op alle gokkers drinken.'
Ze schudde haar hoofd, maar haar glimlach was geamuseerd. 'Chéri, ik kan met geen mogelijkheid ...'
'Maar ik sta er op,' zei Nick en zijn kille ogen boorden zich in de hare. Het idee was misschien niet puntgaaf, maar het moest lukken. Hij zou haar in de lift naar beneden moeten krijgen. Mijn vriendin heeft wat te veel champagne gedronken, c'est tout. De arme schat had vergeten te eten. Maar als we in de frisse lucht zijn komt het wel weer goed. Als iemand daar iets tegen had, kon ook dat afgedaan worden. 'Ach,' zei ze tastend, 'er is altijd nog wel tijd voor een laatste drankje, nietwaar?' Ze hief de gouden, sprankelende vloeistof aan haar lippen. Nick toostte met zijn glas, en terwijl hij dat deed keek hij een ogenblik in de kleine achterspiegel van de bar. Zonder een spoor van zijn befaamde opgewektheid stond Johnny Woe's stevige kleine knechtje, Arthur, hen gade te slaan. Hij deed geen poging naar hen toe te komen.
Nick wist niet wat voor onenigheid ze wellicht met de Chinese communisten had gehad. Dat was een van de dingen die hij te weten wilde komen, als hij haar die vervloekte champagne maar kon laten drinken.
Haar grote groene ogen keken hem aan en nu had ze het glas aan die weelderige koraalrode lippen. 'Cheers,' zei Nick en nam onmiddellijk een slok, het meisje dwingend zijn voorbeeld te volgen.
En op dat moment gingen de lichten uit. Het standbeeld was onthuld. Nick vloekte binnensmonds, een reeks van de smerigste vloeken die hij in de loop der jaren op de smerigste plaatsen van de smerigste mensen had opgepikt. Nog een fractie van een seconde en ze zou het verdovende middel hebben geslikt.
Hij hoorde haar in het donker lachen. 'Het lot schijnt niet te willen dat we vrienden worden, monsieur Carter.'
Veelkleurige lichten beschenen nu het dak. Het standbeeld zelf bewoog zich in een ingewikkelde reeks figuren en stootte een serie gorgelende geluiden en kleine ontploffingen af. Mensen lachten en juichten en riepen bepaald schunnige dingen.
Men hoorde een versterkte stem zwaarwichtige dingen zeggen boven het geluid van de ontploffingen uit. 'Opkomst en ondergang ...' kreunde de metalige stem. 'De gouden schaal is gebroken aan de fontein en het zilveren koord is geknapt. De Barbaren staan voor de poorten ...'
'Luister naar hem, kindje,' gniffelde Nick. 'Dat was mooi gezegd.' Hij liep in de spookachtige gloed van de schijnwerpers naar het meisje.
En toen hoorde Nick glas rinkelen. Niet verderop op het terras maar hier naast zich. Het was de spiegel van de bar. Nick hoorde de rest van de schoten, de drie vinnige ploffen van de gedempte pistolen.
Aan de andere kant van de ruimte fluisterde iemand in snel Frans: 'Doe je lantaren niet aan voor je zeker bent van je doelwit. Anders krijgen we iedereen op ons dak.'
Nick lag onder een van de tafeltjes. In een hand had hij Wilhelmina, de Luger, gereed voor actie. In zijn andere hand had hij een woedende Dominique St. Martin, die zich wild tegen zijn greep verzette. Ze had ook kunnen proberen een blok ijzer te verplaatsen. Haar haar streek langs zijn gezicht en de geur van haar parfum drong zijn neusgaten binnen. Nick was niet bepaald overweldigd door de intimiteit.
'Je vrienden zijn wel stom om zoiets onhandigs te doen,' gromde hij in het delicate oor naast zijn lippen. 'Zeg namens mij maar tegen Johnny Woe dat hij, als hij niks beters kan bedenken, beter kan blijven doorgaan met het uitschudden van Mongoolse boeren en de grote jongens met rust moet laten.'
Hij lachte om het erger te maken. St. Martin kronkelde nog heftiger. Toen probeerde ze hem te bijten met die sterke, goedverzorgde tanden. Nick duwde zijn keiharde onderarm verder in haar mond tot ze geen kracht meer kon zetten met haar kaken en liet haar maar bijten. Nick lachte weer en de schutters vuurden blindelings op het geluid van zijn lach. Waar Nick nog harder om moest lachen.
'Mon Dieu' hijgde het meisje naast hem. 'Je bent gek.'
Nick besloot dat hij goed zat. Hij had het meisje en had kans gezien de Chinezen zo ver te krijgen dat ze zich aan een idiote improvisatie waagden die hen waarschijnlijk enkele onaangename repercussies zou opleveren.
Niet dat hij dacht dat ze idioten waren. Het onderschatten van de tegenstander eindigde gewoonlijk in een enkele reis naar het kerkhof. Maar het kon geen kwaad hen razend te maken. Ze zouden in de war kunnen raken en iets doms en haastigs doen.
Een kogel kwam terecht in het hout van zijn tafel en Nick besloot dat het tijd werd te verdwijnen. Zodra ze ophielden met in het wildeweg te schieten, zat hij in last. Het kabaal van de party en het geknal van het Grote' Zelfvernietigende Beeldhouwwerk Symbool Nummer Vier van Antonio di Svorsa zouden het geluid van zijn bewegingen mooi dekken. Nick klauwde zich naar een ander deel van de nis en hoorde de kogels inslaan in de tafel die hij zojuist had verlaten. Eén stramme arm hield het meisje tegen haar wil vast, zoals een zwemmer een paniekerig slachtoffer door het water trekt.
Hij hoorde de gedempte schoten dichterbij. Ze bleven in zijn buurt. Toen hoorde hij een ander geluid. Het was een Engels accent en de eigenaar van het accent was zeer beschonken.
'Zeg, Millicent,' klaagde de stem, 'er schijnt hier een bende-oorlog aan de gang te zijn.' Een monumentale hik onderbrak de spreker. 'Verdorie, Millie mijn lief...'
'Laat die gek zijn mond houden,' hoorde Nick een nuchtere stem bevelen. Voetstappen klonken gehaast in de ruimte.
De stem van de dronken man klonk weer, ditmaal ruzieachtig. 'Dit is hoogst ongewoon. We zijn hier niet in New York of Chicago, zeg ...' Nick hoorde een plof en een gedempt gekreun uit de richting van de Engelsman, toen werd het stil. Nick gniffelde.
Wie zou hem morgen geloven als de arme kerel beweerde dat de oorzaak van zijn hoofdpijn schietende Chinese spionnen waren geweest? De situatie was veranderd. Omdat hij niet wist wie hij zou raken, kon Nick de Luger niet vrijelijk gebruiken. Als hij weg wilde, moest hij zich tegen de horizon laten zien. Met St. Martin als bagage, zou hij zich trouwens niet snel genoeg kunnen bewegen.
Ze lag verdacht rustig naast hem. De voetstappen van de schutters kwamen angstig dichtbij. Binnen enkele ogenblikken zouden ze hem vinden. Dan zou er een zachte plof van een gedempt wapen klinken en dat zou het einde zijn.
Opeens brak de lucht open in een rode gloed. Ontploffing op ontploffing klonk op. Di Svorsa's Grote Zelfvernietiger maakte er een feest van.
In de rode gloed kon Nick zijn achtervolgers even zien. Hij spande geruisloos zijn spieren, gereed om te springen. Nu hoorde hij de opgewonden ademhaling van een man. Hugo, de stiletto, gleed soepel in zijn hand, als een verlengstuk van zijn arm. Nick had de afstand tot op een fractie van een centimeter bepaald. Toen de man hem bijna raakte, kwam hij overeind en stootte toe in een verschrikkelijk snelle beweging, dodelijk als het weerlicht. De stiletto gleed soepel tussen de ribben, en Nick hoorde de gefolterde laatste ademtocht van de man terwijl hij over Nicks arm dubbel sloeg.
'Li-soeng?' fluisterde een nabije stem.
'Je mag hem hebben, jongen,' zei Nick en duwde de dode boef in de richting van de stem. Er klonk een plof toen ze op elkaar botsten en een gedempt pistool ging in het wildeweg af. Nick sprong op het geluid af als een kat op een mus. Hij greep de andere man bij zijn haren en stootte het mes zo hard mogelijk in hem. Hij hoopte dat een van hen Arthur of Johnny Woe was, maar op het gevoel begreep hij dat de man niet een van de Chinese kopstukken was. Toen draaide hij zich snel om naar Dominique St. Martin. Hoe snel alles zich ook had afgespeeld, hij was te laat. Ze was verdwenen.
Hoofdstuk 5
Nick verknoeide weinig tijd aan het zoeken naar het langbenige Franse meisje. Ze had daar op een kans liggen wachten en die aangegrepen zodra hij zich voordeed. Krijgsgeluk! Nou, ze had niet ver kunnen komen. Nick stond voor de beslissing om haar met de lift achterna te gaan of haar hier op de party te zoeken. Dat laatste zou een bijna hopeloze opgave zijn. De afstervende explosies en de dovende lichten van de nu vernietigde sculptuur deden het tafereel in de dakflat en op het terras sterk lijken op de Terugtocht van Moskou - en de toestand was ongeveer even verward.
Het meisje had al bewezen het lef van een brandkastenkraker te hebben. Hij zou haar ervoor hebben aangezien op het feest te blijven en zich onder de menigte te mengen.
Nick besloot naar beneden te gaan en de ingang in het oog te houden tot ze naar buiten kwam. Het maakte geen verschil of ze werd geëscorteerd door de president van de Republiek en een peloton van de Garde Républicaine, Nick was vastbesloten haar te ondervragen voor de nacht was afgelopen. Maar op dat moment zag hij iets dat hem, tijdelijk, van gedachten deed veranderen.
Aan de balustrade, elf verdiepingen boven de glinsterende Champs-Elysées, worstelden drie figuren in grimmig silhouet. Voor Nicks geoefende oog was het duidelijk wat er gebeurde. Uitschakeling. De oude techniek van het werpen van een tegenstander van een geschikte hoge plek. Snel en makkelijk als het goed gedaan werd en niemand zou ooit zeker weten of het slachtoffer was gevallen of geduwd. De duwers zouden niets zeggen en de geduwde kon niets zeggen.
Nick liep met snelle, zekere passen door de verwarde menigte en naderde met de steelse kracht van een oerwouddier. Hij had nog vijf meter af te leggen toen hij besefte dat hij te laat zou zijn. Het slachtoffer was al opgetild, werd boven de afgrond gehouden en kreeg een harde duw.
Nick wist dat het slachtoffer Rusty was, de geestige jonge agent van de CIA. Eén ogenblik temperde hij zijn woede over het feit dat Donovan het zo ver had laten komen. Rusty was een beste kerel en het was een rotmanier om er uit te stappen. Toen keerde zijn beroepsinstinct terug en Nick overwoog de situatie koel. Nicks aanwezigheid moest iets behoorlijk belangrijks in gevaar brengen als ze al dit haastige geweld toepasten. Rusty's overleving was Rusty's probleem. De man die Killmaster werd genoemd, was geen kinderverzorgster voor all-American jongens.
De boeven die Rusty op zijn afzichtelijke reis hadden uitgestuurd, mengden zich alweer onder de menigte. Nick liet hen gaan. Hij zat achter het meisje aan en had niet moeten stoppen om te proberen de CIA-man te helpen.
Hij wierp een snelle blik over de balustrade op de hel verlichte avenue en hij had uitzonderlijk geluk. Het meisje stond beneden op straat. Hij zag haar aan de rand van het trottoir staan, wachtend op een kans om over te steken. Toen wierp ze zich in de stroom snel rijdende voertuigen en gebaarde de naderende automobilisten terug met haar handen. Ze rende als een snelvoetige, goudharige atlete door de warrelende stroom lichtjes.
Nick zag haar aan de overkant naar een hel verlichte garage lopen, een half blok verderop. Mooi zo. Nicks auto stond vlak voor de deur geparkeerd. Een routine-voorzorgsmaatregel, maar het betekende dat hij niet hoefde te wachten tot een slaperige bediende zijn auto zocht en een half dozijn andere wagens moest verplaatsen om bij de zijne te komen. Hij draaide zich om teneinde weg te gaan.
Toen hoorde hij onder zich een knarsend gefluister. Nick keek omlaag. Op de richel onder de balustrade stond een slordig uitziende Ier. Zes decimeter opzij en er zou zich een verschrikte menigte hebben verzameld om te zien wat er op het trottoir was terecht gekomen.
Met een zucht van opluchting zei Nick lachend: 'Je bent je regering daar beneden niet van veel nut, Donovan.'
'Hoe moet ik verdomme omhoog komen?' fluisterde de CIA-man. 'Het raam hier zit op slot.'
'Ik ben bang dat je daar zelf een oplossing op moet vinden, Rusty. Ik moet dringend naar Mlle. St. Martin toe. Ik zal zien wat ik kan doen, maar ik moet hier wegwezen. Blij te zien dat je nog intact bent.'
Op dat moment ging het licht weer aan. Er volgde een kort hiaat waarin de goedgeklede mannen en vrouwen stonden te knipperen en de sculptuur nog wat spetterde en toen zweeg. Nick liep naar de lift. Op zijn weg erheen hield hij een kelner aan.
'Aan de andere kant van de balustrade staat een meneer die graag weer aan het feest wil meedoen. Wees zo goed een ladder voor hem te halen,' zei Nick in zijn vormelijkste Frans en gaf de verbijsterde garçon enkele francs. Toen ging hij met de lift naar beneden. Tegen de tijd dat hij de begane grond bereikte, had hij Donovan en zijn flirt met de dood vergeten.
Beide kanten hadden enkele punten gescoord en prijsgegeven, in de eerste ronden van een gevecht waarin men eikaars stijl verkende. Nick wist dat, indien hij druk kon blijven uitoefenen en het tempo aangeven, de Chinezen dingen zouden moeten doen waar ze niet op waren voorbereid. Dan zou Killmaster die zwakke plek treffen met de dodelijke kracht van een bijl die brandhout hakt. Dat was zijn werk. Hij was getraind als een menselijk wapen, de bijl van AXE.
Op straat startte hij de Jaguar XK-E die hij uit het depot van AXE had geleend. De wagen kwam meteen brullend tot leven en gromde gestaag terwijl hij het gas liet opkomen.
Hij hoefde niet lang te wachten. Hij had net een sigaret opgestoken en zat ontspannen achter het stuur - een man met een hard gezicht die deze aangename lenteavond in zijn sportwagen zat - toen hij de door Dominique St. Martin bestuurde Mercedes uit de garage zag komen. De motor brulde te hard in eerste versnelling en ze reed te snel, zodat ze hard moest remmen om een passerende voetganger te ontlopen. Toen zwenkte ze de rijweg op, reed snel weg in de richting van de Place de la Concorde. Nick voegde de XK-E behendig in het verkeer en bleef achter een andere auto hangen - een wagen die hij aan beide kanten kon passeren als het meisje hem in het oog kreeg en een geintje probeerde. Gelukkig reed ze behoorlijk sneller dan het overige verkeer. Nicks Jag was gedeeltelijk opgevoerd voor wedstrijden. Hij had al zijn bekwaamheid nodig om te voorkomen dat de motor in het verkeer afsloeg. Toen kreeg Dominique een groen licht en ze accelereerde snel. Nick kwam achter de Peugeot vandaan als een sidderaal uit zijn hol - zijn reactietijd was een onmeetbare fractie van een seconde. Hij schoot door het licht toen het op het punt stond te verspringen, accelereerde achter haar toen ze een stuk bereikten waar geen verkeer was. Achter zich hoorde hij het boze getoeter van de Peugeot waarvan de bestuurder zich waarschijnlijk doodgeschrokken was. De jonge bomen en stadslichten werden vage vlekken in zijn ooghoeken terwijl hij meer gas gaf en zich concentreerde op de wagen van Dominique. Bij het Rond-Point duidde ze aan linksaf te gaan, sloeg toen scherp rechtsaf, waarbij de staart van de Mercedes gevaarlijk zwenkte. Toen kreeg ze de wagen weer in haar macht en ze stoven beiden als razenden langs de opdoemende donkere vorm van het Grand Palais en versmolten met de open vlakte van de brede Pont Alexandre III.
Er viel niet aan te twijfelen dat ze nu wist dat ze werd gevolgd. Een gendarme met witte kepie en witte handschoenen sprong het wegdek op en blies woest op zijn fluitje naar haar achterlichten, en sprong nog steeds wild fluitend terug toen Nick langs stormde. Samen staken ze de brug over, handhaafden dezelfde onderlinge afstand, en toen verraste ze hem.
Terwijl ze over de brug reden sprong het verkeerslicht op rood. Nick remde scherp met de bedoeling naast haar tot stilstand te komen, maar zij stopte niet. In plaats daarvan remde ze af en probeerde de bocht door te gaan. Het lukte niet - ze reed te snel. De manoeuvre had haar het leven kunnen kosten. Nick hoorde het gegil van gefolterd rubber en het gekerm van de remmen terwijl andere auto's paniekerig tot stilstand kwamen. Hij zag de kleine Mercedes snel zijwaarts wegglijden naar bakboord ... bijna op het punt te kantelen. Hij hoorde het gebeuk van metaal toen haar achterbumper de bumper raakte van een auto die aan de andere kant van het verkeerslicht stond geparkeerd. Hij zag haar haren achter haar hoofd wapperen terwijl ze probeerde de auto in de tegenovergestelde richting te dwingen. Terwijl de rest van het verkeer zich opmaakte haar uit te schelden, schakelde de waanzinnige jonge vrouw in de dure auto de Mercedes in de eerste versnelling en rukte zich met het geluid van scheurend metaal los van de auto die ze had geraakt en verdween door haar bocht.
Nick pompte wat gas in zijn haperende motor. Het was nu te laat om iets te doen voor het hopeloos in de knoei geraakte verkeer weer uit de knoei was. Hij zag haar achterlichten op de rivierkade verdwijnen. Nick tierde terwijl hij ruim een minuut kwijtraakte omdat hij zich over het trottoir moest wurmen langs de foeterende eigenaar van een afgeslagen DKW die alle rijkaards vervloekten die niets beters te doen hadden dan het leven van eerlijke Fransen in gevaar brengen. Nick kon haar lichten in de verte nog net zien.
De Jag begon sneller te rijden langs de rivier, onder de blauwe schaduwen van de overhuivende bomen, waar het enorme skelet van de Eiffeltoren zich donker tegen de avondlucht aftekende. Hij zag haar lichten weer toen ze opnieuw de rivier overstak. Ze reed behoorlijk snel, maar niet in het zelfmoordende tempo van tevoren. Misschien dacht ze dat ze haar achtervolger kwijt was. Of misschien was ze ontnuchterd door de botsing.
Nick besloot een stuk achter haar te blijven. Hij zou niet veel te weten komen als hij haar zo bang maakte dat ze verongelukte. Nick kende de stad voldoende om er een redelijk idee van te hebben waar ze heen ging. Ze bevonden zich nu op de rechteroever, koersten in de richting van de Porte de Saint-Cloud. De Jaguar gromde in de tweede versnelling door de tunnel die op de weg naar Versailles uitkwam. Hij zag haar net aan de andere kant de tunnel uitrijden. Zijn haas was op zoek naar open gebied en vertrouwde op de snelheid van haar wagen om aan de honden te ontkomen. Haar vergissing, grinnikte Nick. Hij wist dat zijn Jag elke standaard Mercedes-Benz altijd kon inhalen.
Nick besloot haar te pakken in het bos van Versailles waar de weg breed en donker was. Ze reed een goede 160 km/u op de nieuwe brede weg en ging steeds sneller rijden. Aan beide kanten was het bos donker. Nick gaf even gas en de Jag sprong naar voren. De wind suisde koud in zijn oren terwijl hij keek naar het opklimmen van de toerenteller en snelheidsmeter. Hij hield zijn snelheid op rond de 200 km/u en snelde op haar toe tot er ongeveer veertig centimeter ruimte tussen de twee voortrazende wagens was.
Angst stond in harde lijnen getekend op de witte vlek van haar gezicht. Maar ze had nog één truc achter de hand.
Nick zag de afslag bijna op hetzelfde moment als zij, maar hij ging te hard. Hij trapte hard op de remmen. Hij moest wel. Als hij had geprobeerd door die bocht te zeilen, zou hij van de weg zijn geslagen en als een grote metalen tennisbal door het bos gestuiterd zijn. Hij voelde de Jag naar links trekken en vroeg zich koel af of hij het nog wel zou redden. Maar hij redresseerde de wagen terwijl hij terugschakelde en accelereerde toen de bocht door. Ze was iets van hem weggelopen. Hij zag haar achterlichten snel bewegen tussen de bomen die langs de bochtige secundaire weg stonden.
Hij gaf vinnig gas, trok de Jag door een volgende bocht en het gebrul van zijn motor verscheurde de stilte van het platteland. Voor hem uit glinsterden de achterlichten van haar Mercedes als vuurvliegjes in de avond.
De weg werd een stukje recht, maar de groep bomen verderop waarschuwde Nick voor de geniepige S-bocht die direct kwam. Nick remde scherp, schakelde terug met dubbel clutch - als een ervaren
Grand Prix-coureur - en nam de eerste bocht met niet meer snelheid dan vijftig. Dat was nog enigszins te snel voor de scherpe bocht, maar hij kwam er soepel uit, de wagen geheel in zijn macht.
Het meisje was niet zo fortuinlijk. Nick zag haar voor zich uit over de weg zwerven terwijl ze overcorrigeerde in een poging de Mercedes op zijn wielen te houden. Toen verliet alle geluk haar. Ze had nauwelijks weer de macht over de wagen terug toen de weg scherp afzwenkte naar een oude, hooggewelfde stenen brug. Toen begreep hij dat ze het niet zou halen. Ze moest minstens vijfenzeventig hebben gereden - wat gewoon te snel was. Ze probeerde gas te geven en Nick zag dat de kleine zilverkleurige wagen van de weg schoot en over de oever stuiterde door struikgewas en kleine bomen. Toen hoorde hij de metalige plons waarmee de wagen hard op het water petste.
Nick kwam midden op de brug tot stilstand. Hij zag de opengereten achterkant van de Mercedes vaag glinsteren onder het roerige wateroppervlak. Zijn blik nam de oever in zich op. Ze was niet uit de wagen geworpen. Ze zat daar in het koude, donkere water in de val. Hij had zich binnen enkele seconden uitgekleed. Hij ontdeed zich van zijn knopen door zijn hemd in één beweging van zijn lichaam te scheuren. Eén ogenblik bleef hij op de reling van de brug naakt staan, richtte zich op zijn doelwit. Toen dook hij recht in het water.
De koude van het water, vol gesmolten sneeuw, omgolfde hem, vuurde scherpe pijnscheuten naar zijn brein, een koud brandend gevoel als een vreemd vuur. Het was een andere wereld, waarin Nick niet langer het snelle, zekere dier van het vasteland was, maar een onhandige buitenstaander, slecht toegerust om het te overleven.
Maar hij had goed geschat. De sterke stroom duwde hem al tegen het metaal van het portier en terwijl hij het vastgreep en naar voren reikte voelde hij de doorweekte haren om zijn vingers krullen alsof het zeewier was. Het meisje was nog bij bewustzijn of was weer bijgekomen door het ijskoude water. Ze was nog geen minuut onder. Hij voelde dat ze zwakke pogingen deed om te ontsnappen aan de trek van de stroom die haar daar voor altijd dreigde vast te nagelen.
Methodisch, zijn energie en adem sparend, wrong Nick zich op de achterbank van de wagen en zette zich schrap. Toen pakte hij het meisje onder de armen beet en met de kracht van zijn rug en schouders, spande hij zich in om haar los te krijgen van de stuurkolom en het stuur. De strijd tegen het water werd hem bijna te machtig. Nick hield zijn adem in tot het bloed luidruchtig in zijn oren klopte en zijn hersens schenen te veranderen in een martelkamer van puur licht en hitte. Maar hij hield vol terwijl de gloed in zijn hoofd zich uitbreidde tot een afzichtelijke zon van bovenwereldlijke helderheid. Toen voelde hij dat ze los kwam.
Ze stegen als in een spookachtige droom op door een koud en vreemd landschap. Het leek zeer lang te duren voor ze met het hoofd boven water kwamen en daarna liet Nick zich met het meisje in zijn armen drijven en haalde diep en gretig adem.
Hij rustte nog even uit. Toen zwom hij met enkele sterke slagen naar de dichtstbijzijnde oever. Hij greep de overhangende tak van een knoestige wilg, zocht steun voor zijn voeten en trok haar tegen de met gras begroeide oever op, waarna hij haar voorzichtig op de grond liet zakken. Ze hoestte al water op en haar ademhaling was onregelmatig terwijl ze naar lucht snakte. Hij liep naar de Jag, pakte een oude legerdeken uit de bagageruimte en liep terug naar het in het gras liggende meisje.
Met nonchalante bewegingen pakte Nick de dure jurk bij het lijfje tussen zijn vingers en scheurde hem van haar lichaam. Hij deed hetzelfde met het dunne ondergoed. Toen ze geheel naakt was, tilde hij haar op en legde haar zacht op de deken. Met de hoeken van de deken droogde hij haar af, wreef stevig om de bloedsomloop te herstellen en negeerde zo goed mogelijk de lange, stevige benen, de strakke platte buik en de weelderige zachtheid van haar prachtig gevormde borsten. Toen ze begon te kreunen en met haar wimpers te knipperen, wikkelde hij de deken om haar heen en liep terug naar de waterkant.
Er was één ding als je in conditie was, dacht Nick, en dat was dat je meteen weer op de been was. Een maand of zo geleden had hij niet gedacht dat hij ooit vriendelijk zou denken over de gebruinde mannen die een pak met vijftig kilo stenen over een balie naar hem hadden geschoven en hem opdracht hadden gegeven vijfenzeventig kilometer heuvelopwaarts te klimmen onder de schroeiende zon van de Amerikaanse woestijn terwijl zij het er met bier en sigaretten van namen in de schaduw van het instructiegebouw. Maar hij dankte hen nu, want ditmaal was de duik volstrekt niet moeilijk.
Haar tasje was op de grond gevallen en lag op de mat in de hoek gedrukt. Hij vond het bij de eerste duik. Hij lag naakt op een elleboog en doorzocht methodisch de doorweekte inhoud toen ze zich bewoog. Nick keek naar haar. Zij nam hem op met open, vlakke blik.
Toen glimlachte ze.
'Daar vind je niets in, mijn blote cavalier,' zei ze in het Engels.
Hoofdstuk 6
Dominique had het gezicht van een Maagd van Botticelli, de beheersing van een groot pokerspeler en de levenshonger van een avonturier uit de Renaissance. Met die eigenschappen is het plezierig als je rijk geboren bent - en daar was ze dan ook in geslaagd. Ze leefde volgens haar eigen wet, wat inhield dat ze geen vrouw voor elke willekeurige man was. Nick, die geenszins elke willekeurige man was, bezat dezelfde eigenschappen plus nog een paar extra. Hij had haar onmiddellijk door gehad. Ze hadden een uur lang naakt naast elkaar op de vochtige deken gelegen en gepraat. Aan het slot van dat uur gingen ze met elkaar om als vertrouwde minnaars. Nu stuurde Nick de Jag peinzend door de rustige, goed verlichte straat van de dure wijk waar ze woonde. Er was niets van seksuele aard gebeurd op die oever. Maar nu bracht hij haar naar huis om met haar naar bed te gaan. Het was onuitgesproken, maar wederzijds duidelijk.
Ze zat naast hem te roken en gaf nonchalant richting-aanwijzingen terwijl ze door de verlaten straten reden. Volgens de Franse traditie had ze kans gezien iets chics te maken van de oude legerdeken. Misschien was het de incongruentie van de lange benen die, met kippenvel, uit de ruwe deken staken - en die slechts een minimum bedekte van de zachte rondingen van haar soepele lichaam - maar op de een of andere manier, nat en koud, zag ze er aantrekkelijker uit dan in de jurk van Balenciaga die hij straks zo ruw van haar lichaam had gescheurd. Samen leken ze een knap jong paar dat tijdens een afspraakje door de regen was overvallen.
Onder het rijden zweeg Nick, terwijl hij nadacht over de dingen die ze hem had verteld. Het belangrijkste was dat Kathy Lin, die zich in Parijs verborgen hield, voor overmorgen opnieuw een afspraak met Dominique had gemaakt in de drukke marktwijk. Ze scheen een talent te hebben voor het maken van afspraken op plekken waar ze in de grote menigte kon verdwijnen als zich moeilijkheden voordeden. Dominique had de eerste ontmoeting als terloops aan Johnny Woe gemeld maar het meisje had zich niet aan de afspraak gehouden. Daarna had ze ontdekt dat haar kantoor en huis tijdens haar afwezigheid waren doorzocht, maar ze had Johnny Woe niet verdacht omdat hij de stad uit was.
Toen ze ontdekte dat haar tasje tijdens de party uit de garderobe was gehaald en de boodschap van Kathy Lin was verdwenen, besefte ze dat alleen Johnny Woe of zijn mannen dat konden hebben gedaan. Dat verklaarde de plotselinge koelte tussen Dominique en Woe op de party en ook haar vlucht voor Nick. Ze begreep toen dat ze met vuur speelde en nam aan dat de kogels op het dak voor haar bestemd waren geweest. Ze vertelde het verhaal met veel ironie om haar eigen goedgelovigheid en verwardheid.
Nick besefte dat hij haar mocht. Nu moest hij besluiten of hij haar al dan niet geloofde.
Dominique stak haar hand uit en liet haar vingers licht als een liefkozing op de satijngladde huid van Nicks bovenarm rusten waar de spieren onder de huid hard als een staalkabel waren.
'Voici, Nick,' zei ze. 'Hier kun je veilig parkeren. Johnny Woe kent deze auto niet.'
Haar ogen gleden snel over zijn gespierde schouders en sterke armen, die waren gestoken in het geruïneerde overhemd met opgerolde mouwen.
'Eh bien, ik zie dat je me misschien niet helemaal gelooft.' Haar stem klonk vriendelijk en haar ooghoeken rimpelden even. 'Met iemand als jij is het altijd eerst oorlog en dan pas vrede.'
Nick stuurde de prachtige opgevoerde auto bekwaam naar een parkeerplaats onder de bomen op het trottoir. 'Ik geloof nog steeds dat het gevaarlijk is jou te kennen, kindje,' zei hij en hij liet zijn harde, verwarrende glimlach flitsen. Ze lachte laag en tevreden, maar gaf geen antwoord.
Nick rook de geur van het rivierwater voor hij het zag. Hij volgde haar over het trottoir naar een trap die steil afdaalde naar een steiger langs de waterkant. Haar blote voeten lieten natte afdrukken op de treden achter en haar volle, vrouwelijke achterwerk rolde soepel onder de deken die om haar middel was getrokken. Op de steiger pakte ze hem bij de arm. Nick voelde de lange nagels iets harder dan beslist nodig was in zijn onderarm steken.
'Wees voorzichtig, Nick. De werklui laten overal touw en zo rondslingeren.'
Ze liepen over een korte loopplank naar een slanke woonboot met panoramische ramen. Dominique zocht in haar tasje naar de sleutels terwijl ze aanhoudend doorbabbelde.
'Het is niet goed dat een vrouw van mijn leeftijd met een baan bij haar ouders woont, vooral niet als ze journaliste is. En trouwens, je kunt hier op een mistige ochtend zitten en aan de fouten denken die je maakt en nieuwe fouten bedenken.' Ze keek glimlachend naar hem op en zei op andere, zachtere toon: 'Het is niet makkelijk voor me iemand te bedanken, maar ...'
Ook deze zin maakte ze niet af, maar ze stak haar arm uit en trok Nicks hoofd omlaag naar haar mond. Hij voelde haar nagels door zijn dikke krulhaar in zijn schedel en de zachte druk van haar lippen maakte plaats voor een onmiskenbare uitnodiging om binnen te komen en te verkennen. Haar tong was een speels, levend ding met een eigen taalgebruik toen ze zich tegen hem vlijde. Nicks grote handen gleden onder de deken naar het slanke, stevige middel en toen naar de volle, animale lendenen. Het geïmproviseerde kledingstuk viel langzaam omlaag. Hij trok haar tegen zich aan, voelde de volle jonge borsten met de harde tepels tegen de strakke spieren van zijn borstkas persen waar zijn hemd wijd open stond.
Haar benen schenen het onder haar te begeven. Ze struikelde tegen de deur en haar platte buik kwam omhoog om zijn mannelijkheid te ontvangen, slechts gescheiden door een dunne laag kleding. Toen viel de deken helemaal weg en dit bracht hen beiden tot hun zinnen.
'Misschien,' zei ze, terwijl de humor in haar ogen danste, 'is het beter als we naar binnen gaan.' Ze trok de deken om zich heen.
'Misschien,' zei Nick grinnikend. Zijn grote handen lieten haar niet meteen los. Hij was geneigd haar daar, op het natte hout van de oude aak, te nemen. Het zou misschien wat pijnlijk voor de dame zijn, dacht hij grinnikend. Hij had kunnen weten dat Dominique, onder haar wilde roekeloosheid en houding van mannequin, een vulkanisch karakter had. Ze voerde Nick mee naar binnen en deed het licht aan. 'Wacht hier, Nick. Ik haal mijn eerste briefje van de dochter van dr. Lin, Kathy.' Ze verdween in de slaapkamer en Nick liet zich op een nieuw beklede sofa uit de zeventiende eeuw zakken.
Het moest goed gaan in de journalistiek, dacht hij. Het kamerbreed tapijt was dik genoeg om schapen op te laten grazen. Met het oog van de professional merkte hij op dat de gordijnen niet zouden misstaan in Versailles. Het meubilair was grotendeels zeventiende en achttiende eeuws en gaf de zachte gloed af van goed verzorgd antiek. Hij zag een ingelijste Cocteau aan een muur hangen en een zeer kleine Picasso aan een andere muur.
Dominique kwam terug met een telegram in haar hand, de deken nog steeds slordig om zich gewikkeld. Nick liet merken dat hij het uitzicht bewonderde en Dominique liet de deken met een sensueel lachje glippen terwijl ze hem het telegram gaf. Dominique stak een sigaret op en ijsbeerde door de kamer terwijl Nick het telegram las. Het was niet bijster onthullend. Het herinnerde aan Dominique's
uitnodiging aan Kathy om haar op te zoeken als ze ooit in Parijs kwam. Het stelde een plaats van ontmoeting voor, verzocht om geheimhouding en duidde op een interessant verhaal voor haar blad.
'En dan te bedenken,' zei Dominique en trok aan haar sigaret, 'dat ik die ellendige rat Woe alles over die afspraak heb verteld en dat hij dat arme kind bijna had ontvoerd. Ik had het mezelf nooit vergeven.'
'Je denkt dus dat hij, toen hij achter de tweede afspraak kwam, van plan was je uit te schakelen?' vroeg Nick terwijl hij scherp naar haar keek.
Ze haalde haar schouders op. 'Jou of mij of ons allebei. Toen Woe me vroeg mijn journalistieke contacten te gebruiken om jou op het vliegveld te laten schaduwen zei hij dat het een persoonlijke zaak was, iets dat met gokken had te maken. Ik was hem het een en ander schuldig en het was niet moeilijk. Maar toen ik je op de party zag was ik zo bang dat ik niet meer kon denken. Jij had iets te maken met Johnny Woe. Dat was het enige wat ik van je wist. Als gevolg daarvan moet ik nu aan papa uitleggen hoe ik die verrukkelijke Mercedes ben kwijtgeraakt die hij me zo lief voor mijn verjaardag had gegeven.' Nick keek naar de lange, bruine benen die door de kamer ijsbeerden terwijl ze sprak.
'Neem me niet kwalijk, Nick, maar ik ga me aankleden,' zei ze en liep met haar lange, soepele pas terug naar de slaapkamer.
Nicks gedachten vlogen rond met de snelheid van een computer - met nog een extra voordeeltje. Hij kon de feiten afwegen en hun waarde in het patroon schatten, wat een machine, hoe ingewikkeld ook,
niet kon. Op dit moment was het grote vraagteken nog steeds Dominique St. Martin. Een gesprek met Hawk en een werkelijk grondige veiligheidscontrole kwamen niet in aanmerking. Maar zelfs nu was het mogelijk dat ze bezig waren Nick voor een goed gemikte kogel te strikken.
Bij voorbeeld, dacht Nick, hoe zat het met die panoramische ruiten? De meeste mensen laten op dit uur van de avond de gordijnen niet open. Hun eerste daad bij het binnenkomen zou zijn ze dicht te doen. Nick dacht niet dat hij overdreven deed. Dit soort detail maakte vaak het verschil uit tussen de snellerik en de doderik. Werd hij door die ramen in het oog gehouden door derden?
Dominique kwam terug in de kamer. In de korte tijd dat ze weg was, had ze zich van een verzopen kat, hoe mooi ook, veranderd in een ander, slanker schepsel. Een goud lamé stretchbroek spande om de weelderige rondingen van haar heupen en dook in een gevaarlijke bocht onder haar navel. Bij de broek droeg ze een bijpassende halter die maar net de uitbundige borsten binnenboord hield. Ze had haar vochtige haar in een chignon opgemaakt zodat de gracieuze rondingen van haar schouders en hals in een ongebroken lijn opstegen en onmiddellijk de aandacht vestigden op haar volle, sensuele lippen en de opvallende groene ogen. Ze bleef bij het binnenkomen in haar gouden, hooggehakte slippers staan, zich bewust van het effect - een godsgeschenk.
'Maar ik ben een afschuwelijke gastvrouw, Nick,' zei ze. 'Na alles wat je voor me hebt gedaan, heb ik je nog niet eens iets te drinken aangeboden. Ik heb uitstekende cognac.'
'Cognac is uitstekend,' zei Nick kortaf. 'Laat je de gordijnen altijd open?'
Ze gniffelde vol terwijl ze zich naar het drankkastje bukte. 'Maar Nicholas. Je bent zo argwanend. De ramen zijn maar van één kant doorzichtig, waar wij door naar buiten kunnen kijken, terwijl niemand naar binnen kan kijken.' Ze draaide zich om en keek hem met grote ogen aan.
'Men kan vrijen alsof men het onder het oog van de hele wereld doet. Het geeft je zo'n vrij en natuurlijk gevoel en het is trouwens een enorme grap met de mensen die buiten langs lopen.'
Tja, dacht Nick, ieder zijn meug. Dit leek onschuldig genoeg - tenzij het een bijzonder macabere valstrik was.
'Je vindt het zeker niet erg als ik dat even controleer, hoop ik.' Zonder af te wachten of dat wel of niet het geval was, stond hij op en ging naar buiten. Ze had de waarheid gesproken. Het enige wat hij kon zien was glas en een vaag licht erachter. Toen hij terugkwam zat ze op de bank, met haar rug tegen een leuning. Haar ogen waren wijd opengesperd -plaagden hem.
'Quel tigre, mijn Nicholas. Proef deze cognac en vergeet je oorlogen.'
'Geloof me, Dominique,' zei hij. 'Ik zou het graag willen. Maar we spelen niet bepaald zakdoekje-leggen, niemand-zeggen met de communisten.' Nicks stem klonk lui terwijl hij naar haar keek.
Ze sloeg haar ogen neer. 'Dat begin ik te begrijpen.' Er klonk muziek in de kamer uit een voortreffelijke stereo-apparatuur. De stem van Ray Charles volgde zijn ingewikkelde, kreunende arabesken in de regionen van de diepe hartspijn. Naar de hel ermee, besloot Nick. Als dit een valstrik is, neem ik het meisje met de stiletto te grazen voor ik er aan ga. En als het dat niet is, gebruik ik de oude, bochtige Seine voor het doel dat beroemd is geworden in zang en verhaal - als decor voor de liefde met dit prachtige meisje vol lef.
Hij hoorde Dominique giechelen.
'Ik moest net denken,' zei ze nog lachend, 'dat ik maar niet kan vergeten hoe je zo geweldig wild lachte toen de kogels rondvlogen. Lach je altijd als er op je wordt geschoten?'
'Alleen als ik aan het winnen ben,' zei Nick grinnikend.
'Ik wed dat je zou lachen als je verloor. Tot het bittere eind,' zei ze.
Nick haalde zijn schouders op. 'Misschien als het leuk genoeg was. Maar waarschijnlijk niet zo hard.'
'Nee,' zei ze zacht. 'Voor maar weinig mensen zijn er alleen het leven en de lach. Of helemaal niets.'
Ze kuste hem zacht, trok zich toen terug - haar ogen wijd opengesperd. Haar handen gingen naar haar rug. De halter van lamé viel omlaag en ze kwamen driftig tot elkaar. Nick pakte de halter en gooide hem weg. De koele weelde van haar volle borsten waren als levende dingen toen ze tegen de harde spieren van zijn borst drukten. Haar lippen werden gretig aangeboden en haar mond ging ver open terwijl haar handen klauwen werden die het dunne hemd van zijn rug scheurden. Toen gleden haar handen over de keiharde spieren van zijn schouders en armen, omlaag naar zijn smalle middel, verkenden de staalharde dijen, kwamen toen weer omhoog om aan de rits van zijn broek te trekken. Toen voelde hij de koele kracht van haar hand op zich en ze leidde hem terwijl zij zich achterover boog en haar lichaam een wilde dans der liefde uitvoerde en ze zich inspande om hen te laten versmelten.
'Heb je ooit geprobeerd het op een Louis Quinze bank te doen?' vroeg Nick zacht, met een toets van humor.
'De slaapkamer, Nick ...'
Hij tilde haar op alsof ze een kind was. In de slaapkamer wierp een nachtlichtje een zachte gloed op het rijke meubilair en hij liet haar zacht op het bed zakken. Toen waren ze beiden ontkleed.
'Snel, Nick, oh, snel.' Ze snikte bijna en lachte terwijl ze het harde gespierde lichaam met kussen overdekte en haar lichaam kronkelde en draaide onder de dwang van haar smeekbeden. Opeens ging ze zitten en haar prachtig gesneden gezicht overdekte zijn borst met koortsachtige kussen die omlaag gingen langs de koorden van zijn buikspieren en hij voelde haar zachte haar over zijn buik en dijen strelen. Zijn sterke, zachte handen omsloten de zachtheid van haar jonge borsten en hij voelde de stijve tepels onder zijn vingers. Zijn mond, even gretig en heet als de hare, verkende haar lichaam en kuste en beet het koele fruit van haar vlees. Toen viel haar lange, soepele lichaam achterover en ze trok hem met zich mee en de prachtige dijen vormden een grote V die hem uitnodigden in de hete grot van haar begeerte.
Hij hoorde een laag, dringend gemurmel in haar keel, terwijl haar hoofd heen en weer ging en haar ogen en mond waren stijf gesloten, alsof ze op die manier haar hartstocht binnenshuis kon houden. Hij hoorde haar gedempte kreten om meer, om bevrijding, maar toch hield hij zich af van de vereniging. Haar nagels klauwden striemen op zijn rug en billen en een soepel dijbeen was over zijn schouder geslagen. Haar gekreun nam toe terwijl ze hem aanspoorde.
En uiteindelijk kwam hij natuurlijk tot haar. Ze verstijfde alsof ze een elektrische stroomstoot had ontvangen, terwijl Nick haar schroeiende, allesomvattende hitte in zich voelde vloeien en haar zingende vloedgolf stroomde door zijn lichaam terwijl ze aan de lange, triomfantelijke opmars begonnen.
Ze vergaten alles, tuimelden door een witte golf van emotie, maar toch schenen ze buiten hun lichaam te staan en neer te kijken op de twee voortreffelijke dieren die op het zachte, brede bed het liefdesspel bedreven. Nick behandelde Dominique zoals hij een volbloedmerrie zou doen, met lichte handen en zachte maar toch stevige aansporingen op de fluwelen huid en soepele spieren. Ze volgde hem volmaakt, versmolten op hun tederste punt van samenkomst, en samen draafden ze als centauren over de lange baan tot aan het slot, toen er geen houden meer aan was en hij haar met vreugde vrij spel gaf en haar met de harde zweep van zijn mannelijkheid ranselde. Op zijn melkwitte ros klom Nick naar de sterren. Maar de lange rit was nog niet beëindigd. Ze deinde op en neer onder hem en haar lange, snakkende ademhaling dreigde de longen uit haar lichaam te scheuren. Nick hoorde een harde kreet die hem aanspoorde haar op de een of andere manier verder op en over de laatste helling van haar hartstocht te jagen. Hij tastte diep in zichzelf en putte uit een reserve van kracht en uithoudingsvermogen, terwijl de zachte dijen zijn middel streelden en haar nagels de stigmata van Eros in zijn rug en flanken trokken. Nick verhoogde het tempo, en uit de wildheid van haar reactie en de furie waarmee ze haar rijpe, kronkelende lichaam tegen hem aanjoeg, viel het moeilijk op te maken wie de hengst en wie de merrie was.
Maar ten slotte omklemde Nicks krachtige lichaam haar in een laatste omhelzing. Terwijl de grote prikkel van zijn seks de vochtigheid tussen haar prachtige benen verkende en in de meest , geheime en delicate holten van haar vrouwelijkheid tastte, nam hij haar mee op de laatste helling van de steile rots waar de lucht ijl was. Daar werden ze lichthoofdig en duizelig en ze omklemden elkaar heftig, terwijl het universum ontplofte in puur licht en ze niets meer beseften dan de concentrische golven van hun laatste stuiptrekking.
Ze bleef enkele minuten zwijgend naast hem liggen en haar ogen waren gesloten, haar ledematen trilden en haar prachtige borsten waren zacht geworden.
Later dronken ze weer cognac. Ze verkenden samen het geheimzinnige gebied van hun prachtige jonge lichamen en kwamen die nacht steeds weer tot elkaar in de hitte van dat magnetisme. Ten slotte strekte de man die Killmaster heette zich geheel ontspannen uit, ontdaan van die strijdlustige hartstocht die soms meer een agent dan een man van hem maakte. Verkenningsvluchten en spionage-netwerken, het machtsevenwicht in Washington, Berlijn, Moskou en Peking - dit alles werd vergeten in de hartstocht van die Parijse nacht.
Hoofdstuk 7
Ergens klonk een deurbel. Het aanhoudende gezoem drong door de lagen van diepe droomloze slaap en herinnerde Nick eraan wie hij was en waarom hij daar was. Hij werd volkomen wakker in de tijd die het de meeste mensen zou hebben gekost om de slaap uit hun ogen te wrijven. Zijn grote gespierde lichaam schoot in een katachtige sprong door de kamer naar de tafel waar zijn Luger op lag. Hij controleerde snel het magazijn, ging terug naar het raam en keek door de eenrichtingsruit.
De bezoeker was niemand minder dan Arthur, de gezette bondgenoot van Johnny Woe. Hij stond voor de deur met zijn gebruikelijke idiote, nietszeggende glimlach en scheen geen aanstalten te maken om te vertrekken. Opnieuw schalde de schelle bel door het huis.
Nick sloop terug en ging op de rand van het bed zitten. Het meisje bewoog zich even toen hij haar schudde, en deed lui haar groene ogen open. Toen ze Nick zag verspreidde zich langzaam een tevreden glimlach over haar gezicht.
'Nog steeds een tijger,' zei ze slaperig. 'Voortdurend op het oorlogspad.' Ze wierp de dekens af en onthulde haar weelderige lichaam, even langzaam en bevredigd door liefde en slaap als het de vorige avond wild en veeleisend was geweest. Ze streelde zacht de strakke spieren van Nicks onderbuik en verkende toen zijn dijen. 'Laat maar bellen, wie het ook is. Misschien gaan ze wel weg.'
Ze strekte haar lichaam als een poes en probeerde Nick omlaag te trekken. Haar lichaam rook warm en goed en de tepels op de volle ovalen van haar borsten begonnen stijf te worden.
'Dominique,' zei Nick scherp, terwijl hij ging zitten. 'Het is Arthur, Dominique. Ga eens kijken wat hij wil.'
Haar grote ogen gingen wijd open en ze spande haar lichaam.
'Nee, Nick. Dat mannetje geeft me de kriebels. Ik wil hem niet zien.'
'Ik ben bang dat je wel moet,' zei Nick vriendelijk. 'Omdat ze weten van de afspraak met Kathy Lin morgenavond en wij haar niet kunnen waarschuwen, moeten we zoveel mogelijk te weten zien te komen.'
Hij bukte zich en kuste het angstige meisje. 'Niet bang zijn. Papa staat voor de achterdeur en als Charlie Chan iets vervelends probeert, schieten we hem vol ronde gaatjes.'
Nicks respect voor Dominique nam toe toen hij haar reactie zag. Ze stribbelde niet langer tegen maar pakte haar kimono. Nick kon zich er niet van weerhouden haar een klap op het volle achterwerk te geven toen ze langs hem liep. Toen ging hij snel naar de achterdeur, naakt op Wilhelmina na. De jaloezieën van de deur waren geopend en hij zou alles kunnen horen dat zich in de zitkamer afspeelde. Dit was geen tijd voor zedigheid - Dominique stond al bij de deur en Arthur scheen te overwegen de achterkant te proberen. Nick stapte naar buiten.
Hij hoorde Dominique de voordeur opendoen en gapen. 'Hallo. Oh, ben jij het, Arthur. Als je er op staat op dit beestachtige uur aan te bellen, zal ik je wel koffie moeten geven.'
Hij hoorde Arthur met zijn hoge stem giechelend iets antwoorden en toen gingen ze naar de zitkamer waar Nick hen duidelijk kon verstaan.
'Is een hele mooie molgen, jufflouw Dominique,' zei Arthur. 'U ziet el vandaag elg mooi uit. Lente is goed vool u.'
Nick, die tegen de deur stond gedrukt, besefte dat hij naakt met de gemeen uitziende Luger in de hand een merkwaardig beeld zou vormen voor passanten. Maar tot nu toe was de rivier verlaten en van de straatkant kon hij niet worden gezien.
'Arthur,' hoorde hij Dominique zeggen, 'ik wil niet onbeleefd lijken en ik heb geen bezwaar tegen je gezelschap, maar ik heb een absoluut geweldige man leren kennen en ik ben veel later opgebleven dan verstandig was. Ik heb bovendien een enorme hoofdpijn. Wees lief en hou op met die ingewikkelde beleefdheden en vertel me wat Johnny wil. Dan kan ik een weeklang naar bed of zo en dan kun jij gaan doen ... nou ja, wat je ook doet, Arthur.'
Ze had gelijk, dacht Nick. Ze was voor het toneel geboren.
'U bent elg glappige vlouw, jufflouw Dominique,' klonk Arthurs stem. 'Johnny niet weten waal u na gloot feest gistelavond heen gegaan. Gloot gedoe, Johnny plenty bezolgd.'
'Ik ben weggegaan voor er een gedoe kwam en waar ik naar toe gegaan ben is - onder ons gezegd - iets waar Johnny Woe geen barst mee heeft te maken.' Arthur scheen hier zo van ondersteboven dat zijn antwoord verloren ging in een kakelend gelach.
'En terwijl we Johnny Woe op de hoogte stellen, Arthur,' vervolgde Dominique, 'kun je hem ook vertellen dat ik hem geen gunsten meer zal bewijzen. Ik heb van mijn Amerikaanse collega gehoord dat de foto die ik onder de vliegveldverslaggevers heb laten circuleren van een knaap van de inlichtingendienst was en niets met zijn persoonlijke zaken te maken heeft. Zeg hem dat ik er niets voor voel bij l'espionnage betrokken te worden. Ik ben een feest-vierdertje en meer niet.'
'Johnny wil dat u bij hem op chateau komt,' zei Arthur vlak.
'Zeg maar tegen Johnny dat het een andere keer wordt. Zeg maar dat ik het druk heb. Dat ik geloof dat ik verliefd ben.'
Arthurs stem kreeg de berispende klank van een bemoeizuchtige oude vrijster. 'Johnny wil u glaag spieken, jufflouw Dominique. U weet hoe Johnny is. Woldt elg boos.'
'Zeg maar dat dat Dominique erg spijt. Intussen kom je maar weer eens langs als je in de buurt bent.'
'Johnny zegt, zeg tegen jufflouw Dominique dat als ze vanavond op chateau komt eten hij haal een gloot exclusief velhaal uit China, geen andele velslaggevels of pelsbuleaus. Gloot velhaal.'
'Hmm,' zei Dominique. En toen uitte ze een afzichtelijke kreet die Nick er bijna toe bracht met blaffend pistool binnen te stormen. 'Mijn God, Arthur, mijn koffie kookt over. Ik kom zo.'
Ze stoof langs de achterdeur weg en trok haar wenkbrauwen op om te zien of Nick het begreep. Hij knikte en gaf haar het teken om er heen te gaan. De eerste keer reageerde ze er niet op, maar toen hij aanhield gaf ze toe. Ze ging de zitkamer weer binnen.
'Neem me niet kwalijk, Arthur. Quel troep. Goed. Zeg tegen Johnny dat ik kom, maar dat ik niet in een erg goeie bui ben. Ik hoop dat het een goed verhaal is, en als hij me verlinkt, zeg dan maar dat ik een paar aardige details uit zijn particuliere leven aan de roddelrubrieken geef waar hij van zal staan te kijken.'
'Johnny zei glootste velhaal van uw leven, zal u geen spijt van hebben.' Er volgde een korte stilte. Arthur maakte geen aanstalten te vertrekken. Nick begon ongerust te worden.
'Arthur, mijn beste,' hoorde Nick Dominique liefjes zeggen. 'Doe me een groot plezier en zit niet zo naar me te staren. Een heleboel vrouwen hebben in de garderobe al gezegd dat jouw gestaar een bepaald onaangename toets aan je overigens klassieke uiterlijk geeft. Ga nu en zeg dat Johnny Woe de cocktails om een uur of acht koud moet hebben staan.'
Arthurs hoge gegiechel klonk weer in de kamer. Hij scheen op het punt te staan weg te gaan. Nick ontspande zich en wachtte tot Dominique hem kwam vertellen dat de kust veilig was. Hij wist natuurlijk niet wat ze Arthur eventueel zou toefluisteren als hij vertrok, maar het viel Nick moeilijk te geloven dat ze met de Chinese communisten samenwerkte. De avond tevoren was geweldig geweest. En vanaf nu zou hij haar gebruiken. Het feit dat de inzet het leven van letterlijk miljoenen mensen was, maakte het er voor hem niet beter op. Dit was niet een van de plezieriger bijkomstigheden van het werken voor de regering.
Zijn gedachten werden onderbroken door een ruwe stem achter hem. Nick draaide zich snel om en probeerde de Luger te verbergen. De stem die hem praaide was van een van de meest verlopen oude zwervers die hij ooit had gezien. De oude clochard zat op een verderop gemeerde aak en nam af en toe een slok uit een fles met giftig uitziende Algerijnse wijn.
'Ik vroeg of je een sigaret had, makker,' kraakte de stem in het Frans. Nick moest wel lachen.
'Zie ik er naar uit dat ik een sigaret heb?'
De man keek hem uilig aan.
'Okay, okay,' gromde hij. 'Je hoeft niet grof te worden, makker. Ga je iemand vermoorden met die grote Boche van een pistool? Ga je je minnares afmaken? Voor een beetje grisbi hou ik me bek tegen de prinsemarij.'
'Ik zal het je laten weten als ik zover ben,' zei Nick. 'Dan kun je voor getuige à decharge spelen.'
'Dat kost extra,' zei de oude man rustig en nam weer een slok. Op dat moment verscheen Dominique in de deuropening.
'Wie of wat is dat?' vroeg Nick en wees op de oude zwerver.
Dominique stak haar hoofd om de deur, glimlachte opgewekt en wuifde. 'Bonjour, Henri. Hoe is het?'
'Minstens zo slecht als gisteren en waarschijnlijk beter dan morgen, chérie' antwoordde de oude en wuifde terug. Dominique trok Nick naar binnen.
'Dat is Henri, de clochard. Als de politie probeert hem wegens landloperij op te pakken, zeg ik dat hij mijn manusje-van-alles is. Natuurlijk doet hij helemaal geen werk, tenzij hij echt aan het verhongeren is. Het is maar goed dat ik geen naam heb te verliezen anders zou ik geruïneerd zijn. Hij is een enorme roddelaar.'
'Niet veel soeps als vriend,' zei Nick. 'Hij dacht dat ik van plan was jou dood te schieten en bood me aan zijn stilte te kopen.'
Dominique keek hem aan en glimlachte vertederd. 'Hij is loyaal maar niet stom. Hij zou je geld aangenomen en dan mij gewaarschuwd hebben. En nu, monsieur,' zei ze, en ze liet de kimono vallen zodat haar verleidelijke rondingen werden onthuld, 'laten we weer naar bed gaan. Als je erg lief voor me bent, zal ik goed naar je instructies luisteren over wat ik moet doen als ik in het chateau van Johnny Woe ben.'
Nick had andere dingen in gedachten, maar niets dat niet kon wachten. Ze gingen meteen terug naar de slaapkamer en het duurde wel even voor ze weer naast elkaar lagen te roken en te praten.
Zijn instructies waren eenvoudig genoeg. Het kwam er op neer dat Dominique haar afspraak met Johnny Woe moest nakomen, de indruk vestigen dat ze zou meewerken om Nick daarna alles te vertellen wat ze te weten kon komen van de Chinese operatie in verband met Kathy Lin.
'Is er geen kans Kathy Lin te vinden voor ze morgenavond naar het café komt?' vroeg Dominique. Nick schudde zijn hoofd. 'De CIA heeft er agenten op gezet, maar ze verwachten er niet veel van. Op de enige foto die we van haar hebben staat ze op de achtergrond en haar gezicht is gedeeltelijk afgedekt. En de Chinezen moeten dozijnen foto's van haar hebben.'
'Merde,' zei het Franse meisje. 'Ik wou dat ik haar foto had genomen toen ik haar interviewde. Ik zou niet graag zien dat het arme kind in de val loopt.'
'We zullen zien wat we daar aan kunnen doen,' zei Nick en hij rekte zich lui uit.
'Ah, jawel,' zei Dominique glimlachend. 'Dat zal prachtig zijn. Die ellendige Johnny Woe krijgt geen kans. Jij vangt het meisje zó op.' Ze liet haar vingers scherp knakken. Toen kronkelde ze over het bed naar Nick, strekte haar armen uit, nodigde hem uit in de voluptueuze behaaglijkheid van haar lichaam. Nick voelde zich bij die aanblik in beroering komen. Hij drukte haar neer op het bed en sprong grinnikend en met veel vertoon van energie uit het bed.
'Ik moet weg, met mensen spreken, kindje. Ik hou van je, maar ...'
'Cochon, varken,' snauwde ze en ze volgde met een reeks idiomatische obsceniteiten die voor Nick zo duister waren dat hij de helft niet begreep.
'Geloof me, het doet me pijn,' zei hij opgewekt. 'Als je je vriend Henri eens aan dek liet kijken om te zien of er misschien sinistere oosterlingen of andere vreemdelingen op de loer liggen?'
Hij liep kwiek naar de badkamer, negeerde duidelijk de verleidelijke bewegingen van haar lichaam op het bed.
'Ik ga me reinigen van de zonden van de nacht en de ochtend, voor het geval iemand naar me vraagt.'
'Mooi,' riep Dominique blij. 'Ik zal je helpen. Ik heb eens een Japanse geisha geïnterviewd ...'
Nick wees het aanbod ferm van de hand en deed de deur bij wijze van voorzorgsmaatregel op slot. Toen hij de deur dicht deed, trok Dominique haar kimono aan met een filosofische uitdrukking op haar gezicht, waarna ze naar de achterdeur stapte.
Nick bleef enkele minuten onder een gloeiendhete douche staan waar hij gedeeltelijk zo rood als een kreeft van werd, toen zette hij hem op koud en stapte er opgefrist onder vandaan. Hij bekeek zich in de spiegel en was tevreden. De messteek die hij de vorige avond tijdens het straatgevecht had opgelopen was niet meer dan een schram die voorspoedig genas. Hij zag geen onsje overtollig vet op zijn lichaam. Hij had zijn dagelijkse onderdompeling in de zuivere discipline van de yoga achter de rug, toen Dominique terugkeerde en door de deur riep dat Henri had gezegd dat de kust veilig was. Tegen die tijd voelde Nick zich niet meer zo vol van zichzelf en richtte hij zijn geest geheel op het werk. Hij dronk snel een kop koffie met een zwijgzame Dominique die had bespeurd dat zijn stemming was veranderd. Hij maakte een afspraak om haar te ontmoeten als ze terugkwam van het chateau van Johnny Woe. Toen liep hij lichtvoetig de trap op naar de geparkeerde Jag.
Zijn hemd was een total loss en het was toch al noodzakelijk zich te verkleden. Daarom ging hij even naar zijn hotelkamer. Het verbaasde hem niet dat deze discreet was doorzocht. Daar hij uiteraard niet zo dom was geweest de oude dokterstas te laten staan waarin hij een groot aantal onthullende gereedschappen had, miste hij niets.
Hij belde Rusty Donovan op, plaagde hem vriendelijk met zijn avontuur van de vorige avond en vroeg hem anderhalf uur later naar een bepaald restaurant te komen dat bekend stond om zijn keuken en wijnen. Als mijn camouflage aan flarden is, dacht Nick, kan ik er maar beter het beste van maken. Zijn contacten moesten al te vaak in gore cafeetjes gelegd worden. Daarna reed hij in de Jag naar het depot van AXE en belde Hawk via de videofoon. Hawk zag er enigszins vermoeid uit. Nick zei het tegen hem.
'Het wordt met de minuut gecompliceerder, Nick. Ik hoor geruchten uit China. Misschien moet ik je al gauw uit Parijs halen en naar dr. Lin sturen. De Chinezen raken gefrustreerd in hun speurtocht naar dat meisje. Als ze haar in handen krijgen, verlaat hij het land nooit. Als ze haar niet in handen krijgen, doen ze misschien iets rots om zich het enorme propagandaverlies van het overlopen van dr. Lin te besparen. Laat eens horen wat jij hebt.'
Nick vertelde hem duidelijk wat er was gebeurd sinds hun laatste gesprek. Hawk luisterde aandachtig, onderbrak hem niet, en scheen tevreden te zijn. 'Maar,' zei hij peinzend, 'als deze juffrouw St. Martin een dubbelagente blijkt te zijn zit jij ... eh... voor het blok, is het niet, jongen?'
'In zekere zin, ja,' zei Nick, 'maar daar is niets aan te doen. Ze heeft al bewezen waardevol te zijn, meneer.'
'Als morele ruggensteun?' merkte Hawk op. Nick keek naar zijn manchetknopen en zag uit zijn ooghoek een toets van een glimlach rond Hawks dunne oude lippen.
'Het zal je interesseren, Nick, dat haar familie flink had geïnvesteerd in een rubberplantage in Noord-Vietnam. Dat zou gebruikt kunnen worden om druk op haar uit te oefenen.'
'Daar ga ik onmiddellijk achteraan, meneer,' zei Nick. Snel ontvouwde hij een plan dat hij in gedachten had. Hawk knikte instemmend onder het luisteren.
'Dat lijkt me wel goed, Nick. Nog één ding. Als je dat meisje Lin vindt, zie dan dat je de zegelring te pakken krijgt die ze draagt. Hij was van haar moeder en kan dr. Lin bewijzen dat we zijn dochter veilig in handen hebben. Dat is belangrijk.'
'Okay,' zei Nick. 'Ik bel u weer zodra ik kan na de afspraak met het meisje.'
Hawk had al een andere telefoon aan zijn oor terwijl het scherm vervaagde.
Toen liep Nick naar een van de kantoorruimten en verzocht om enige zeer speciale uitrustingsstukken.
Hoofdstuk 8
Het plein met de oude stenen kerk, kinderhoofdjes en het café met de luifel was regelrecht van Utrillo. Maar de buurt was sinds de dagen van Utrillo vervallen geraakt en de kerk en het café werden gedomineerd door de hoge industriegebouwen die rondom waren opgetrokken. Zwaar verkeer kroop door de brede straten en dikke huisvrouwen liepen van winkel naar winkel met hun eeuwige boodschappennetten waar goudgekorste stokbroden uitstaken. Een krantenjongen liep door het café met zijn kranten die deze dag goed werden verkocht. De koppen waren aantrekkelijk. Ze luidden: Chinese Handelsattachés op Feest Vermoord. Een van de mannen aan de bar kocht een krant en lachte flauw toen hij het verhaal las. Daar hij zelfs voor deze buurt een uiterst groezelige en ongezonde figuur was, viel het niemand op. Na een poosje voegde zich een even ongunstig uitziende figuur bij hem en de twee verlieten samen het café.
Kort daarop klommen ze in de cabine van een vrachtwagen. De langste van de twee mannen dronk af en toe uit een fles goedkope wijn en liet tegelijkertijd een gedoofde Gauloise van zijn onderlip afhangen - een truc die de grote Jean-Paul Belmondo waardig was.
De oude vrachtwagen reed door de voorstadjes, bereikte toen open terrein. De mannen stopten hier en daar bij een wegcafé en dronken een glas cognac zonder met de andere chauffeurs of boeren te spreken, reden dan weer verder. Kort voor het donker werd, stopten ze weer en bleven aan de bar hangen tot de zon net boven de boomtoppen hing. Ze waren zo groezelig en kennelijk slecht gehumeurd dat niemand probeerde een gesprek aan te knopen - wat hen goed uitkwam. Ze vertrokken ten slotte, sloegen linksaf van de grote weg en hobbelden enkele kilometers over een weinig gebruikte landweg. Op een bepaald punt gebaarde de lange man de chauffeur te stoppen en wees naar een landweg die tussen de bosjes naar een houten hek voerde.
'Daar wacht je,' zei de lange man. 'Vlak voor je bij het hek komt, zie je een redelijk grote open plek die van de weg af niet zichtbaar is. Parkeer daar met de neus naar de weg. Het is iets meer dan een kilometer naar het chateau. En Rusty,' zei de lange man, en hij legde een hand op de arm van de chauffeur, 'niet schietgraag worden. Dit moet clandestien gebeuren, en ik meen het.'
'Maak je geen zorgen, N3,' zei de chauffeur. 'Ik kan nog wel even wachten met het de Chinezen betaald te zetten voor gisteravond. Maar ik zou graag willen weten hoe je wist dat die open plek daar was.'
'Zoals het er tegenwoordig voorstaat, zouden ze je interpretatie van luchtfoto's op de hbs moeten leren,' zei N3 grinnikend. 'En als je hierna ook maar één seconde uit je rol valt, krijg je een lel.'
De vrachtwagen reed verder en Nick liet zich op de vloer van de cabine zakken. De wagen stopte bij het grote hek om de bewaker de weg naar de stallen te vragen. Ze kenden de weg natuurlijk. De bedoeling was de illusie te wekken dat er slechts één man in de wagen zat, want zo zou hij ook weer vertrekken. Beide mannen gingen zitten terwijl de vrachtwagen de lange weg naar de stallen opreed. De weg slingerde zich tussen rijen gracieuze bomen in de knop die op weelderige, groene gazons stonden. Voor de lange, pas geschilderde stallen, stapten beide mannen uit en begonnen woest zakken veevoeder op de grond te werpen. Een man met een leren voorschoot kwam langzaam naderbij, met een smidshamer in de hand, en keek naar hen.
'Hé,' riep de kleinste van de twee onguur uitziende mannen, 'wie tekent af voor dit voer hier?'
De man met het voorschoot krabde zich op het hoofd. 'Ik wist niet dat er voer besteld was. De trainer is er niet.'
'Dit is een speciaal mengsel, ze wouen het vanmiddag hebben,' gromde de chauffeur. 'Teken jij of niet?' De stalknecht keek weifelend. 'Ik weet niet of ik dat nou wel zou doen. De eigenaar is aan het rijden en komt zo terug. Misschien weet hij wat er gedaan moet worden.'
De chauffeur uitte een lange reeks obsceniteiten die eindigde met de uitspraak dat hij niet de hele avond kon wachten tot het stalpersoneel was georganiseerd.
'Lamaar,' besloot hij. 'Ik leg het wel weer in de wagen, maar bel ons dan niet nog es op met een spoedbestelling. Het kan me niet schelen of jullie knollen van honger neerstorten bij de startpaal.'
'Goed,' zuchtte de stalknecht. 'Ik teken wel.' Hij krabbelde zijn handtekening onder de vervalste factuur en de norse chauffeur liep terug naar de vrachtwagen zonder ook maar bonsoir te zeggen. 'Laten we verdwijnen,' mompelde hij tegen zijn metgezel. 'Woe is uit rijden en kan zo terugkomen.'
'Okay,' zei Nick, 'op weg. Als je bij de bocht bent, zal ik je vertellen waar je me moet afzetten. Jij zult door de hoofdingang moeten vertrekken, maar vertel de bewaker maar dat je verdwaald bent. Hij laat je wel uit.'
Toen ze wegreden, keek Nick in de achteruitkijkspiegel. Hij zag Woe naar de stallen rijden, afstijgen en even praten met de man met het voorschoot. Even later haalde de Chinese meesterspion zijn schouders op en draaide zich om. Nick had geen tijd om verder te kijken. Ze waren het bos ingereden. Rusty bracht de vrachtwagen tot stilstand toen hij een teken gaf. Nick sprong lichtvoetig uit de cabine en liep naar de achterkant van de wagen. Daar haalde hij een lange aluminiumstaaf tevoorschijn die was gemonteerd op een schoudersteun, als een bazooka, en een draagbaar energiepak.
'Allez-vous en,' riep hij zacht tegen de CIA-man, vertrekken maar,' en de vrachtwagen reed weg door het bos. Nick wachtte aan de rand van het bos. Nog geen twee minuten later ging de zon onder. Zijn timing was bijna volmaakt geweest. Het was nu donker in het bos, hoewel de lucht nog door de nagloed verlicht werd.
Steels sloop Nick door het bos en zocht zijn weg naar zijn doel met een zekerheid alsof hij op het landgoed was geboren. In vijf minuten was hij aan de rand van het gazon en zag het laatste daglicht afketsen op de oude stenen van het chateau.
Een auto naderde over de lange oprit. Nick glimlachte. Dominique reed nu in een aanzienlijk conservatievere sedan. Hij vroeg zich af hoe ze het verlies van de Mercedes aan haar ouders had uitgelegd. Haar kennende, zou het een mooi verhaal zijn geweest. Hij zag haar bij de stenen brug over de slotgracht stoppen en naar binnen gaan.
Geruisloos rende Nick van boom tot boom onder de lange rij eiken tot hij bij de boom was die hij moest hebben. De eerste tak hing ongeveer zeven meter boven hem. Hij haalde een lichtgewicht nylon klimkoord van zijn schouder, wierp het over de tak en greep het andere uiteinde. Toen hing hij zijn uitrusting over zijn schouder en trok zich hand over hand omhoog, pakte de tak en liet zich er licht als een kat op zakken. Hij trok het koord achter zich op en maakte zijn uitrusting klaar.
Hij bevond zich op ongeveer tweehonderd meter van het chateau. Hij richtte de aluminiumstaaf op een van de slotvensters, draaide aan enkele knoppen op het energiepak en fronste om de nieuwe parabolische lange afstand microfoons die door dikke ramen konden afluisteren. Het ultra-hoge frequentie afspeelapparaat dat hij had gekregen was iets nieuws. Toen verdween zijn frons en hij lachte zacht. Het afluisterapparaat was op de eetzaal gericht en ving een vrijheidje op dat een van de voetknechten zich onverwachts had veroorloofd met een van de dienstmeisjes dat de tafel aan het dekken was. Nick luisterde naar het meisje dat de knecht uitschold tot hij er zeker van was dat de microfoon perfect was ingesteld.
Toen wendde hij zich tot het raam van de studeerkamer en hoorde onmiddellijk de stem van Johnny Woe die Dominique met gladde beleefdheid verwelkomde.
Nick luisterde in de boom lange tijd naar een gesprek over mensen die hij niet kende en gebeurtenissen die hem niet interesseerden. Ze zaten aan tafel toen Woe het onderwerp Kathy Lin ter sprake bracht. Noch Dominique noch Johnny Woe had er uiteraard een idee van dat hun gesprek in de privacy van de Chinese versterking werd vastgelegd op de langzaam wentelende spoelen van een bandrecorder.
'Ik heb gehoord dat je een nieuwe afspraak hebt om dat Chinese meisje te ontmoeten,' hoorde Nick Woe zeggen.
'Ik ben benieuwd hoe jij dat weet,' antwoordde Dominique liefjes.
'Het is mijn werk alles te weten wat hier in de Chinese gemeenschap omgaat,' antwoordde Woe glad. 'Je weet natuurlijk, lieve Dominique, dat ze de dochter van dr. Lin is en dat haar veiligheid van groot belang is voor de Chinese Volksrepubliek. Het zou erg vervelend zijn als haar iets overkwam als ze haar meisjesachtige escapade voortzet.'
'Escapade?' snoof Dominique. 'Ik had de indruk dat ze op de loop was om haar leven te redden.'
Woe lachte. 'Je begrijpt de Chinese aard kennelijk niet. Geen enkele goed opgevoede Chinese dochter zou haar familie in ernst in de steek laten. Ze is jong. Ze is geprikkeld door onze nogal straffe reisbeperkingen. Intussen weet ze niet dat haar leven misschien gevaar loopt. De vijanden van ons land zouden er graag politieke munt uit slaan als haar iets overkwam terwijl ze in Europa is. Het is mijn taak er op toe te zien dat dit niet gebeurt.'
'Nou,' zei Dominique, 'als ik haar te zien krijg, zal ik haar vertellen wat je hebt gezegd.'
'Ik ben je erg dankbaar. Verder heeft mijn regering me gemachtigd je, in ruil voor je medewerking in deze zaak, een aanzienlijke vergoeding aan te bieden voor het aandeel van je vader in zijn rubberplantage in Vietnam die nu, natuurlijk, in handen is van de regering in Hanoi.'
'Daar kan je beter met papa over praten,' zei Dominique zorgeloos. 'Papa behandelt de zakenaffaires in onze familie.'
'Het is een aanzienlijk bedrag,' zei Woe. 'In ruil vraag ik je alleen maar me te vertellen waar Kathy Lin zich bevindt als je daar achter komt of anders dat je haar vraagt een brief aan haar vader te schrijven waarin ze hem van haar goede gezondheid verzekert en vertelt dat ze van plan is terug te gaan naar China. Eerlijk gezegd heb ik een dergelijke brief om politieke redenen nodig, als onze tegenstanders er in zouden slagen het meisje te ontvoeren. Vertel haar dat je de brief aan dr. Lin kunt laten toespelen via Franse journalisten in China.' Nick was onmiddellijk alert. Woe wist niets van de zegelring. Zijn tocht was niet vergeefs geweest. Afgezien van het feit dat hiermee Dominiques loyaliteit was bewezen, had hij nu een ferme voorsprong op de Chinezen. Woe zou natuurlijk proberen morgenavond Kathy Lin te pakken te krijgen in het café bij Les Halles als ze Dominique ontmoette. Mocht hij daar niet in slagen, dan zou hij niet in staat zijn een Amerikaanse poging te belemmeren om dr. Lin uit China te krijgen, en zonder de ring zou dr. Lin nooit geloven dat de Chinezen het meisje hadden. Dan zou hij zich vrij voelen te vertrekken. Het enige dat Nick hoefde te doen was ervoor te zorgen dat ze het meisje intussen niet in handen kregen.
'Ik zou natuurlijk graag met je meegaan als je haar morgenavond ontmoet,' vervolgde Woe, 'maar ik ben bang dat de jeugd het gezag altijd wantrouwt. Ik zal me moeten verlaten op jouw uitstekende beoordelingsvermogen, Dominique, om het kind voor zichzelf te behoeden.'
'Kind, kom nou,' zei Dominique. 'Ze is een volwassen vrouw. Ik heb haar ontmoet, weet je nog. Maar ik zal je laten weten wat ze te zeggen heeft.'
De rest van het gesprek was onbelangrijk. Nick liet zijn bandrecorder draaiden tot Dominique ten slotte vertrok. Toen wachtte hij tot de bewaker met de twee vals uitziende Dobermans weer een ronde om het huis had gemaakt. Daarna pakte hij zijn apparatuur weer in en liet zich langs het koord op de grond zakken. Twintig minuten later dook hij zo geruisloos in de cabine van de vrachtwagen op dat Rusty Donovan bijna op hem schoot.
'Verdomme,' zei Rusty, terwijl hij zijn revolver wegstopte, 'je bent een spookachtige zwerver, meneer.' Nicks grijns was helder in de duisternis terwijl hij een sigaret opstak. 'Sorry, Rusty. Volgende keer kom ik met vliegend vaandel en slaande trom om je te laten weten dat ik op komst ben.' De CIA-man lachte. 'Alles gekregen?'
'Alles,' zei Nick. 'Laten we wegwezen.'
Terwijl de vrachtwagen over de weg naar Parijs reed, hielden Nicks gedachten zich bezig met de duizenden details die hij voor de operatie van morgen zou moeten rangschikken. Woe zou het café omsingelen met zijn eigen mensen. Maar Nick speelde met een idee ...
Drie uur later ontmoette hij Dominique in de nieuwe modieuze discothèque 'Le Shakespeare a Go-Go' in Montparnasse. De discothèque, volgestouwd met rijke jonge Parijzenaars, was spaarzamer en goedkoper gemeubileerd dan een zichzelf respecterend buurtcafé. Nick leunde op een wankele houten tafel en probeerde haar boven het kabaal van de muziek uit te horen. De zaal was zo onveilig dat hij veilig werd. Niets, inbegrepen hun eigen gesprek, kon door iemand afgeluisterd worden.
'Kunnen we niet naar een rustiger plek gaan?' brulde Nick.
'Maar ik vind het zo leuk om jou te vertonen, Nicholas. Er zit hier een half dozijn vrouwen die mijn keel wel willen afsnijden omdat ik jou het eerst te pakken heb. Trouwens, ik heb de Freeps nog niet gehoord en iedereen is weg van ze.'
Nick keek somber naar de Freeps - vijf jongemannen met harde gezichten, lang haar en broeken die te klein voor hen waren en die op hun instrumenten tekeer gingen en tegen het publiek schreeuwden naar het hen uitkwam. Ach, dacht Nick, Dominique heeft een beetje plezier verdiend. Maar toen ze een nieuwe dans gingen beoefenen die de Gescheurde
Aap heette, werd ze bepaald orgiastisch. Ze was een beetje teut aan het worden, meende Nick. Hij pakte haar stevig bij de arm en aapte haar naar de deur. Buiten drukte ze zich tegen hem aan en zei: 'Er is maar één plek waar je me bevredigend kunt uithoren.' Ze drukte haar lippen op de zijne en fluisterde: 'En je weet verdomd goed waar dat is, Nick Carter.'
'Sorry,' zei Nick, 'geen sprake van. Woe doet misschien domme dingen, maar hij is niet stom. Jouw huis wordt in de gaten gehouden. Daar kun je op rekenen.' Haar geschoeide handen streelden snel over zijn lichaam.
'Wat zou je er van zeggen, chéri' zei ze met wat dikke tong, 'als ik je vertelde dat ik dat probleempje heb opgelost?'
'Ik denk,' zei Nick lachend, 'dat ik dan een afwachtende houding zou aannemen.'
'Wacht dan maar af,' zei ze triomfantelijk terwijl ze een passerende taxi wenkte. In de regel was Nick niet dol op teute jongedames, maar Dominique had de afgelopen paar dagen stellig een verzetje verdiend. De taxi reed naar de Seine, koerste om Dominique's wijk heen en stopte aan de andere kant van de rivier.
Aan de oever riep Dominique zachtjes. 'Henri?'
'Hier, mademoiselle,' zei een ruwe en bekende stem in het donker. De oude landloper zat in een roeiboot uit zijn altijd aanwezige fles Algerijnse wijn te drinken. Het meisje keek Nick triomfantelijk aan.
'Ben ik niet ook een voortreffelijke spionne?'
'Kindje,' zei Nick en kuste haar, 'je bent een natuurtalent.' De oude man spoog luidruchtig in het water. Ze zaten zwijgend in de boot terwijl de oude hen gestaag naar de overkant roeide en hen afzette bij de achterdeur waar iemand die zich niet op het water bevond hen onmogelijk kon zien.
De stilte in de woonboot was een intimiteit op zichzelf. Ze keken elkaar een ogenblik aan. Toen vroeg Dominique op zachte toon: 'Heb je belangstelling voor een borrel?'
'Niet bijzonder,' zei Nick zacht.
'Ik ook niet,' zei het meisje nog zachter.
Ze trok het jasje van haar mantelpak uit en liet het op de grond vallen. Met haar ogen op Nick gevestigd knoopte ze haar bloes los en liet hem over de warme bruine schouders glijden tot het zachte bruin van haar lichaam merkwaardig contrasteerde met het verblindende wit van haar beha. Toen viel ook de beha op de grond.
Ze schopte haar schoenen uit, en bukte zich, waarbij haar borsten als rijpe vruchten vielen, om haar kousen uit te trekken. Ze stond, slechts in haar rok gekleed, voor Nick.
'Nick,' zei ze, met slechts een vage aanduiding van alcohol in haar stem, 'help me met mijn rok.'
Maar eerst hielp ze hem met het uittrekken van zijn kleren. Toen draaide ze zich om en toonde hem haar satijngladde huid terwijl hij de rits van de rok opentrok en hem van haar lange lichaam trok dat nu geheel naakt was en op hem wachtte. Een ogenblik bleef ze staan, haar fraai gevormde dijen tegen hem aangedrukt, haar gezicht opgeheven naar zijn mond, terwijl Nicks krachtige lichaam haar omwikkelde en zijn zachte handen haar lichaam streelden.
'Nick, laten we ergens heen gaan. Weg. In elk geval na morgen. Jij en ik. Ik kan koken en alles doen. We zouden prachtige kinderen kunnen maken. Ik heb nooit gewild ...'
'Nee,' zei hij haar onderbrekend, 'denk daar niet aan. Nu niet, nooit.' Zo was de merkwaardige ethiek van de man. Zelfs op dit moment kon hij niet liegen. Niet zolang hij een keuze had.
'Ik mag toch wel dromen?' Er stonden tranen in haar ogen. Toen leidde ze zijn handen in en rond de geheimste delen van haar lichaam alsof ze het ogenblik, door het intenser te maken, kon bezitten. Terwijl zijn handen speelden, beefde ze als een muziekinstrument dat precies op de juiste plek beroerd werd. Terwijl het crescendo opsteeg, tilde hij haar op en droeg haar naar de slaapkamer.
Opnieuw, gedurende de lange nacht, lagen het zachte lichaam van de vrouw en het harde, stevige lichaam van de man in strijd verwikkeld. Zijn harde spieren petsten op haar zachte, prachtig gevormde lichaam, terwijl haar zachte borsten en buik een verschrikkelijke aanval doorstonden en zich aanhoudend ophieven naar de genadeloze afstraffing door zijn mannelijkheid. Later, toen ze in het donker naast hem lag, kreunde ze zacht, tot het vuur van hun honger weer aanwakkerde en ze opnieuw op elkaar aanvielen.
Hoofdstuk 9
Overdag is het in Les Halles, de grote marktwijk van Parijs, drukker dan in enig ander centraal deel van die overbevolkte wereldstad. Onder die grote ijzeren en glazen luifels, die aan Victoriaanse stations doen denken, proberen de marktlui hun werk te doen met een minimum aan ordelijkheid. In al die verwarring valt het toch nog mee een drankje te krijgen aan een van de vele zincs. Als het donker is, tot rond middernacht, zijn de straten vrijwel verlaten, afgezien van de paar verkeersagenten die met hun koude voeten stampen en wachten op de drukte die onveranderlijk komen gaat. En als die komt is ze even machtig en onontkoombaar als het inkomend getij. De zwaarbeladen vrachtwagens rijden aan van de zeehavens en akkers van Frankrijk. Met hen komen de werkers, de marktprostituees, de theaterbezoekers en, natuurlijk, de toeristen. Om drie uur 's nachts is het onmogelijk met een voertuig door de straten te rijden die naar de wijk voeren. Alle beschikbare ruimte is ingenomen door vrachtwagens die kisten groenten laden en lossen in manshoge stapels. Handkarren worden kwiek door de menigte geduwd - men weet dat de mensen uit de weg zullen gaan als je maar net doet of je ernstig van plan bent hen te overrijden.
Het was druk rond het Café Het Vissende Varken. Nicks radiumhorloge vertelde hem dat het bijna twee uur was. Hij zat in de donkere cabine van de vrachtwagen en hield zijn blik gevestigd op het café dat door Kathy Lin was genoemd als haar ontmoetingspunt met Dominique. Rusty moest nu elk ogenblik in actie komen. Nick zou er de voorkeur aan hebben gegeven zelf het café binnen te gaan, maar zijn afmetingen maakten dat onmogelijk. Zelfs vermomd in het blauwe jak van een marktarbeider zou hij afsteken bij de andere mannen die tijdens hun pauzes in en uit draafden om snel een cognac of een glas hete wijn te drinken.
Over het geheel genomen was Nick tevreden met zijn plannen. Als Dominique haar taak goed verrichtte met de speciale parfumverstuiver die hij uit het depot van AXE had gekregen, was hij er zeker van dat hij tegen de ochtend het Chinese meisje in handen zou hebben. Als ze kwam.
Hij zag de flits van Dominique's camera, terwijl ze bezig was haar camouflage vast te leggen. Ze deed alsof ze een reportage maakte van de nachtelijke markt. Hij zag haar in gedachten bezig de tanige oude vrachtwagenchauffeurs en hun pittoreske helpers te fotograferen, terwijl ze hen om anekdotes vroeg en hun joviaal obscene voorstellen met een grapje van de hand wees. Tegelijkertijd zou ze scherp uitkijken naar de Chinese vluchtelinge die aan het eind van haar geld en haar uithoudingsvermogen moest zijn. Kathy Lin zou rond drie uur komen.
Om precies twee uur reed Rusty naar het café in een Chevrolet van het Amerikaanse leger, met loeiende sirene en volgestouwd met militaire politiemannen - ongeveer zo subtiel als een treinwrak. Ze rolden uit de wagen als de Keystone Kops. Twee grote MP's stonden klaar met een automatisch wapen terwijl Rusty en twee andere mannen het café binnenstormden.
Nick stapte uit de vrachtwagen en liep naderbij. In de algemene verbijstering zou niemand hem hebben gezien, al had hij zes hoofden gehad.
Er begon zich al een menigte te vormen en de gewoonlijk luidruchtige markt werd door een betrekkelijke stilte gekenmerkt. Nick glimlachte, terwijl hij luisterde naar Donovan die als een sergeant-majoor blafte dat niemand de zaak mocht verlaten tot hij hun papieren had gecontroleerd. Hij had een Franse agent bij zich om ervoor te zorgen dat er niet veel verzet zou worden geboden.
Nick, die zich voor de geopende deur verdrong, zag een jong Chinees meisje, gekleed in broek en jak, dat opeens van haar tafeltje opstond en naar de deur rende. Een van de MP's pakte haar bij de arm. Ze gaf de MP een klap in het gezicht die haar vingerafdrukken achterliet en schopte Rusty hard toen hij bij haar kwam. Tenslotte hielden twee MP's haar vast terwijl ze in opgewonden Frans gilde dat ze om politieke redenen werd ontvoerd door de Amerikanen, waarbij ze zich afvroeg wat er van de Franse hoffelijkheid was geworden, nu iedereen maar stond toe te kijken en niets deed.
Blijkbaar bestond er geen hoffelijkheid meer. Of misschien had het gezonde verstand de overhand bij de woud-be redders toen ze de twee machinepistolen van de forse MP's bij de deur in de aanslag zagen.
Ze duwden haar de deur uit en ze bleef schoppen en gillen. Ze propten haar in de auto waar ze het de soldaten erg moeilijk bleef maken.
Rusty keek de menigte aan die dreigende geluiden maakte en van plan scheen de Amerikanen in de Seine te gooien - met machinepistolen, Chevrolet en de rest. 'Dames en heren,' zei hij. 'Ik zal u in het kort uitleggen waarom deze pijnlijke scène zich heeft voorgedaan en om me te verontschuldigen voor het onderbreken van uw rust. Zoals u weet voert de Amerikaanse regering geen oorlog tegen kleine meisjes. Evenmin zou deze vertegenwoordiger van uw eigen regering ons officieel assistentie hebben verleend als de woorden van dit meisje waar waren geweest. Nee, het meisje in kwestie wordt door de autoriteiten gezocht in verband met de moord op haar minnaar, een Amerikaanse vlieger. Zoals u allen hebt kunnen zien, is ze daar kennelijk toe in staat.'
Rusty's manke been was zeer echt. Ze had hem goed geraakt. Hij liet zijn stem dalen tot een vertrouwelijk gefluister en keek om zich heen.
'Ik zou u dit misschien niet moeten vertellen, maar haar methode was nogal bizar. Ze heeft de arme kerel gewurgd met haar beha.'
In de verwarde stilte die volgde, liet Rusty zijn meest Ierse grijns zien, haalde zijn schouders op en vertrok na nogmaals zijn verontschuldigingen te hebben aangeboden voor de storing. De menigte verspreidde zich snel, mompelde: 'Ah, bon, had je kunnen weten, een liefdeskwestie, deze keer hebben de Amerikanen ook eens gelijk.'
Nick nam het café in zich op. Een man met een donker gezicht van onbepaalbare afkomst sprak opgewonden in de cafételefoon. Nick had zo'n idee dat hij met het hoofdkwartier belde en flink op zijn huid kreeg. Nick liep terug naar zijn vrachtwagen. Binnen een half uur zou er, naar hij wist, niemand in de wijk zijn die niet had gehoord dat de Amerikanen onder de meest verbijsterende omstandigheden een jong Chinees meisje hadden gearresteerd. Het Chinese meisje was in werkelijkheid employee van de ambassade en haar wachtte geen ernstiger lot dan de rest van de nacht door te brengen in het gezelschap van de CIA-man.
Maar de verschillende Chinese agenten die, zoals Nick wist, zich in de wijk bevonden, zouden het ook te horen krijgen en, hoopte hij, zo in de war raken dat ze zouden denken dat het spel was afgelopen. En als Kathy Lin ervan hoorde, zou ze misschien meer geneigd zijn op te komen dagen, in de wetenschap dat de druk zou afnemen omdat ze, schijnbaar, al door de Amerikanen was opgepikt. Maar het zou de Chinese kopstukken niet om de tuin leiden en dat wist Nick bijzonder goed.
Het volgende uur wachtte Nick geduldig in de vrachtwagen. Als Dominique het meisje zag, zou ze haar een briefje geven waarin stond dat ze naar buiten moest gaan, naar de vrachtwagen. Als ze gehoorzaamde, mooi. Als ze niet gehoorzaamde had Nick een manier bedacht om haar te volgen waar ze ook heen ging.
Hoewel Kathy Lin het niet zou opmerken, zou Dominique haar besproeien met de parfumverstuiver die Nick haar had gegeven. Dankzij de vordering van de wetenschap van de 'micro-inkapseling' en enig moeizaam polarisatiewerk, was de parfum radioactief maar onschadelijk. De radioactieve stof zou reageren op een Geigerteller in de nabijheid.
Nick keek weer op zijn horloge. Het was al drie uur geweest. Hij hoopte dat de missie niet stuk zou lopen na al zijn uitgebreide voorbereidselen.
Zijn blik werd getrokken door een beweging in de menigte. Een grote Rolls-Royce reed langzaam tussen de massa voor het café. Een van de bumpers raakte een man met een rood gezicht in de witte, met bloed bevlekte jas van een slager. De' slager en zijn metgezel namen het niet dat ze opzij werden geduwd door mensen in een Rolls die aan het sight-seeën waren. Ze stonden schreeuwend en tierend voor het raam en dreigden met een aanklacht. Nick volgde het incident enigszins geamuseerd tot zijn Geigerteller opeens als een dolle begon te werken.
In een oogwenk draaide Nick het volume lager en hield zijn oog gevestigd op de naald die in de hoge regionen trilde. Zijn blik omvatte het tafereel onmiddellijk. Zijn brein werkte zo snel dat iedereen in zijn gezichtsveld bevroren scheen in zijn bewegingen, als een enkel beeld uit een film. Ergens in de groep mensen, overspeeld door het warme licht van het caféraam, bevond zich het meisje waar al enkele mensen voor waren gestorven. De Luger verscheen in Nicks hand terwijl hij zich klaarmaakte om dekkingsvuur te geven als er iets zou gebeuren. Alleen voor hem scheen de tijd bevroren. Alle anderen gingen gewoon door. De slagers schreeuwden tegen de chauffeur van de Rolls. Drie marktlui in blauw jak schenen ruzie te maken over de merites van twee prostituees die in de schaduw stonden. Een Amerikaanse toerist en zijn vrouw volgden het tafereel en bleven dicht bij elkaar staan. Een krantenjongen probeerde de ochtendeditie te verkopen. Intussen vertelde de naald van de Geigerteller Nick dat de wedstrijd was begonnen. Nick had niet veel met de Rolls op en hield hem in het oog. Hij paste niet in deze scène.
Toen ging het portier van de Rolls open. Er stapte een krachtig gebouwde man in smoking uit, gevolgd door een vrouw in avondjapon. Johnny Woe was gekomen om de toestand in de hand te nemen, dacht Nick kil. Aan hem heb ik geen behoefte. Hij richtte de loop van het pistool op een plek tussen Woe's schouderbladen.
Op dat moment maakte een van de prostituees zich los uit de schaduw en rende de straat in. Woe deed een stap achter haar aan en terwijl Nicks vinger zich om de trekker spande, greep een van de slagers hem en redde zijn leven. Woe worstelde met de slager, bood hem geld aan en Nick kreeg geen vrij schootsveld.
Nick sprong razendsnel uit de cabine, met de Geigerteller in zijn hand. Als een geest gleed hij van schaduw naar schaduw terwijl hij langs de menigte voor het café snelde. De Geigerteller vertelde hem dat hij op het juiste spoor was, want het meisje was al verdwenen in de donkere straat.
Arm kind, dacht Nick terwijl hij verder rende, om vanuit het café regelrecht in de armen van Johnny Woe te lopen. Waarschijnlijk vertrouwt ze mij net zoveel als ik Heinrich Himmler zou vertrouwen.
Hij rende lichtvoetig en soepel. Hij meende het meisje ongeveer vijftig meter voor zich uit te zien. Toen kwam zijn voet neer op een nat koolblad en hij viel, stootte zich aan een stapel kisten met kool, eer hij op de grond terecht kwam. Toen ontplofte de kist in splinters, en de kolen rolden woest over de straat terwijl de kogels doel troffen. Nick bukte zich en keek om zich heen.
Johnny Woe stond met zijn arm op de motorkap van de Rolls gesteund en schoot beangstigend accuraat in zijn richting. Nick overwoog het vuur te beantwoorden, maar hij had belangrijker dingen te doen en er bestond altijd de kans dat hij een onschuldige omstander zou raken. Hij gebruikte de groentekisten als dekking en trok zich verder terug in de straat. Hij kon het meisje niet meer zien, maar de Geigerteller werkte nog.
Hij controleerde de stegen die hij passeerde. De Geigerteller meldde hem dat ze zich nog voor hem uit in de straat bevond. Spoedig zouden de achtervolgers achter hem aankomen. Donovans arrestatie had toch nog iets goeds opgeleverd. Woe zou zich er niet persoonlijk mee hebben bemoeid als de verwarring in het Chinese kamp niet ten top was gestegen. Hij was niet alleen een top-agent, maar een bollebof op het niveau van Hawk, en werd dus geacht het smerige werk te vermijden en niet het risico te nemen neergeschoten of gearresteerd te worden.
Nick stapte opzij om een met groenten volgeladen wagen te laten passeren. Toen hij de richting uitging die Nick volgde, stapte hij prompt aan boord, hield zich vast aan de opgestapelde kratten met rapen en hield zijn ogen gevestigd op de naald van de Geigerteller. De naald kroop weer omhoog. Tenzij de tegenstanders hetzelfde slimme idee hadden om een lift te pakken, liet hij hen snel achter zich en liep in op Kathy Lin.
Opeens kwam de motorwagen met een schok tot stilstand. De teller had een grotere uitslag dan sinds het moment waarop Kathy uit het café was gekomen. Twee mannen in blauwe jakken schreeuwden tegen Nick dat ze niet verzekerd waren om passagiers mee te nemen en of hij maar wilde opdonderen.
'Okay,' schreeuwde Nick terug. 'Kalm aan, jongens.' Het gebied waar de radioactieve uitstraling vandaan kwam, was een betrekkelijk verlaten stuk van het plein. Er waren enkele slagerswinkels, de meeste naast een steeg. Nick liet de arbeiders die nog steeds naar hem schreeuwden achter zich en rende naar de opening van de steeg. Het was nooit Nicks opvatting van een slimme zet geweest om met jongensachtige gretigheid donkere stegen in te draven in door de vijand bezet gebied, maar hij kwam tot de conclusie dat hij zich nog stommer zou voelen als hij het meisje liet ontsnappen.'
Geen lef, geen glorie, Nicholas, hield hij zichzelf voor. Hij liep behoedzaam de steeg in, terwijl hij zich tegen de muur drukte en zich met de Luger in de hand geruisloos voortbewoog.
Als hij dat wilde kon Nick zo geruisloos sluipen dat een op prooi uitzijnd luipaard zwaarvoetig en onzeker leek. Hij was halverwege de steeg toen hij tierende Franse stemmen in zijn richting hoorde komen. Hij meende dat het de marktlui zouden zijn. Ze voerden Johnny Woe en zijn beulen regelrecht naar hem toe - net nu Nick zo intelligent was geweest zich mooi in een cul-de-sac te laten betrappen.
De steeg eindigde bij een blinde muur. Ter weerszijden waren enkele grote laaddeuren. Nick probeerde ze, maar ze zaten alle op slot. Voor zich uit zag hij vaag licht onder een deur, maar hij was op te grote afstand.
Aan het begin van de steeg ging een lantaren aan. De lichtstraal reikte tot op een halve meter van Nick. Hij drukte zich roerloos tegen de muur terwijl de lichtstraal de steeg in danste, toen weer in zijn richting zwenkte. Nergens kon hij dekking zoeken. Zonder een ogenblik te aarzelen schoot Nick het licht uit. De man die de lantaren had vastgehouden verscheen als een silhouet. Nick staakte zijn vuur. Hij was niet van plan een Franse agent of nachtwacht neer te schieten. 'De Amerikaanse agent,' brulde de man. 'Hij is hier in deze ...' Hij had zijn eigen doodvonnis getekend. Door de inslag van Nicks kogels werd hij een meter over de kinderhoofdjes achteruit geslingerd en hij viel neer en bleef stil liggen. Hij hoorde Woe's gezaghebbende stem op de achtergrond roepen.
'Ga hem achterna, mannen. Hij heeft zojuist een café beroofd en de kelner in koelen bloede doodgeschoten. En hij is niet eens bekend in deze wijk,' hoorde hij Woe eraan toevoegen. De misdaad in deze wijk werd streng beheerst door de onderwereld en je werd niet geacht een moord te plegen zonder eerst toestemming te hebben gekregen.
Nick had het te druk om te lachen. Toen de eerste mannen de hoek omkwamen, zond hij een kogelregen over hun hoofden en de voorste mannen trokken zich snel terug. Het probleem was dat Nick niet wist wie verontwaardigde marktlui en wie Woe's spionnen waren. Nou, dacht hij, dat is dan jammer. Dan moeten ze het maar aan de politie overlaten om rovers te vangen.
Hij zag een metalen kelderdeur en schoot met twee kogels het slot in flarden. Verdwaalde schoten ketsten nu af op de stenen van de steeg. Nick tilde de metalen deur op en dook erachter. De mannen van Johnny Woe dachten dat ze hem in het nauw hadden gedreven en ze zouden er slecht aan toe zijn tegen de tijd dat ze ontdekten dat de vos in het nauw een poema was.
Ze kwamen in een groep aandraven en schoten en lieten hun lantarens over de muren schijnen. Nick stond op de verzonken keldertrap, had zijn munitie voor zich neergelegd en ontving hen met dodelijke, nauwkeurige salvo's. Ze stormden de steeg uit om zich opnieuw te groeperen. Af en toe ketsten enkele kogels af op de ijzeren deur, maar Nick nam niet de moeite dit vuur te beantwoorden. Dat was maar verspilling van munitie. Hij hoorde een van de Fransen zeggen: 'Ah, monsieur, ik heb net wat we nodig hebben om hem uit zijn schuilplaats te krijgen. Ik zal het halen.'
Ah, monsieur, dacht Nick, en ik heb net iets voor jou, bemoeizuchtige zwerver. Het heeft een zachte neus, doet beng en veroorzaakt pijn. En je zal het krijgen. Hij zag koplampen aan het begin van de steeg en hoorde een zware motor. Wat doen ze verdomme nou? Komen ze met een stormram?
Even later kreeg hij antwoord op zijn vraag. De lichten draaiden en schenen recht de steeg in. Nick had de kelderdeur even boven zich laten zakken en de vijand moest wel denken dat de steeg verlaten was. Hij hoorde de mannen verward schreeuwen, de stemmen en de motor kwamen naderbij.
Hij sprong schietend op, als een dodelijk duveltje-in-een-doosje. Ze kwamen gespreid op hem af als soldaten met tanks. Ze hadden een vorkheftruck en de twee grote schoepen waren recht op hem gericht. Hij viel uit en schoot een van de koplampen kapot. Het tegenvuur was nu nauwkeuriger en de kogels ketsten van de deur af terwijl hij weer omlaag dook. Nick woog de feiten in een fractie van een seconde af. Hij wist dat hij het slot op de kelderdeur niet kon stuk schieten zoals hij had gedaan met het hangslot op het traliehek. En hij had nog geen twee meter ruimte als hij probeerde te ontsnappen.
Niemand vindt het leuk in de hoek gedrongen te worden, het is een misselijkmakend, hopeloos gevoel en Killmaster was er niet gelukkig mee. Maar zoals een bokser het niet leuk vindt geraakt te worden, doch weet wat hij moet doen als het toch gebeurt, verknoeide Nick geen tijd met wanhopen. Hij waagde de gok zonder angst of spijt.
Hij hoorde de motor van de vorkheftruck vrijwel boven zich. Hij verzamelde de kracht in zijn enorme benen, zwiepte omhoog van de bovenste tree en kwam neer in het midden van de steeg. De wereld werd een duizelingwekkende draaikolk van tollende steeg, muren, kinderhoofdjes en dravende figuren. En in het centrum van de draaikolk bevond zich steeds de ene koplamp van de vorkheftruck waar al zijn aandacht op was geconcentreerd. Als een kat tolde hij in de lucht om terwijl hij neerkwam en het kon hem niet schelen hoe hard hij op zijn linkerkant viel, zolang hij zijn schietarm maar niet kwetste.
Hij kwam stevig neer, ving de klap op zijn linkerschouder op en hield de Luger hooggeheven. Schoten ketsten tegen de metalen deur en boven zijn hoofd terwijl de tegenstanders probeerden hun schietbereik te veranderen.
De glanzende schoepen van de vorkheftruck waren op een paar decimeter afstand en de bestuurder liet ze snel tot vlak boven de straat zakken, twee gemotoriseerde stalen dolken die hem zouden prakken zoals een eetvork door een kersentaart gaat. Nick sprong licht en snel als een matador overeind. Toen bracht hij Wilhelmina omhoog, haalde de trekker over en de tweede koplamp ging uit. De bestuurder bracht zijn machine verbaasd tot stilstand en tijdelijk werd Nick door het ding beschermd tegen het vuur van de Chinese schutters.
Nick danste achteruit en liet een salvo los op de man op de vorkheftruck.
'Hier ben ik,' riep hij in het Frans, 'pak me maar.' De man gaf hard gas en de machine schoot naar voren, de schoepen nu ter hoogte van Nicks genitaliën. Nick hoorde voetstappen in de steeg.
'Hier dan, schoft,' zei Nick zacht en bleef staan. De machine kwam als een dolle metalen stier op hem af en Nick bleef roerloos staan. Door zijn woede was het reactievermogen van de bestuurder aangetast en hij trapte een seconde te laat op de rem. Door de schok van de krachtige vorkheftruck die op volle kracht tegen de muur botste, stortte er een regen van bakstenen rond Nick neer. Door de botsing viel de bestuurder bovendien van zijn zitplaats en stortte op de grond.
Nick trok zich op aan een van de schoepen en sprong op de bestuurdersplaats. De afgeslagen motor gromde weer toen hij op de knop drukte. Bij zijn derde poging vond Nick de achteruit. Ze dromden om hem heen, zwaaiden met lantarens, schoten op hem. Een man met een lange, gevaarlijke vleeshaak in de hand zwaaide er wild mee naar Nicks been en probeerde aan boord te klimmen. Nick hoorde de slag op het metaal van de machine afketsen. De man tilde de haak op voor een tweede slag. Nick nam een hand van het stuur en sloeg de man met de loop van de Luger in het gezicht. Hij stortte brullend van pijn neer en Nick vestigde zijn aandacht op een magere man met een knipmes die over de motor klauterde. De Luger flitste in het donker en meneer Knipmes gleed van de vorkheftruck op straat. De machine begon nu snel te zwenken.
Hij had vol gas kunnen geven en zich door de steeg in veiligheid kunnen brengen. Jazeker, als hij een kogelvrij windjak had gedragen. Terwijl de vorkheftruck draaide, voelde hij een wiel over een obstakel hobbelen en de lucht werd vervuld van een oorverdovend gegil dat abrupt afbrak, terwijl hij de machine woest liet zwenken. Hij zag een man voor zich uit die bij het licht van een zaklantaren een pistool op hem richtte. Nick liet de machine naar voren stormen en dook weg. De machine raakte de muur met een dreun die Nick bijna van de zitplaats wierp. De man werd door de schoep tegen de muur gedrukt en de motor sloeg weer af. Nick startte hem weer en reed achteruit. De schutter die geen maag meer had lag in een poel van bloed.
Maar het waren er te veel. Nick liet de vorkheftruck zwenken en stuurde hem naar de houten schuifdeur die hij in het begin had gezien.
Hoofdstuk 10
De deur voor hem uit werd groter. De schoten achter hem kwamen ook naderbij. Nick hield het stuur met al de immense kracht van zijn armen en schouders vast. Hij zette zich schrap tegen de zitplaats en gaf op het laatste ogenblik vol gas, waarbij hij zijn ogen dichtkneep in afwachting van de schok. De deur werd steeds groter. Wat er nu zou gebeuren hing af van de dikte van het hout.
De vorkheftruck raakte de houten deur en Nick voelde de schok in al zijn botten en spieren. Hij hoorde de dreun van de motor tegen het hout en het krakende geluid van versplinterende planken toen de schoepen de deur openritsten. De machine stoof regelrecht het huis binnen. Het was een grote ruimte in een slagerij. In het vage licht van een enkel peertje dat ergens voor in de winkel brandde, zag hij de rijen karkassen aan haken hangen als in een vreemde stomerij.
Toen hij de vorkheftruck zo ver in de winkel had dat niemand zich er ter dekking achter kon verschuilen, zette hij de motor af en liep terug naar de deur. Ze zouden hem nu elk ogenblik achterna komen. Pak de eerste paar die binnenstormen, dan zou de rest wel even rustig blijven. Het was het soort beoordelingsvermogen dat je in de harde leerschool der ervaring opdeed en als je die school overleefde kon je later met de lessen je leven redden. Hij kantelde een zware haktafel om, dook erachter weg en wachtte af.
Toen ze kwamen speelden ze het koel. Twee van hen, ter weerszijden van de deur, die laag naar de beschermende schaduwen doken. De theorie was dat Nick hen niet allebei te pakken kon krijgen. Het was een ondeugdelijke theorie. Hij kon het wel en deed het. Een van hen bewoog nog en probeerde verder in de schaduwen te krabbelen. Nick loerde langs de loop van de Luger en de knal weerkaatste door het gebouw. De Chinese agent hield op met krabbelen en bleef stil liggen.
Buiten was het stil. De Chinezen zouden spoedig nieuwe mankracht moeten werven als Johnny Woe zijn mannen niet zorgvuldiger gebruikte. Nick dacht er, achter het hakblok, aan wat hij zou doen als hij in de schoenen van de Chinees stond. De voor de hand liggende oplossing was het gebouw te omsingelen. Daarna zouden ze aan de voorkant inbreken en van beide kanten op hem aanvallen. Er moest een uitweg zijn. De Geigerteller lag ergens in de steeg, maar de laatste uitstraling was vanuit dit huis gesignaleerd. Als Kathy Lin er in en uit was gekomen, moest het hem ook lukken.
Jammer genoeg gaven ze hem geen kans te zoeken. Hij hoorde reeds de gedempte geluiden van brekend glas aan de voorkant. Vastberaden, besloot Nick, was het woord voor Johnny Woe. En al even vastberaden verliet Nick het slagersblok en kroop langs de lange rij opgehangen karkassen naar de voorkant van de winkel. Hij kwam net te laat.
Er was al een man binnen. Zodra ze het eerste schot hoorden aan de voorkant, zouden ze weten dat hij vastgenageld was en zouden ze door de kapotte deur komen binnenstromen. Dus moest het geruisloos gebeuren. Hij legde de veiligheidspal van Wilhelmina om en duwde haar in zijn broeksband. Niet ver weg hoorde hij een vloerplank kraken, toen stilte, terwijl de lompe man wachtte om te zien of er een reactie op zijn misstap kwam. De man dacht blijkbaar dat Nick achterin bij de kapotte deur op hem wachtte. Langzaam en geruisloos sloop Nick op de man af, waarbij hij zijn voet recht optilde en voorzichtig met zijn teen verkende voor hij hem neerzette. Heel langzaam gingen ze in het donker op elkaar af. Nu kon Nick de trage voorzichtige ademhaling horen terwijl de andere man zich op zijn voortgang concentreerde, onbewust van de dood, Nick tussen de rijen hangend vlees van rechts naderend.
De man bevond zich in de volgende rij, op enkele passen afstand. Nick bleef roerloos staan. Hij liet de man naar zich toekomen, wilde op dit punt zelfs niet riskeren adem te halen. Toen de man weer een voorzichtige stap deed, schoof Nick snel tussen de rijen door, pakte de hand met het pistool van de kerel als in een klem en sloeg zijn andere hand voor zijn mond. Hij hoorde de adem paniekerig ontsnappen en het pistool op de planken kletteren. Toen liet hij de pols van de man los en liet Hugo, de dodelijke slanke stiletto zijn werk doen. Met één ervaren beweging stootte hij het lemmet tussen de derde en vierde rib, stapte toen achteruit en liet zijn slachtoffer op de grond zakken.
Op dat moment werd Nick gevangen in de straal van een lantaren. Hij reageerde onmiddellijk en dook terug tussen de rijen vlees. En toen zijn handen langs een van de karkassen streken, greep hij het vast en hief het op. Hij had slagers en leveranciers met de hompen vlees over hun schouder zien zwoegen, maar had niet beseft hoe zwaar ze waren. Langzaam namen de enorme spieren het geweldige gewicht over en tilden het van de haak en hij stond te zwaaien met het lichaam van het rund. Met een laatste inspanning van zijn gefolterde spieren wierp hij het dode rund recht naar het licht.
Hij hoorde de klik van de hamer maar toen was de loop al diep in het vlees gedrongen door de botsing en de knal werd geheel gedempt. En de tweede schutter viel op de grond onder het karkas van de stier en Nick wist dat hij niet meer overeind zou komen.
Johnny Woe had vannacht wel enkele mensen verloren. Hij moet me erg graag in handen willen krijgen, dacht Nick. Peinzend pakte hij de lantaren van de gevallen schutter. Hij hield de straal afgekeerd van de voorkant van de winkel en scheen door de zaak. Het licht liet slechts het opgehangen vlees, zagen en hakmessen en ander slagersgereedschap zien.
In de hoek zag hij een trap. Nicks wenkbrauwen gingen blij omhoog. Als ik niet zonder munitie raak, kan ik die trap tot Kerstmis verdedigen, dacht hij. Nog tien schoten. Mooi zo. Het zou de Chinezen tien man kosten om die trap op te komen. Snel ging hij omhoog.
De kamer was bijna leeg. Kisten met blikvlees stonden hier en daar opgestapeld en een paar lege wijnflessen lagen op de grond. Blijkbaar brachten de brave slagers van Les Halles hun koffiepauze hier door. De trap ging verder naar een andere deur die er stevig afgesloten uitzag. Nick had de kamer graag nader willen verkennen, maar hij moest bij de trap blijven om te horen wat er zich onder hem afspeelde.
Hij ging schuil achter de deurpost en wachtte af. Vroeg of laat zouden de slagers komen of anders de politie en dan zou hij in de verwarring kunnen ontsnappen. Tot dat moment viel er een strijd te strijden. Opeens vroeg een lichte, aangename stem in volmaakt Engels: 'Bent u de Amerikaanse agent, Nick Carter?' Nick tolde om en richtte het pistool op het geluid van de stem.
'Het zou erg onaardig van u zijn op me te schieten, nu ik zoveel moeite heb gedaan u te leren kennen.' Het was een meisjesstem. Hij zwenkte de lantaren, maar kon haar niet zien. 'Kathy Lin?' vroeg Nick. 'Aangenaam,' zei ze. 'Ik zit hier boven.'
Nick liet het licht omhoog schijnen. Het ving eerst een slank gouden been en ging verder omhoog langs een al even aangenaam gouden dijbeen tot waar een opvallend smerige jurk bij de heupen was ingenomen. Het was een nauwsluitende jurk met een decolleté dat de bovenkant van twee kleine, verrukkelijk gevormde borsten onthulde. Het meisje zat schrijlings op een hoge houten scheidingswand en haar leuke gezichtje keek hem ernstig aan. Het feit dat het gezicht was beschilderd met de felle kleuren van een Parijse hoer en dat haar lange zwarte haar ongekamd en verward was, deed niets af aan de aantrekkelijkheid van het geheel.
'Zou het teveel gevraagd zijn om te informeren wat u daar doet, mademoiselle Lin?' vroeg Nick hoffelijk.
'Het is nodig om hier te slapen als het in het hotel niet veilig is. Monsieur de slager heeft zijn dure blikvlees hier opgeslagen en houdt de deur dus altijd op slot. En het is warm en droog. Ik heb al twee keer een hele nacht rondgelopen voor ik dit vond. Nu klim ik hier gewoon elke nacht naar boven.'
'Wanneer is het niet veilig om in het hotel te slapen? Ik bedoel erger dan gewoonlijk?' vroeg Nick.
'Als die afschuwelijke dikke man op zoek is naar meisjes voor Woe-tsoeng. Ziet u, ik logeer niet in een erg chic hotel.'
'Je bedoelt Johnny Woe.'
'Ja, dat is zijn imperialistische naam.' Ze barstte uit in gebroken Frans. 'Ik veltel iedeleen ik Viet-meisje in steek gelaten dool mijn Flanse palatloopel. Maar gek dik mannetje weet wie ik ben als hij me ziet. Moet mij velstoppen als hij komt of andels plobeelt hij me naai Woe-tsoeng te blengen en die helkent me meteen.'
'Die ouwe Arthur schijnt nergens goed aangeschreven te staan,' lachte Nick. 'Het zal je interesseren dat Johnny Woe en zijn hele bende beneden staan te wachten om uitgenodigd te worden.'
'Als u me omlaag wil helpen, zal ik u mijn geheime uitgang laten zien,' zei ze. Nick lachte zacht, maar hartelijk.
'Zij zal me de uitgang laten zien, zegt ze.'
'Heus,' riep ze.
'Ik geloof je,' zei Nick. 'Ik ben ongeveer bereid alles van jou te geloven.'
Hij hief zijn armen op en haar slanke ribbenkast paste bijna precies in zijn grote handen. Hij hield haar een ogenblik in de lucht tot ze haar benen kon losmaken van de scheidingswand, liet haar toen voorzichtig op de grond zakken. Nick hield haar tegen toen ze naar de andere kant van de kamer wilde lopen.
'Die schoenen,' zei hij, 'moet je uittrekken. Wat dacht je dat Johnny Woe zou denken als hij een paar hoge hakken boven zijn hoofd hoort klepperen?'
Ze steunde met een hand tegen Nick terwijl ze zich bukte om de schoenen uit te trekken. Zelfs in het donker kon Nick de slanke jonge benen en de gracieuze heupen bewonderen.
Nick vormde de achterhoede toen ze geruisloos over de vloer liepen. Het raam gleed open met een geluid waar Nick van in elkaar kromp, maar er viel beneden niets te horen. Behoedzaam klommen ze op het dak. Nick deed het raam achter hen dicht - het had geen zin een duidelijk spoor achter te laten.
'Kijk,' zei ze, 'achter dit dak loopt nog een doodlopende steeg. Ik ga door de kelder naar binnen, maar als we over die hoge muur kunnen klimmen en er aan de andere kant af kunnen springen, staan we in een steeg die naar de Rue St. Denis loopt.'
Het meisje hield zich aan zijn arm vast terwijl ze over het dak slopen. De dakpannen waren glad. De muur leunde tegen een werkplaats van één verdieping. Het zou niet zo moeilijk zijn op het dak te komen, zag Nick onmiddellijk, maar het zou een ferme sprong in de steeg zijn. Hij keek haar bezorgd aan.
'Denk je dat je het haalt?'
Ze draaide haar gezicht af en zei: 'Ja.'
Nick keek haar weer aan. Het meisje was doodsbang. 'Weet je het zeker, Kathy?' Als ze in haar huidige toestand viel, kon ze op minstens een paar gebroken enkels rekenen.
Ze zei weer ja.
'Me neus,' zei Nick. Die oosterlingen met hun opvattingen over hun gezicht redden.
'Kathy, schatje,' zei hij. 'Ik zal je zeggen wat we doen. Jij slaat je armen om me heen, zo ...'
Terwijl ze haar armen om hem heen sloeg, klampte ze haar benen strak om hem heen. Nick liet zich langzaam van de muur zakken en liet hun beider gewicht op zijn armen en schouders steunen. Toen zette hij zich af, trok zijn hoofd in en hoopte dat hij zichzelf niet knock-out zou slaan met deze truc.
Zijn benen vingen het grootste gedeelte van de schok op en een vlammende pijn schoot door zijn lichaam. Toen hij neerkwam liet hij zich op zijn gespannen rugspieren vallen en rolde door. Eén ogenblik lag ze onder hem en keek omhoog, toen waren ze beiden lachend op de been en renden door de steeg.
Ze leidde hem door een straat die slechts hier en daar door caféramen was verlicht naar haar hotel. Het werd laat. Zelfs de markthoeren hadden nu of een klant gevonden of er de brui aan gegeven. Ze wees ergens op - misschien haar hotel - en Nick zag haar hand.
'Je ring, Kathy. Wat is er met je zegelring gebeurd?'
'Oh, die,' zei ze zorgeloos. 'Die heb ik in het café aan mademoiselle St. Martin gegeven. Ziet u, ik dacht dat u misschien gepakt zou worden 'Dat geeft niet, Kathy,' zei Nick. 'Maar nu moet ik even opbellen.'
Ze gingen naar het dichtstbijzijnde open café om op te bellen. De eigenaar, een bemoeizieke oude man met een walrussnor, was de bar aan het poetsen en wierp afkeurende blikken op Kathy terwijl Nick telefoneerde. Eerst probeerde hij Dominique, maar ze gaf geen antwoord. Toen wekte hij Rusty Donovan. Hij droeg hem op Dominique te zoeken, de ring van haar over te nemen en hem dan de volgende ochtend vroeg in een naburig café te ontmoeten.
Hij bracht Kathy naar haar hotel. Al deed ik nog zo mijn best, ik zou geen betere schuilplaats kunnen bedenken dan een hoerenkast bij Les Halles, dacht Nick. Op de eerste overloop wierp een vermoeid uitziende dikke vrouw hem een handdoek toe en eiste tien francs voordat hij verder mocht. Kathy's ogen glinsterden boosaardig.
'Eerst zat ik op de linkeroever,' babbelde ze terwijl ze de smalle trap opgingen, 'maar een heleboel van de Chinese studenten daar kenden me of waren nieuwsgierig, daarom ben ik hier naar Hotel Nevada bij Les Halles gegaan waar de mensen niet zoveel vragen. Het zou een enorm goede manoeuvre zijn geweest als Woe-tsoengs bediende niet had gehoord dat er een nieuw oosters meisje in de wijk was en steeds naar me op zoek was.'
Ze gingen een kleine kamer binnen die was gemeubileerd met een smal bed, een stoel, een wasbak, een bidet en een tafeltje. Toen de deur dicht was, keek ze hem aan.
'Heeft u nieuws van mijn vader? Is hij veilig in de Verenigde Staten aangekomen? Ik heb niets van hem gehoord en vrees het ergste.'
Nick keek haar aan. 'Nee,' zei hij zacht, 'het is niet gelukt. Johnny Woe heeft hem te pakken gekregen en hij is weer in China.'
Ze luisterde zwijgend en haar zachte bruine ogen vulden zich met tranen, toen draaide ze haar hoofd af. 'Het is allemaal voor niets geweest. Ik moet terug naar China.'
'Dat,' zei Nick, 'is het domste wat je kunt doen. Nooit ophouden als je aan de winnende hand bent, schatje.' Hij legde haar de situatie uit en vertelde haar van de plannen om dr. Lin uit China te krijgen. 'Begrijpt u het dan niet?' zei ze. 'Ze vermoorden hem liever dan hem te laten gaan. Ik moet naar Johnny Woe, zodat ze begrijpen dat we niet zullen vluchten.'
Nicks ogen stonden vlak. Hij hield er niet van de feiten van het moderne leven aan de jonge onschuldigen te moeten uitleggen.
'Ik geloof niet dat jij of je vader in deze zaak veel keuze heeft. Een heleboel mensen zouden zeggen dat de honger van miljoenen mensen belangrijker is dan wat jij denkt. Het spijt me, Kathy.'
Het meisje keek hem aan. 'Neem me niet kwalijk. Dat was egoïstisch. Laat me de sporen van de marktprostituee van mijn gezicht wassen en nadenken.'
Nick ging op het bed liggen. Hij kon niets doen tot Rusty Dominique had gevonden en hem de ring had gebracht. Intussen kon hij beter wat slapen nu hij de kans had. Hawk zou hem morgen weer op pad sturen.
Hij hoorde de geluiden van een lage druk douche en uit een ooghoek ving hij glimpen op van gouden jonge ledematen, terwijl ze de nauwe jurk uittrok en in de douchecel stapte. Verdomme, dacht hij, ik zou me een stuk beter voelen als Kathy en Dominique niets met die zegelring hadden gedaan. Een poos later deed hij zijn ogen open en zag dat ze zich in de hoek stond af te drogen. Toen ze hem zag wikkelde ze de handdoek zonder haast om haar lichaam en glimlachte.
'Ik dacht dat u sliep, meneer Carter.'
'Dat doe ik ook,' zei hij en draaide zich om.
Hij rook de frisheid van het gewassen lichaam toen ze op de rand van het bed ging zitten. Haar handen trokken de gescheurde, bebloede kleren van zijn forse lichaam.
'Ik voel me beter nu,' zei ze. 'Maar ik ben nog wel erg bang. Daarvoor was ik in de war door de vlucht en omdat ik me moest verbergen en vermommen als een vrouw zonder waarde.' Ze gniffelde. 'U bent zo'n grote buitenlandse duivel dat de arme Kathy op de grond zal moeten slapen.'
Toen Nick opperde zelf op de grond te gaan slapen, schudde ze haar hoofd.
'Ik maak me erge zorgen. Ik zal de hele nacht wakker blijven en nadenken over wat ik moet doen. Ikzal in de stoel slapen.'
Nick lachte en trok haar omlaag op het bed, trok de handdoek weg en wikkelde haar in de sprei. Vijf minuten later sliep ze.
Hoofdstuk 11
In Washington rinkelden telefoons en hielden functionarissen spoedvergaderingen om overeen te komen welk aandeel hun afdeling in de eer zou hebben indien AXE er in slaagde de befaamde dr. Lin uit communistisch China naar het Westen te brengen. Een bekende correspondent publiceerde een hint dat bepaalde bekende hoofden zouden rollen als een bepaalde geheime operatie op een mislukking zou uitdraaien. Een vliegtuig stond gereed om de president buiten het bereik van diplomaten en verslaggevers te brengen als er iets misging. Te midden van dit alles verrichtte Hawk, die er meer dan ooit uitzag als een provinciaal hoofdredacteur die zijn wekelijkse krant op donderdag uitbrengt, al het nodige werk en sprak met niemand met wie hij niet hoefde te spreken.
De sleutel tot al deze officiële beroering kon men deze lente-ochtend vredig slapend aantreffen op de bovenste verdieping van een Parijse hoerenkast, op een dunne matras die het zaad van een duizendtal snelle verenigingen had gezien. Een bries van de rivier bracht de gordijnen van het ene brede raam in beweging. Het geluid van vrachtwagenmotoren en claxons kwam met de bries binnen en vulde de kleine kamer.
Nick werd, zoals altijd, opeens wakker. Kathy Lin was op en gekleed. Gewassen en in een schone jurk had ze de subtiele, bedwelmende schoonheid van de Euroaziatische vrouw.
Toen hij zag dat ze ernstig naar hem keek, trok Nick de dekens die in de nacht waren weggegleden, om zich heen en stak een sigaret op.
'Ik geloof, Nick,' zei ze, 'dat je misschien denkt dat ik een maagd of een kind ben. Ik ben geen van beide.' Ze ging naast hem op het bed zitten en liet haar hand over het grote, gespierde plateau van zijn borst glijden.
'Ik dacht dat jij een slaperig meisje was,' zei Nick glimlachend door de rook heen.
'In China,' zei ze, 'gelooft men dat als je een leven redt, je daarmee mag doen wat je wilt.'
Nick pakte haar en trok haar omlaag, proefde de zachte geurigheid van haar lippen en voelde de gerede sensualiteit van haar slanke lichaam. Met tegenzin hield hij op. 'Heeft de Meester niet gezegd dat men de deugd nimmer mag opgeven ook al woont men tussen de barbaren?' zei Nick en trok vragend een wenkbrauw op.
Het meisje lachte verrukt. 'Bij al zijn deugden ook nog een Confuciaans geleerde. Ik geloof dat Confucius het over een meer filosofische deugd had.'
Nick zei: 'Je moet een briefje aan je vader schrijven om de toestand uit te leggen.'
Haar stemming sloeg onmiddellijk om. 'Natuurlijk. Ik zal hem schrijven terwijl jij je aankleedt.'
Nick keek op zijn horloge en kleedde zich snel aan. Toen ze klaar was met schrijven pakte hij het briefje en zei: 'Tijd om te vertrekken. We zijn al laat.'
Ze waren niet laat. Hun afspraak was laat. Een half uur nadat ze de CIA-man hadden zullen ontmoeten, zaten ze nog met koude koffie in de warme ochtendzon. Grote tuilen gele en rode bloemen omringden hen terwijl de bloemverkopers hun manden neerzetten. De marktlui waren een verrukking voor de toeristen. Een krantenjongen kwam voorbij en schreeuwde pikante koppen over de grote onderwereldstrijd die die nacht rond Les Halles had plaatsgevonden.
Nick hoefde slechts één blik op het bezorgde gezicht van de Ier te werpen, toen hij zich een weg naar hun tafeltje baande, om te weten dat er iets mis was.
'Wat is er aan de hand, Rusty?' vroeg Nick zacht.
De CIA-man knikte even naar Kathy, keek toen Nick strak aan. 'We kunnen Dominique St. Martin niet vinden. We hebben het natuurlijk geprobeerd bij haar thuis, haar ouders, haar kantoor, overal...'
'Heb je het chateau van Johnny Woe geprobeerd?' vroeg Nick zacht. 'Verdomme. Ik had haar gisteravond gezegd niet naar huis te gaan. Ik heb haar gezegd wat ze moest doen en hoe ...'
'We zouden een officieel bevel tot huiszoeking moeten hebben,' zei Rusty twijfelachtig. 'Er zouden een hoop repercussies van kunnen komen 'Je hebt een bevel tot huiszoeking van mij,' snauwde Nick. 'Laat maar. Ik doe het wel. Breng jij Kathy terug naar de schuilplaats. Laat haar geen seconde uit je ogen. Als de Chinezen haar daar de afgelopen twee weken niet hebben kunnen vinden, betwijfel ik of het ze vandaag zal lukken. Denk eraan, laat haar geen seconde alleen.'
'Begrepen, meneer,' zei de CIA-man.
'Ik heb je auto nodig. Jullie tweeën kunnen van hier lopend gaan. Als ze jullie op straat lastig vallen, schiet je ze neer en stelt daarna de vragen.' En woest zei Nick: 'Blijf in het hotel tot ik daar kom.' Enkele seconden later zat Nick in Donovans Chevrolet en stuurde hem hard door het verkeer. De Tuilerieën hadden er nooit mooier uitgezien met de lange groene gazons onder de laatste ochtendnevels en de kleine bomen die in de knop stonden aan de overkant van het massieve Louvre. Nick had echter geen tijd voor schoonheid en vloekte op het verkeer dat zich maar langzaam ontwarde.
Als Woe de betekenis van de ring die Dominique droeg nog niet kende, zou het niet lang meer duren. Dominique was een knokster, maar Woe had in de Ondervragingsschool van de NKWD niet alleen maar geleerd hoe je een arm moest omdraaien.
En als de Chinezen ook maar een idee hadden van Hawks plannen om dr. Lin uit China te halen, zouden ze hem snel en ver weg verplaatsen. Of hem misschien zelfs, zoals zijn dochter vreesde, uit de weg ruimen om het risico te vermijden hem te verliezen. Het speet hem dat de slager in zijn schootsveld was gestapt toen hij had geprobeerd Johnny Woe te elimineren. Hij zou hem zonder gewetensbezwaar hebben gedood.
Het oponthoud bij Dominique's woonboot hoefde niet lang te duren. Nick had haar geheime bergplaats ontdekt en meende dat er een kleine kans was dat ze de ring daar verborgen had voordat ze werd gepakt.
Hij parkeerde dubbel bij de rivieroever en ging snel de trap af. Nicks vluchtige verkenning leerde hem dat de woonboot was verlaten. De deur zat niet op slot en toen hij naar binnen ging vond hij geen spoor van een worsteling - maar dat zei niets. Toen hij de geheime la in haar secretaire bekeek, was deze zo leeg als het huis.
Hij moest snel naar het chateau van Woe. Maar eerst moest hij nog één ding nagaan. Rustig, zonder overbodige bewegingen, liep hij naar de achterdeur en stapte op de verlaten kolenboot waar de zwerver Henri huisde. De aak scheen even leeg als de woonboot. Toen vingen Nicks scherpe oren het geluid van bewegingen benedendeks op. Hij vond hem in de duisternis van het ruim. Het verweerde oude gezicht was aangekoekt met gestold bloed en de groezelige oude jas was doorweekt. Nick voelde zijn pols. De oude man kreunde, knipperde met zijn ogen en probeerde iets te zeggen, maar de woorden waren onverstaanbaar.
'Je hebt een dokter nodig,' zei Nick. 'Ik zal er zo gauw mogelijk een sturen. Waarom ben je niet naar de politie gegaan?'
'Pas les vaches,' mompelde de oude man. 'Geen prinsemarij. Ik heb geprobeerd ... geprobeerd ...' Toen verliet zijn kracht hem geheel. Nick wist trouwens wie het had gedaan. In de woonboot belde hij een ambulance van de politie en liep terug naar de Chevrolet. Hij had geen duidelijk plan omdat de situatie voortdurend veranderde. Het enige wat je nodig had was een hoop geluk en een snel team. Het enige probleem was dat zijn ploeg de bal steeds kwijtraakte als hij in hun bezit was. Daarom gaf N3 er de voorkeur aan alleen te werken. Ik maak, hield hij zichzelf met grimmige humor voor, liever mijn eigen fouten.
Hij joeg de Chevrolet hard voort over de betrekkelijk verlaten wegen en schoot goed op. Hij liet de Chevrolet achter op de open plek waar Donovan in de vrachtwagen op hem had gewacht. Door de luchtfoto's had hij een uitstekend beeld van de topografische gegevens van het landgoed. Zeker, precies wetend waar hij heen ging, stapte hij het bos in. Het pad was glibberig door de lentelijke vochtigheid. Pas later daagde het hem dat dit een fatale blunder was. Hij scheen zo zeker van de overwinning. Het chateau was nu in de verte zichtbaar door de malse bladeren.
Nick besefte zijn vergissing toen de honden vanachter de struiken op hem afkwamen; twee grommende Dobermans - dierlijke cirkelzagen met vier poten om zich te verplaatsen en hersens om hen te leiden. De eerste hond stierf grommend en snauwend toen hij Nick naar de keel sprong. De kogel uit Wilhelmina stuurde hem met een salto mortale terug naar de struiken. De tweede raakte Nick vol in de borst. Hij struikelde achteruit onder het gewicht van de hond, voelde de hitte van zijn opgewonden adem en rook de stank uit de bek, keek recht in de schijnbaar eindeloze rijen tanden die slechts één bedoeling hadden; zich te haken in de warme slagader van Nicks keel.
Terwijl Nick, één arm opgeheven om zijn keel te beschermen, de stiletto uit zijn schede liet glijden, voelde hij een zware klap op zijn achterhoofd. Een fractie van een seconde zweefde hij op de rand van bewustzijn, worstelde om de beheersing over zijn lichaam te bewaren, toen gaven zijn verontwaardigde hersencellen de ongelijke strijd op en alles werd donker.
Uren, misschien dagen, later voelde hij zich bovenkomen, zich bewust van licht en geluiden. Hij zou liever beneden zijn gebleven, maar voelde steeds pijnscheuten in zijn wang. Zijn ogen gingen open en zagen de kleine, amandelvormige ogen van Arthur vlakbij, en zijn mollige gezicht was in de eeuwige grijns geplooid. Toen begreep hij dat Arthur hem in 'het gezicht sloeg. Nick reageerde onmiddellijk en ontdekte dat zijn handen stevig waren gebonden. Nick glimlachte vriendelijk tegen Arthur.
'Arthur,' zei hij op zijn minzaamste toon, 'als je daar niet onmiddellijk mee ophoudt, trek ik je hoofd van je romp en ga ermee stuiteren als met een basketball, begrepen?'
De volgende klap was aanzienlijk harder. Op de achtergrond gniffelde iemand. Nick herkende de diepe bariton van Johnny Woe.
'Hij schijnt bij te komen. Pas maar op, Arthur. Hij is vernuftig en gevaarlijk, onze Toen-tsji Carter.' Arthur sloeg Nick weer, ditmaal met zijn knokkels. 'Dat is voorlopig wel genoeg, Arthur,' zei Woe. Arthur stapte achteruit en Nick keek in het zonlicht, dat zo fel was dat het pijn aan zijn ogen deed. Hij wendde zijn hoofd af van de gloed. Woe zat in een houten leunstoel naast het raam, zijn knappe hoofd over een schaakbord gebogen. Naast hem op de grond stond een draagbare radio die onderbroken kraakte en zoemde. Woe tilde hem op voor hij zich tot Nick wendde en zei: 'Hier het chateau. De jacht is afgelopen. Roep alle eenheden terug en laat ze weer aan het werk gaan.'
Hij keek Nick aan met zwarte, uitdrukkingloze ogen. 'Speel je schaak, Toeng-tsji?'
'Heb er recentelijk niet veel tijd voor gehad,' zei Nick.
'Dan ken je misschien het principe dat een pion altijd moet worden geofferd voor een belangrijker stuk.'
Nick trok zijn wenkbrauwen op en zei niets. Hij was er nieuwsgierig naar waarom Woe, gekleed in een zijden sporthemd, zijn mohair jasje over de rug van de stoel, de landheer speelde tegenover zijn gevangene.
'De uitzondering op de regel geldt wanneer de pion een vitaal belangrijk vak verdedigt, nietwaar, kameraad?'
Nick was te slim om zich in dit debat te laten trekken.
'Ik vraag me zelf,' vervolgde hij, 'Woe-tsoeng, waarom stuurt het Westen zijn koningin om een pion te beschermen? Ik heb er geen antwoord op. Wat beschermt de pion?'
'Heb je het de pion al gevraagd?' informeerde Nick. Woe stak een lange, dunne sigaar op en keek Nick peinzend aan.
'Het is jammer,' zei hij langzaam, 'dat ik door de omstandigheden was gedwongen de ondervraging van de pion over te laten aan mijn idiote landgenoot. Hij heeft zijn deugden, maar gevoelige handen en een gezond beoordelingsvermogen horen daar helaas niet bij.'
Nick hoorde Arthur giechelen bij deze woorden.
'Het meisje,' zei Woe, 'is helaas geknakt, nutteloos en op dit moment waarschijnlijk dood.'
Arme Dominique, dacht Nick en hij keek naar Arthur. De dingen die die vette schoft zou bedenken konden nooit erg plezierig zijn. Waarschijnlijk niet eens menselijk. Niet dat Woe bekend stond om zijn prettige manieren. Maar blijkbaar had ze niet gepraat.
'Niettemin,' vervolgde Woe, 'zijn we soldaten. Als de slag is verloren, hergroeperen we ons en beperken onze verliezen tot het minimum. Ik moet u oprecht bekennen dat ik graag zou willen weten waarom u voor het meisje St. Martin bent gekomen.'
Nick was verbaasd. Hoewel hij geen haast had om de dingen op gang te brengen, begreep hij niet waarom Woe niet begon de olie te koken en de merkijzers te verhitten. Hij moest beseft hebben dat Nick geen antwoord op zijn vragen zou geven.
'Je bent toch niet uit ridderlijkheid gekomen?' vroeg Woe opeens. 'Je bent toch niet toevallig een idioot? Terwille van het meisje? Nee,' zei hij, zijn hoofd schuddend. 'Zij had iets dat jij nodig had.'
Nick voelde een toets van droefheid over het feit dat de Chinese meesterspion gelijk had. Hij was niet in de eerste plaats voor het meisje gekomen. Maar ze was niet zo uit zijn gedachten als Johnny Woe dacht. Arthurs gegiechel onderbrak de monoloog van Woe terwijl de dikke Chinees op Nick toeliep.
'Ik zal de bamboeloten onder zijn nagels planten, dan spruiten de antwoorden eruit,' was Arthurs opgewekte suggestie.
Woe's gezicht werd donker. Hij stond op en sloeg Arthur hard in het gezicht, zodat hij bijna omviel.
'Je doet wat je gezegd wordt - als het je gezegd wordt. Het komt door jouw stommiteit dat ik hier moet blijven terwijl ik ergens anders had moeten zijn.'
Johnny Woe greep Arthur bij de borst en zijn harde hand draaide de rechtertepel om tot de man gilde. Woe bleef draaien en Arthur bleef gillen. Ten slotte duwde Woe zijn man naar een bank en Arthur bleef daar slap liggen en giechelde tot Nicks verbijstering. Het geluid deed Nick rillingen over de rug lopen. Hij was benieuwd wat Arthur als een schaterlach beschouwde en bekende zichzelf dat hij er niet op zat te springen daar achter te komen. Woe wendde zich tot Nick alsof er niets was gebeurd.
'Zie je, kameraad Carter, je hebt niets te verliezen. Vertel me wat Dominique St. Martin had dat jij wilde hebben en ik zal je er goed voor betalen. Ten slotte zitten we hier allebei voor het geld in en nu ik het meisje Lin heb, kan het geld de woede van je bazen verzachten.'
Nu ik het meisje Lin heb. De woorden gilden in Nicks brein als de folterkreten van de mensen die hadden gestreden en waren gestorven om juist dit te voorkomen. Er was iets verschrikkelijk misgegaan. 'Je bluft, natuurlijk,' zei Nick koel, bijna lui. 'Ik vind je verhaal een beetje ongelooflijk daar ik haar net op een Amerikaans legertoestel naar de Verenigde Staten heb gezet - tenzij je kans hebt gezien ook dat te kapen.'
'Op ditzelfde moment,' zei Johnny Woe, 'is Kathy Lin op weg naar - niet naar Amerika. Ze is onderschept toen ze het Hotel Nevada bij Les Halles binnenging,' zei hij, in een notitieboekje kijkend, 'dat was vanochtend om half elf en ze was in het gezelschap van een Amerikaanse agent met rood haar. De agent is niet doodgeschoten omdat ik was gedwongen met huurlingen te werken die bekend zijn in de buurt. Ze hadden er geen bezwaar tegen een illegaal verblijf houdende vreemdelinge op te pakken, maar deinsden ervoor terug een man met een Amerikaans paspoort te doden - tenminste voor de prijs die ik bereid was te betalen.'
Nick dacht razendsnel na. Jaren van ijzeren zelfdiscipline hadden hem de zeldzame eigenschap geleerd onder alle omstandigheden eerst aan de belangrijkste dingen te denken.
'Eerlijk gezegd, toen ik eenmaal wist dat het meisje in de marktbuurt verbleef, heb ik de hulp van de onderwereld van Marseille ingeroepen die uitgebreide belangen in de buurt van de Rue St. Dénis heeft en vanochtend wist ik precies waar ze was. Het is jouw schuld niet dat de Marseillaanse gangsters alles en iedereen in de wijk kennen.'
Nick was het er niet mee eens. Hij had Donovan nooit alleen moeten laten met het meisje. Onzin, zei een ander deel van zijn brein, die stap was redelijk en gerechtvaardigd, je hebt gedaan wat gedaan moest worden.
'Ik vertel je dit allemaal om aan te tonen dat je geen reden meer hebt om niet mee te werken,' zei Woe. 'Je weet net zo goed als ik dat het al eerder voor geld is gedaan en nog wel vaker zal gebeuren. Onze fondsen zijn niet ongelimiteerd, maar ik kan je vijfduizend dollar en je vrijheid aanbieden.'
Hij pakte een sigaret uit een zilveren doos, stak hem op en duwde hem tussen Nicks lippen. Jawel, dacht Nick. Ik zing mijn lied en krijg de kogel bij wijze van applaus. Hij weet dat Dominique een stukje van de legpuzzel vormt en zonder dat stukje heeft hij weinig aan Kathy Lin, anders zou ik niet hier zijn om te proberen het terug te krijgen. En hij heeft die ring nodig om aan dr. Lin te laten zien als Kathy ontsnapt of zelfmoord pleegt of zo. Me neus, kameraad Woe.
'Het meisje Lin is op weg terug naar haar vader die gesust moet worden vanwege de delicate en onafhankelijke aard van zijn werk. Maar daar de ondervragingsmethode van mijn landgenoot zó geweldig onhandig was dat er een incident in de buurt heeft plaatsgevonden, zijn we gedwongen hier te vertrekken tot de zaak is opgehelderd. Dus ben ik bang dat ik je antwoord nu moet hebben, kameraad Carter.' Woe keek afwachtend.
'Wat heeft Arthur precies met haar gedaan?' vroeg Nick rustig.
Het meedogenloze gezicht van de Chinese communist keek onbewogen terug.
'In plaats van onze verhoorkamer hier te gebruiken,' zei hij en wees naar een groot naakt van Courbet dat het grootste deel van een muur bedekte, 'heeft Arthur haar in zijn enthousiasme mee naar de stallen genomen en haar ingesmeerd met de vaginale afscheiding van een van de merries en haar toen op de buik van mijn nieuwe hengst gebonden. De resultaten waren ...' Woe spreidde zijn handen en haalde zijn schouders op. 'Haar gegil trok natuurlijk de aandacht van onze plaatselijke werknemers. Ze werd op tijd weggehaald en verborgen, maar het zal niet lang duren voor er een onderzoek wordt ingesteld.'
Nick bedwong de lust zijn ontbijt op de parketvloer van de kamer te spugen. Hij hoorde niet meer wat Woe zei. Het was onmogelijk het onzegbare tafereel in de stal van zich af te zetten. Hij zag steeds het angstige, opgehitste paard dat toestootte en het meisje - als hij aan het meisje dacht welde de misselijkheid in golven in hem op. Het geluid van het gegorgel van Arthur die op de bank lag droeg bij tot de walging die Nick overspoelde. Hij had zelf ook mensen voor zijn regering gemarteld, maar nooit voor de sport en nooit met onnodige wreedheid. Woe sprak nog steeds.
'In het inlichtingenwerk is het belangrijk precies te weten wanneer een netwerk zichzelf heeft overleefd, vind je niet? Ik geloof dat het nu zo ver is. Ik moet je antwoord nu hebben.'
Nick hoorde een auto op het grintpad buiten.
'En, Carter?'
'Ik kan je niet helpen, Woe,' zei Nick groggy.
'Je bent een idioot.' Johnny Woe's stem klonk verachtelijk. 'Het alternatief is dat je hier blijft met Arthur die opdracht heeft de inlichtingen uit je te halen. Als professionals onder elkaar had ik niet gedacht dat een dergelijke voor de hand liggende verklaring nodig zou zijn.'
'Sodemieter op, Woe,' hoorde Nick zichzelf op verrassend beheerste toon zeggen. 'Ik moet wat denkwerk verrichten.'
Hij hoorde Woe zeggen: 'Uitstekend. Ga je gang, Arthur.'
De grote Courbet gleed geruisloos over een onzichtbare rail langs de muur. Tot dan toe was Nick nogal op Courbet gesteld geweest.
Hoofdstuk 12
Het chateau van Johnny Woe stond aan de rand van het Franse land van het 'blauwe gras,' dat bekend is om de kwaliteit van de renpaarden die in de streek gefokt worden. Het chateau had één ster in de Guide Michelin, en er wordt beweerd dat kardinaal Richelieu het had uitgekozen als schuilplaats en een plek om politieke gevangenen te verhoren, hoewel de gids er zorgvuldig voor waakt verantwoordelijkheid voor dit verhaal op zich te nemen. Sinds de Chinese Handelsmissie het kasteel had gehuurd, was het trouwens toch niet meer voor het publiek toegankelijk.
Indien de politiek gezinde kardinaal gebruik van het chateau had gemaakt, dacht Nick, zou hij zijn oude stulp niet meer hebben herkend. In de kamer achter het naakt van Courbet was het enige dat herkenbaar van het chateau was de magnifieke parketvloer. De muren en het plafond waren met kurk bekleed. In het midden van de kamer stond een geheel toegeruste, elektrisch bewogen operatietafel. Een vriesafdeling met schuifladen voor lichamen stond tegen een muur. Tegen een andere muur stonden rekken met chemicaliën en enkele dicteermachines.
Arthur was bezig met zijn voorbereidingen - hij leek precies op een oude scheikundeleraar die zijn volgende les voorbereidt.
'Een mooi jongensspel, wat, Arthur?' zei Nick traag. Arthur giechelde weer en ging door met het verschuiven van flessen. Nicks gedachten waren niet plezierig, hoe hij ze ook draaide of keerde. Hij besloot zich te concentreren op de manier waarop hij vrij kon komen en Arthur doden. Zelfs dat vooruitzicht zag er op dit moment niet bijster gunstig uit. Eén factor had Nick aan zijn zijde. Tijd. Woe had tegen Arthur gezegd dat hij met de vrachtwagen kon vertrekken als hij van Nick te weten was gekomen waar ze naar op zoek waren. Kennelijk kon de vrachtwagen niet eeuwig blijven wachten als de Chinees de politie verwachtte. Niettemin, als Arthur haast had mocht God weten wat hij allemaal bedacht.
Nu kwam de kleine dikke Chinees achter zijn tafel vandaan met zijn handen op de rug. Nick zette zich schrap. Hij had de knopen al een half dozijn keren beproefd. Degeen die hem had gebonden verstond zijn vak.
Arthur bracht de doek met chloroform snel omhoog. Nick had tijd om snel adem te halen, vervuld van de geur van de doek, voordat deze hard op zijn gezicht werd gedrukt. Nick duwde met zijn hoofd tegen de doek, maar de Chinees was verbazingwekkend sterk voor een zo kleine boterbal. Een minuut, anderhalve minuut, en Nick veinsde bewusteloos te zijn. Hij had het al eerder vier minuten volgehouden zonder adem te halen - toen zijn longen vol frisse lucht waren geweest.
'De buitenlandse duivel slaapt vredig,' giechelde Arthur. 'Maar hoe kan Arthur daar zeker van zijn?' Opeens kreeg Nick een harde stomp in zijn maag, zo hard als een onverwachte geweerkogel. Hij sloeg snakkend naar adem dubbel, maar dronk in plaats daarvan de bedwelmende geur van de chloroform in. Uit een ooghoek zag Nick dat Arthur het zware raamgewicht weer ophief en toesloeg. Weer voelde hij de folterende pijn en toen hadden de dampen hem overweldigd. Hij zonk weg in de duisternis.
Hij kwam bij op de operatietafel. Het was niet al te onbehaaglijk, afgezien van een licht dat pal in zijn gezicht scheen. Dit was een speciale tafel. De handen en voeten van de patiënt waren geketend.
Hij was ontkleed. Op verschillende plekken van zijn lichaam waar de voornaamste zenuwknopen zich bevonden, waren elektroden vastgeplakt.
'Het zal wel geen nut hebben je meteen maar alles te vertellen wat ik weet,' zei Nick. 'Je kunt niet zonder je lolletjes, hè?'
'Jij plaat, jij plaat heel gauw,' hoorde hij Arthur zeggen.
'Dit is wel een gouden dag voor je geweest, makker.' Er kwam geen antwoord. Nick keek recht voor zich uit door het enige hoge raam in de kamer. Hij zag de kanten boomtoppen en een lucht vol platte, pluizige wolken. Hij dacht aan Dominique, toen begon het. Een elektrische motor zoemde en Nick voelde de stroom tegelijk op een half dozijn verschillende plaatsen door zijn lichaam gaan. Zijn hart bleef stilstaan door de schok en zijn forse lichaam smeet zich tegen de leren banden en zijn rug kromde zich als een boog, terwijl zijn schedel vervuld was van het geruisloze kabaal van hersencellen die zich wild in de verkeerde banen ontlaadden. De machine stopte even plotseling als hij was begonnen en Nicks lichaam ontspande. Hij haalde onregelmatig adem. Hij had heftige hoofdpijn en als hij niet in zo'n perfecte lichamelijke conditie was geweest, zou door de folterende kramp zijn rug als een lucifer zijn gebroken. Het zweet stond op zijn voorhoofd en stroomde van zijn ledematen.
Hij hoorde Arthur verrukt giechelen. Hij besefte nu dat Arthurs onmenselijke lach niets had te maken met humor, maar een individuele neurasthenische reactie was van een beslist seksuele origine. Door een vreemde psychologische kronkeling zou Arthur zich willen bevinden waar Nick nu lag.
'Ik beploef alleen appalatuul. Een ... twee ... dlie ...' giechelde hij.
Opnieuw de verblindende onaardse stoot door Nicks lichaam. Zijn mond kromde zich in een kreet die zijn kortgesloten brein niet kon afleveren. Toen hij voldoende was hersteld van de tweede dosis elektriciteit, zei hij: 'Niet overdrijven, kameraad. Doden kunnen niet praten, en waar blijf jij dan?'
Arthur scheen dit simpele feit zelf al begrepen te hebben en temperde zijn enthousiasme enigszins. De volgende paar minuten amuseerde hij zich ermee verschillende elektroden te ontkoppelen en individuele stroomstoten door Nicks lichaam te zenden. Na elke keer keek hij nieuwsgierig naar Nick en stelde een vraag.
Nick kreeg er genoeg van slimme opmerkingen te bedenken en weigerde gewoon zijn mond te openen. Hij wist dat hij hier slechts een bepaalde hoeveelheid van zou kunnen verdragen eer zijn brein geheel was uitgebrand en het grote robuuste hart weigerde weer op gang te komen.
Arthurs gegiechel had nu een andere klank die Nick onheilspellend in de oren klonk. Hij voelde dat de elektroden werden verwijderd. Toen klemde Arthur er twee op zijn genitaliën. De koude aanraking van het metaal op zijn lichaam duidde de folteringen aan die vanuit zijn lichaam zijn hersens zpuden bereiken.
Er moest een manier zijn om los te komen. Hij had genoeg tijd besteed met het bestuderen van de methodes van wijlen Harry Houdini. Jammer genoeg had hij niet de macht over zijn spieren nu hij op de tafel vastgeklemd lag.
'Wacht hiel,' zei Arthur opeens. 'Ik kom zo telug.'
'Haast je niet,' zei Nick. 'Wat heb je in godsnaam nog nodig dat je hier niet hebt?'
Hij hoorde de dikke man de kamer uitschuifelen. Het was te mooi om waar te zijn. Hij merkte onmiddellijk op dat een van de draden van de elektroden die aan zijn genitaliën waren bevestigd op twee centimeter van zijn hand liep. Met al zijn kracht drukte Nick zijn hand tegen de boei. Hij voelde dat zijn vingertop langs de draad streek. Hij drukte harder. Het leer van de boei was als een mes op zijn pols. Zijn vingertop had nu een halve centimeter speling rond de draad. Hij durfde er niet tegen te duwen of iets te forceren. Oneindig voorzichtig kromde hij er zijn lange middelvinger om tot deze de draad raakte. Hij durfde geen adem te halen, terwijl hij de draad over zijn vingertop rolde tot hij op de kromming van zijn vinger lag. Toen trok hij hard en voelde de prik van de plakband waar de elektrode mee vastzat.
Goed zo. Hij trok de draad tussen zijn vingers tot hij strak stond, trok toen hard. De draad liet los van de elektriseermachine. Met snelle vingers wikkelde hij de draad op en bekeek de klampen van de boeien. Ze waren niet op slot. Ze bevonden zich zo ver van de tafel dat de 'patiënt' er toch niet bij kon.
Hij boog de draad in de vorm van een vishaak, duwde hem onder het einde van de riem en maakte deze los uit de gesp. Hij moest de draad nog een keer terugtrekken en dubbelvouwen om hem sterk genoeg te maken om de gesp los te trekken.
Eindelijk gaf de gesp onwillig het verzet op. Tegelijkertijd hoorde hij Arthurs voetstappen terugkeren. Hij had net tijd om zich er van te overtuigen dat de boei geheel los was en de elektrode weer op zijn lichaam aan te brengen, toen Arthur terugkwam met een tweede operatietafel die hij voor zich uitduwde.
Op de tafel lag de naakte Dominique St. Martin. Of wat er nog van haar resteerde. Hij keek één keer naar haar en draaide zijn hoofd af. Haar lange gele haar was geklit door bloed en vuil. Haar gezicht was een onherkenbare massa builen en beide armen hingen onnatuurlijk af. Het prachtige lichaam was overdekt met sneden en verkleurd door striemen en bloed.
Ze haalde zacht adem en kreunde ergens diep in haar keel. Haar prachtige jonge lichaam dat kon dansen en rijden en zich tegen ziekte verzetten en een ander leven dragen, was snel bezig uiteen te vallen in stof, niet meer dan een onderdeel van de stikstofcyclus.
Nick hoorde zijn naam hijgen door iets wat eens een strottenhoofd was geweest. Hij dwong zich haar aan te kijken. Het was niet makkelijk.
'Dag, schat,' zei hij zo luchtig als hij maar kon. 'Zodra ik Arthur hier heb afgemaakt, zullen we je in een wip op de been krijgen.'
Ze zei iets. Hij verstond het niet. Het eindigde met 'te laat.'
'Nooit te laat, schat,' zei Nick opgewekt. 'Over een paar dagen dans je weer als de beste,' loog hij. Hij hoorde Arthur weer gniffelen.
'De minnaals weel velenigd,' zei hij druipend. 'Althui zal hun laatste lichamelijke veleniging velsielen. Maar eelst velhool.'
Hij duwde de tafel waar Dominique op lag naast die van Nick. Toen bevestigde hij bij haar elektroden op dezelfde lichaamsdelen als bij Nick en verbond de twee sets.
'Als je geen antwoold op vlagen geeft, dan... z-z-z-zoem glote schok vool jongen en meisje.' Hij liep weg om de machine aan te zetten. Even later zou hij zien dat een van Nicks draden verbroken was.
'Ik vlaag je nog een keel...'
Het waren de laatste woorden die hij sprak. Nicks arm schoot uit als een toeslaande slang en greep hem bij de riem. Met zijn rug half afgedraaid werd Arthur er volkomen door overvallen. Nick trok hem hard tegen de tafel en pakte hem bij de keel. Langzaam bracht hij druk over, als een man die in een rubber oefenbal knijpt, en de vingers sloten zich als ijzeren klampen rond de slappe keel.
Nick was een professional. Hij was nog niet kwaad geworden sinds hij in Frankrijk was gearriveerd, niet tot hij op het chateau was gekomen. Dominique had daar verandering in gebracht. Het zware lichaam zakte in elkaar. Nick kneep met de enorme kracht van de spieren in zijn ene arm en schouder tot zijn hand geheel verdwenen was in de plooien van de keel van de dikke man. Eén ogenblik overwoog hij hem in leven te laten en hem een slokje van zijn eigen medicijn te geven, maar toen kneep hij met een laatste krachtige beweging van zijn hand het leven uit het dikke lichaam en smeet het verachtelijk op de grond.
Hij maakte zich los, rekte zich uit en liep naar Dominique. Haar ademhaling werd steeds zwakker. Haar grote ogen knipperden een moment open, gingen toen weer dicht. Een aanduiding van een glimlach verscheen rond haar lippen. Met eindeloze inspanning zag ze kans een hand op zijn arm te leggen.
'Jij bent losgekomen. Jij zult altijd loskomen. Maar de arme mensen die proberen jou bij te houden Er was een suggestie van schouderophalen. 'Ik was zelf ook zo, vroeger
'Het spijt me, Dominique,' zei Nick zacht. 'Ik zal een dokter halen ...'
'Je hoeft geen spijt te hebben, chéri,' zei ze zacht. 'We hebben een fijne tijd gehad ...'
'Ik ga een dokter opbellen,' zei Nick. 'Ik kom zo terug.' Maar hij had weinig hoop. Haar lichaamstemperatuur was fataal laag en haar ademhaling nauwelijks bespeurbaar.
'Zo weinig tijd,' hijgde ze. 'Johnny Woe heeft het meisje.'
'Dat weet ik,' zei Nick grimmig. 'Ik vind hem wel.'
'Hij heeft haar meegenomen naar de villa in Biarritz ... Villa ... Villa ... Sans Souci ...'
Zelfs terwijl ze stierf moest ze door haar Franse instelling even glimlachen om de ironie van de naam van de villa. Villa Zorgeloos.
'Ze hebben de arme Henri vermoord ... hij heeft geprobeerd ze tegen te houden ...' Haar stem werd zwakker.
'De ring, Dominique,' zei hij dringend. 'Wat heb je met de ring gedaan?' Haar glimlach was teder.
'Maar natuurlijk, Nicholas. Ik heb hem aan mijn vinger. Hier.'
Ze was te zwak om haar hand op te tillen. De ring was niet erg opvallend en de Chinees had niet geweten wat hij moest hebben. Nick kuste haar teder en hij zag dat zelfs dat haar pijn deed. Hij liep naar de grote kamer en belde een dokter. Toen hij terugkwam was ze dood.
Hoofdstuk 13
Woest rukte Nick een gobelin van de muur van de kamer en bedekte er het lichaam van Dominique mee. Toen bleef hij daar een poosje staan, niet in staat zijn gedachten te verzamelen. Een minuut later kleedde hij zich aan. Zijn arsenaal - Wilhelmina de Luger, Hugo de stiletto en Pierre het gasbommetje - vond hij naast de stoel van Johnny Woe.
Nick draaide het nummer van de CIA. Donovan was abject.
'Ik heb tegen dit gesprek opgezien, Nick,' zei hij. 'Laat maar,' snauwde Nick. 'Het was een goed voorbereide overval. Iedereen had er in kunnen lopen. Het is alleen maar toeval dat je nog leeft. Luister nu ...'
Nicks orders waren kort en bondig. Toen hij ophing viel zijn oog op een buffet met een schaal fruit. Door het raam zag hij mannen een vrachtwagen laden en ongeduldig naar het huis kijken. Hij kreeg een idee. In kille woede beende hij door het huis tot hij had gevonden wat hij zocht. Toen hij gereed was, had hij Arthurs lichaam in een kleine hutkoffer geperst als een man in een geringe badkuip. Toen bracht hij wat schilders noemen de finishing touch aan.
Van een van de schalen pakte hij een appel die hij, na de kaken van de dode folteraar te hebben open gewrongen, stevig in zijn mond ramde. Schuddend van duister gelach krabbelde Nick een briefje dat hij in Arthurs vestzak duwde. Het luidde:
Johnny Woe: Ik geloof dat dit van jou is. Zo komen varkens te pas.
Veel liefs van AXE
Nick deed de koffer op slot en stak de sleutels in zijn zak. Toen sleepte hij de koffer naar buiten waar de mannen om de vrachtwagen heen stonden.
'Deze moet ook mee,' zei hij kortaf.
Een van de mannen keek hem achterdochtig aan. 'Waar is de dikke?'
Nick haalde zijn schouders op. 'Die is al een poosje weg. Zijn instructies waren dit te versturen als het ingepakt was.'
Hij haalde weer zijn schouders op en ging terug naar binnen. Toen de vrachtwagen was vertrokken, liep hij over het gazon terug naar de open plek waar hij de auto had neergezet. Een paar uur later was hij in het depot van AXE aan de telefoon met Washington. Hawk luisterde onbewogen naar Nicks verhaal. 'Kan de luchtmacht me naar Biarritz of ergens in de buurt vliegen?' vroeg Nick. 'Als het snel genoeg gaat, ben ik daar voor Johnny Woe en kan ik hem thuis verwelkomen.'
'Je zit te popelen om een gaatje in hem te schieten, hè?' vroeg Hawk terwijl hij Nick strak aankeek. 'Eerlijk gezegd, ja,' zei Nick terugkijkend.
'Tja,' zei Hawk, en hij keek droger dan ooit, 'ik ben bang dat ik je moet teleurstellen, Nick.'
Nicks gezicht veranderde niet toen hij Hawk aankeek. Hawk zou hem niet zonder goede reden terughouden. 'Zoals ik je de vorige keer heb verteld, is de situatie in China aan het veranderen. Onze vluchtroute voor dr. Lin is ongeveer uitgeschakeld. Als we hem er nu niet uit krijgen, lukt het waarschijnlijk nooit meer. Bovendien komt daar nog bij dat een machtige kliek in de regering wil dat dr. Lin nu geëlimineerd wordt, voordat hij nog eens probeert te ontsnappen. Misschien krijgen ze hun zin en vermoorden ze hem voor wij hem kunnen bereiken. Dus ga je naar China, Nick.'
Er heerste een ogenblik stilte. Ditmaal wist Nick niet wat hij moest zeggen.
'Goed, meneer,' leek het beste antwoord.
'Het is niet zo hopeloos als het klinkt, Nick. Vergeet niet dat ik geld en tijd aan deze operatie heb besteed. Ik stuur je er niet open en bloot naar toe. Je krijgt flinke steun en ik geloof dat ik de operatie zelf behoorlijk heb opgezet. Ik wilde je later sturen, maar dr. Lin is wat propaganda betreft te veel waard voor hen om het risico te nemen dat hij naar het Westen overloopt en voor ons om af te wachten of ze hem vermoorden.'
'En het meisje?' vroeg Nick. 'Blijft hij in het Westen als zijn dochter er niet is?'
Hawk doofde zijn sigaar.
'Ze zal er zijn. Johnny Woe is ondergedoken in Biarritz. Wij kunnen hem niet pakken en hij kan niet weg. Het is niet ons land, zoals je weet. De Franse en Spaanse kustwacht zullen hem dag en nacht op het water in het oog houden en wij vanaf het land. Hij zal het meisje niets doen, want dan hebben ze niets om mee te onderhandelen. Maar ze zouden dr. Lin kunnen doden en dan het meisje doden. Dat moet jij voorkomen.'
Nick leunde achterover in zijn stoel. De instructies zouden grondig zijn. Hij betastte de zegelring in zijn zak, terwijl Hawk een grote luchtfoto ophield die in vakken was verdeeld.
'We hebben voor morgenavond een machine klaar staan om je ernaar toe te brengen. Ik heb een hoop geld betaald aan tussenpersonen in Ahorn Johnny Woe, dacht Nick, had enig uitstel van executie gekregen.
Hoofdstuk 14
De sterren schitterden als diamanten. Het leek, vond Nick, of hij ze zou kunnen aanraken als hij zijn hand uitstak. Hij voelde een verandering in beweging en begreep dat het vliegtuig zou gaan landen. Een ogenblik later klonk de stem van de piloot door de intercom.
'We naderen het afspringgebied. Stand by. Ik tel af over twee minuten met een countdown van een kwart minuut tot aan vijftien seconden.'
'Okay,' zei Nick lui. Het was oude kost.
'Je hebt er een mooie avond voor uitgekozen, makker,' zei de piloot meelevend. 'Een hoop maan, geen wind. Je moet binnen de vierhonderd meter van het doelwit kunnen neerkomen. Ik snap niet waarom de CIA een man wil neerzetten in dit verlaten gebied.'
De piloot was spraakzaam. Waarom niet? Over anderhalf uur zou hij het schuim van een glas koel bier blazen in de officiersclub. Nick nam niet eens de moeite hem te vertellen dat hij geen CIA-man was. Misschien hield de piloot van de maan. Nick niet. Hij kon de woestijn onder zich zien. Vanaf deze hoogte en in het maanlicht was hij onwerkelijk als een enorme olifantshuid. Hij wist waar hij zou neerkomen en had de maan niet nodig om de plek te vinden. En de maan zou een grote steun zijn voor iemand die de omgebouwde U-2 machine waarin hij zat oppikte. Ze zouden misschien raden dat er iemand gedropt zou worden. Het was wel waarschijnlijk dat de Chinezen de lucht rond hun ultra-geheime biologische laboratoria scherp in de gaten hielden.
Ze vlogen hoog boven de Chinese grens aan en daalden steil af tot een hoogte waar Nick kon springen zonder dat zijn bloed zou gaan koken door gebrek aan druk. Nick schoof zijn zuurstofmasker voor zijn zwart gemaakte gezicht. Het zwarte gezicht paste bij zijn zwarte parachutistenpak, helm en parachute -de speciale nachtversie.
De piloot waarschuwde Nick twee minuten voor tijd. Nick draaide de knop van zijn schietstoel op operatief. Als hij door de kap naar buiten vloog, was hij een man zonder land. Alles aan hem was steriel, behalve de AXE-tatoeage die hem aan de Chinese Inlichtingendienst zou onthullen als een man die een speciale, hoewel nauwelijks plezierige, behandeling verdiende.
'Klaar, makker?' vroeg de piloot.
'Zet me maar ergens in de volgende straat af.'
'Nou, succes, jongen.'
'Bedankt,' zei Nick laconiek en luisterde naar de piloot die van vijftien af terugtelde. Hij hoopte maar dat de knaap zo'n vluggerik was als hij scheen te zijn, en dat hij zijn instrumenten goed las. Een vergissing van een paar seconden hier boven zou betekenen dat hij kilometers moest lopen om zijn basiskamp te bereiken. Of hij kon neerkomen boven de sneeuwgrens van een van 's werelds hoogste en rauwste bergen in het aangrenzende Tibet. Maar de procedures vereisten dat deze andere grapjas vloog in plaats van Nick, en dat was dat. Toen hij bij vijf was, trok Nick de schuif boven zijn hoofd open.
'Vier ... drie ... twee ... één.'
Nick drukte op de knop. Hij voelde de gedempte dreun van de ontploffing onder zijn stoel. Toen werd hij hoog de nacht ingeslingerd en de koele lucht spoelde langs zijn gezicht. Hij voelde de ruk van de drukknop en zijn parachute opende zich met een geweldige ruk. De eerste paar honderd meter gaf hij zich over aan het genot van de parachutist, het gevoel van volstrekte vrede en isolement dat hij altijd onderging als hij tussen hemel en aarde hing. Toen hij ver genoeg was gevallen, nam hij zijn omgeving in zich op en stuurde de makkelijk wendbare parachute naar zijn doelgebied. Hij kwam zacht in het zand neer. Nick rolde soepel door en kwam meteen overeind. Hij had een hoop te doen. Maar dat kon wachten, besloot Nick.
Hij bevond zich aan de rand van de grote Takla Makanwoestijn. Hij was stellig niet de eerste blanke die daar was afgesprongen en hij zou niet de laatste zijn. Maar het was ook bepaald niet de Harvard Club in New York. De avond leek te rustig. Het was plezieriger om de sterren van 15.000 meter hoogte te bekijken.
Alles hing nu af van de mannen van de Khoef-stam. Het was een ras van taaie kleine mannen, afstammelingen van Caesars Bactriaanse cavalerie, nomaden die van Klein-Azië tot China zwierven en geen andere grenzen erkenden dan hun eigen neigingen. Ze waren goed betaald om de uitrusting van Nick op te vangen - een drop die was geregeld door Hawks wereld omspannende voorraadnetwerk. Hawk noch Nick kon weten wat de nomaden er eventueel mee hadden gedaan. Als ze de regeling voor Nicks sprong aan de communisten hadden gemeld, zou alles ten einde zijn wanneer hij zijn herkenningsteken gaf. Ontsnapping zou onmogelijk zijn. Zonder gidsen kon niemand de honderden kilometers woestijn of bergen afleggen die de Chinese biologische en atomaire proefterreinen tegen nieuwsgierige ogen beschermden. Nick volgde zijn kompaskoers. Wilhelmina was binnen makkelijk bereik. Niet dat ze veel zin zou hebben indien de Khoefs hem hadden verraden. Een eerlijke huurling, dacht Nick, is een huurling die zich niet laat omkopen.
Hij bleef op een duin staan. Het kamp van de Khoefs lag onder hem. Hij zag de mannen, tegen de koude woestijnavond in mantels gehuld, rond de kampvuren zitten. Het was nu bijna rond het vriespunt.
Daar gaan we, dacht hij. Hij flitste het herkenningsteken met zijn lamp en wachtte. Hij wist dat ze schildwachten moesten hebben uitgezet. Hij was niet van plan op zich te laten schieten door onaangekondigd het kamp binnen te lopen.
Voor zich uit zag hij een licht. Die jongens waren alert. Nick seinde weer en begon af te dalen. Ze vingen hem vlak buiten het kamp op, drie breedgeschouderde mannen met tulbanden en mantels. De man in het midden, die een hard gezicht met een dunne snor had, stak zijn hand uit.
'Welkom in ons kamp, meneer.' Nick drukte de hand. 'Sjangra Lal?'
'Tot uw dienst.' De man boog. Zijn metgezellen lieten hun moderne semi-automatische geweren zakken en schenen nu meer op hun gemak te zijn.
'Neem ons de wapens alstublieft niet kwalijk,' zei Sjangra Lal. 'We komen meestal niet zo dicht in de buurt van de Chinese installaties. Mijn broeders zijn voorzichtig.'
Nick mompelde dat hij het begreep. Hij had geen idee hoe de zaken er voor stonden, maar dit was de plek die Hawk had besloten als de meest geschikte te kiezen. Sjangra Lal sprak Engels, had een opleiding aan de universiteit van Lahore gevolgd en hij was te zeer een nomade om veel sympathie te hebben voor een levenstrant die zo totalitair was als het communisme. Bovendien werd Sjangra Lal gezocht wegens een treinroof in zijn geboorteland Afghanistan.
Nick was er op gebrand te weten of zijn uitrusting was aangekomen en nog intact was. Maar Sjangra Lal wilde er niet van horen voordat ze gegeten hadden. De maaltijd bleek gestoofde geit te zijn met iets dat, hoopte Nick, knoedels waren - maar hij vroeg er niet naar. Daarna dronken ze wijn die naar saké smaakte, maar veel sterker was. Er werden enkele toosts uit gebracht en Nick dronk dapper mee. Het zou onzin zijn de stamleden te beledigen die zijn enige terugweg naar de bewoonde wereld vormden. Enkele mannen waren dronken Voor het laaiende vuur in slaap gevallen toen Nick besloot dat het tijd werd nog eens naar zijn uitrusting te vragen.
Sjangra Lal, die uit een schaal dronk, lachte terwijl hij de schaal aan de man naast hem gaf.
'Waarom komt u van zover om de Chinezen te bestreden - koene duivel die uit de hemel springt? Kom bij ons en u mag aan mijn rechterhand rijden. We maken een fortuin eer de rivieren droog staan.' Nick lachte.
'Ik ben niet zo'n organisatiefiguur. Ik werk liever op eigen houtje.'
De Khoefleider knikte wijs alsof hij het volkomen begreep.
'U bent verstandig, Amerikaan. U wenst de verdiensten die u met uw grote talent maakt, niet te delen. U zult een fortuin aan losgeld van de Chinese honden eisen nadat u hun leider ontvoerd hebt.'
'Je begrijpt het niet, Sjangra Lal,' zei Nick lachend. 'Dit is een opdracht van mijn baas. Het is wat wij een politieke zaak noemen.'
Hoe hij zijn best ook deed, Nick slaagde er niet in de bergbewoner te doen geloven dat hij niet een bijzonder vernuftige en creatieve krijgsheer was met enorme fondsen tot zijn beschikking. Het stamhoofd van de Khoefs stond er op te geloven dat hij bezig was aan een enorme omwenteling van de communisten.
'Het zijn mijn zaken niet. U hebt me goed betaald en u zult de loyaliteit van de Khoefs merken,' zei zijn gastheer zuchtend. 'U bent nieuwsgierig naar uw bagage - kom!'
Sjangra Lal wenkte en kwam toen soepel overeind ondanks alle wijn die hij had gedronken. Nick, die ook nog fris was, volgde hem. Met zijn beroepsmatige automatische scherpzinnigheid merkte hij op dat de schildwachten, ondanks de feestelijkheden in het kamp, alert waren en hun posten bemanden.
Hij volgde de Khoef langs een ondiepe rivierbedding vol lentelijk water naar een rotsachtige engte. Daar wees de man van de bergen op de schaduwen van vijf grote kisten.
'Het is gegaan zoals ik zei. Vijf kisten zijn uit de lucht komen vallen. En hier zijn vijf kisten die u kunt tellen. Als u me zou vertellen wat voor wapens ze bevatten, kan ik u vertellen hoe u ze het beste kunt toepassen. Mijn mannen zullen de Chinezen graag aanvallen, wij met ons vijftigen tegen duizend. Het zou mooi zijn als u zware wapens had want ik weet dat zij geen wapens van zwaar kaliber hebben, alleen mannen die ze als beesten behandelen.'
'Er zijn geen wapens, Sjangra Lal,' zei Nick.
'Wat, geen wapens!' onderbrak de man van de bergen hem. Hij keek ernstig. 'We doden de Chinezen graag, maar zonder wapens zal het erg moeilijk gaan.'
'Sjangra Lal,' zei Nick. 'Waarom willen jij en je mannen zo graag tegen de Chinezen vechten?'
Ze waren op de terugweg naar het kamp toen Sjangra Lal antwoordde.
'Drie seizoenen geleden,' zei de man van de bergen, 'kruisten onze broeders door de Takla Makan toen de Chinezen hen zonder waarschuwing met vliegtuigen aanvielen en bombardeerden met de meest verschrikkelijke bom van zuiver vuur. Ze zeiden dat hij vele kilometers hoog was, de ontploffing, wat ik natuurlijk niet geloof. Maar degenen die het overleefden waren verschrikkelijk verbrand en binnen een maand stierven ook zij.'
'Juist,' zei Nick. Dat was er dus gebeurd. Deze nomaden die de hele woestijn als hun reservaat beschouwden, waren een van de vroege Chinese atoomproefterreinen binnengedwaald, door vliegtuigen gewaarschuwd en toen door de ontploffing overvallen. Het zou maar tot nadere complicaties leiden als hij het uitlegde. Bovendien was hun wantrouwen tegen de Chinezen nuttig.
'Ik zou die kant niet meer opgaan,' zei Nick droog. 'Misschien hebben ze nog meer bommen van vuur.'
'Ja,' stemde Sjangra Lal in. 'Zonder geweren ...'
'We hebben geen geweren nodig,' zei Nick. 'Jouw mannen hoeven niet te vechten. Die kisten bevatten de onderdelen van een kleine vliegmachine, een helikopter, en brandstof. Ik val de Chinezen in mijn eentje aan en vraag je alleen maar me naar India te gidsen als ik terugkom.'
De Khoef barstte in lachen uit en sloeg Nick op de schouder.
'U bent geen Amerikaan. Ik heb zelf Amerikanen gezien - en die waren niet zoals u. En u bent geen militair. Want een soldaat komt en gaat niet alleen en trekt niet helemaal in het zwart gekleed rond.'
'Ik ben een agent. Ik werk voor de geheime dienst,' zei Nick. 'Om die reden ben ik niet als militair gekleed.'
'Ha!' lachte de man van de bergen verachtelijk. 'Ik heb ook geheime agenten gezien. Dikke Russen en Perzen die in cafés koffie zitten te drinken en elkaar leugens toefluisteren. U bent niet uit een dergelijke moeder geboren. Maar misschien zal ik, Sjangra Lal, me voor uw dienst melden en rijk worden en dik en waardeloos - behalve voor vrouwen.'
Ze bereikten Nicks tent..
'Ik kan u niets beloven,' zei de man van de bergen. 'Maar misschien ...'
Hij gniffelde nog toen hij in het donker weg gleed. 'Slaap goed, Amerikaan, wat u ook moge zijn,' riep hij.
Nick ging naar binnen, wikkelde zich in zijn slaapzak en lag in het donker te grinniken. Spionnen, bedacht hij, waren zoals alles en iedereen gemoderniseerd. Maar het was voor Sjangra Lal nog steeds eenvoudig en prettig in de oude sprookjes te geloven.
Hij sliep diep en werd wakker toen er opeens licht door de flap van zijn tent viel. De zon ontplofte boven de rand van de woestijn en zette dat woeste, maanachtige landschap in een scherp reliëf. Hij ontbeet met dezelfde gestoofde geit die hij de avond tevoren had gegeten. Toen de zon een uur aan de hemel stond, hield hij toezicht op een groep Khoef-krijgers die zijn kostbare kisten uitpakten - de kisten die Hawk zo nauwgezet had laten afwerpen in dit uithoekje van de wereld. Toen de kleine helikopter langzaam uit zijn cocon te voorschijn kwam, begon het hoofd van de Khoefs opgewonden te dansen. Hij rende rond als een jongetje op zijn verjaardag, hier een schop en daar een schouderklop uitdelend aan zijn bezwete mannen. Ten slotte moesten ze wegens de hitte pauzeren, ondanks Nicks aandringen. Sjangra Lal was onvermurwbaar.
'De woestijnzon kent zijn beloning voor dwazen,' zei hij.
Ten slotte speelde Nick zijn enige troef uit.
'Als de helikopter voor de avond niet is gemonteerd,' dreigde hij, 'kan ik jou, Sjangra Lal, de vlucht die ik je beloofd heb niet laten maken. Ik moet de Chinese leider vanavond te pakken krijgen.'
De Khoefleider dwong zijn mannen onmiddellijk de schaduw van hun tenten te verlaten en het werk in de hel van de woestijnmiddag voort te zetten. Een half uur voor zonsondergang was de helikopter gereed. De wentelwiek was van een nieuw sportmodel, gemaakt voor burgerverkeer. Hij was licht, makkelijk te monteren uit de onderdelen en makkelijk te vliegen. Maar dit speciale model was door het lab van AXE onderhanden genomen. Het resultaat was hoge snelheid, kort afstandbereik en een extra zitplaats.
Boven de schreeuwende, juichende stamleden beproefde Nick de kleine helikopter. Op de passagiersstoel raakte een stralende Sjangra Lal Nicks arm aan.
'Het is goed dat u in het donker toeslaat, anders zou de Chinese dokter zich doodschrikken,' riep hij.
Nick grinnikte en keek uit de open zijkanten die waren opgeofferd terwille van extra brandstof.
'Het is wat luchtig,' gaf hij toe.
De Khoefleider wees op de rondtollende rotor. 'Ik ben bang dat u veel vuur van de Chinezen zult aantrekken. Zelfs bazuinen zouden minder angstaanjagend zijn voor het garnizoen.'
Nicks grijns werd breder.
'Let op.' Hij stak zijn hand uit en zette de motor af. De helikopter begon te dalen en het gezicht van Sjangra Lal werd merkbaar grimmiger. 'Tienduizend duivels, Amerikaan. U bent de gekste man die ik ooit gezien heb!'
Geleidelijk ontspande het gezicht van de Khoef zich toen hij Nicks onbezorgde gezicht zag. De mini-helikopter gleed langzaam naar de grond met zijn lui wentelende wieken.
'Auto-rotatie,' zei Nick. 'Ingebouwd als veiligheids-factor voor het geval de motor ermee uitscheidt. Maar het is ook nuttig voor onaangekondigde bezoeken.'
De stamleden begonnen weer te juichen toen ze aan de grond kwamen.
Uren later zat Nick in de tent van Sjangra Lal te roken terwijl de heldere woestijnsterren schitterden. De avond was opnieuw rustig. Maar goed ook, dacht Nick. Die mini-helikopters zijn niet de meest stabiele vehikels ter wereld.
'Bent u gewapend?' vroeg de Khoefleider. Nick liet hem de Luger en de stiletto zien.
'Als ik zou moeten schieten,' zei Nick, 'zou de missie waarschijnlijk mislukken.'
Sjangra Lal schudde verbaasd zijn hoofd over de man die dergelijke hulpmiddelen ter beschikking had en verkoos met een pistool en een mes te werken. Toen fronste hij. Nick zag de frons en vroeg wat hem dwars zat. Ten slotte sprak de Khoef onwillig 'Het zal moeilijk zijn mijn mannen na zonsopgang tegen te houden. Als uw helikopter wordt ontdekt door de Chinezen zullen ze het gebied onmiddellijk gaan uitkammen. Maar als we bij het aanbreken van de dag vertrekken kunnen we in de bergen zijn voor ze ons vinden, zelfs met hun vliegtuigen - en dan is het te laat om patrouilles achter ons aan te sturen.
Maar als we wachten, vinden de vliegtuigen ons in de woestijn. Dat deugt niet, Amerikaan.'
'Ik ben voor zonsopgang terug,' zei Nick. 'Of helemaal niet,' voegde hij er grimmig aan toe.
Even later zat Nick achter de stuurknuppel en de woestijnnacht werd verscheurd door het scherpe gebrul van de helikoptermotor. God, dat ding is luidruchtig, dacht Nick. Maar hij wist dat het geluid van de hoogte die hij zou aanhouden op de grond vrijwel onhoorbaar zou zijn. En daar hij de motor vóór het gebied met de laboratoria zou afzetten was er een behoorlijke kans dat hij redelijk veilig binnen zou komen. Maar het zou iets anders zijn als hij weer moest opstijgen.
Hij gaf geleidelijk meer gas, steeg een paar decimeter op, bleef hangen, gaf toen vol gas en begon aan zijn lange klim in de donkere Aziatische nacht. Op de door hem gewenste hoogte stond een stevige wind, hoewel het beneden rustig was geweest. Hij besteedde het grootste deel van de twee uur durende vlucht aan zijn strijd met de stuurknuppel en vervloekte het feit dat hij met twee mensen in de helikopter nooit in staat zou zijn hem in zijn macht te houden. Wanneer hij terugkwam, als hij terugkwam, moest hij maar gas geven en wegwezen. Elke hoogte boven de telefoondraden uit zou voldoende zijn.
Nu kon Nick de lichten van het laboratoriumcomplex in de verte zien. De volgende paar minuten voerde hij Hawks benaderingsinstructies uit. Gedurende acht minuten een kwart minder kracht... gedurende tien minuten zeventig meter per minuut dalen ... zwenk 140 graden af als je het Administratiegebouw ziet...
Nicks vaste handen bedienden de apparatuur, stelden hier en daar iets af terwijl hij de afdaling timede. Hij zag de wijzer van zijn radiumhorloge voortkruipen terwijl hij zijn laatste draai nam. Abrupt zette hij de motor af en het werd stil. Het was spookachtig op een manier die hij nooit eerder had ervaren, terwijl hij uit de lucht omlaag gleed. Er werden geen schijnwerpers aangeflitst om wild langs de hemel te zwaaien en er werd niet met luchtafweergeschut gevuurd. Als een enorme adelaar gleed hij hoog over het prikkeldraadhek en worstelde om de machine in evenwicht te houden.
Onder zich zag hij de experimentele rijstvelden steeds groter worden. Hawk, genie, dacht Nick, daar zit je in je draaistoel de dalingshoek te berekenen van een helikopter op twintigduizend kilometer afstand. De helikopter kwam stevig neer op de drassige rond en bleef op zijn drijvers rusten. Nick bleef even stil zitten. Bij het landen had hij een deel losgescheurd van de canvasluifel die de rijst tegen de woestijnzon beschermde, maar er was niemand in de buurt geweest om het te zien gebeuren. De schildwachten waren bij de hekken gepost, niet midden tussen de experimenten op deze supergeheime installatie.
Aanvankelijk bewoog Nick zich met de behoedzaamheid van een oerwoudverkenner over de vochtige grond. Toen besefte hij dat er nergens schildwachten in de buurt waren en hij liep nonchalant naar zijn bestemming. Hij overwoog een paar regels van Tm a Yankee Doodle Dandy' te fluiten, maar kwam tot de conclusie dat het onzin was om om moeilijkheden te vragen.
Toen hij de rijstvelden achter zich liet, gleed Nick snel van schaduw naar schaduw. Het ging te goed. Voor zich uit zag hij het platte adobehuis van dr. Lin. De directeur van het project woonde er alleen in. Nick liep snel verder.
De deur was zelfs niet op slot. Zijn zaklantaren liet een gecamoufleerde straal door de spaarzaam gemeubileerde kamers spelen. Overal boeken. Op planken en tafels en in stapels op de grond. Het verraste hem tussen de Chinese prenten aan de muur een reproductie van Van Goghs Zonnebloemen te zien. Als je in de Verenigde Staten gaat werken, dacht Nick, heb' je binnen afzienbare tijd waarschijnlijk het oorspronkelijke doek. Hij liep verder. Toen hij een deur passeerde hoorde hij de gestage ademhaling van een slapende man. Hij liet het licht snel door de open deur glijden. Het was de man voor wie hij was gekomen.
Uiterst behoedzaam naderde hij de slapende man. Het was zijn bedoeling de kreten van dr. Lin te smoren als hij wakker werd. Maar hij werd tegengehouden. Een heldere, kalme stem zei opeens in het Chinees:
'Als je me gaat doden, kameraad Woe, wees dan zo goed het licht aan te doen zodat ik je gezicht kan zien. Ik ben gereed. Ik wist dat het hier op zou uitdraaien.'
'Sorry, dr. Lin, u hebt het helemaal mis. Ik ben kameraad Woe niet en ik ben bang dat u het licht niet mag aandoen,' antwoordde Nick in het Chinees.
Er volgde een stilte.
'Niets in de Vertellingen is gelijk aan de verbijsteringen van het bestaan,' merkte de rustige stem op. 'We zullen in de keuken praten, hoewel de Meester heeft gezegd dat een heer zijn eigen kookplaats vermijdt. Er is geen raam.'
Nick hoorde het geritsel van kleren en volgde dr. Lin.
'Drinkt u thee?' vroeg dr. Lin toen ze in de keuken zaten.
'We hebben niet veel tijd,' zei Nick vlak. Snel vertelde hij wat zijn missie inhield. Terwijl hij sprak bekeek hij het gelijnde oude gezicht van de doctor. Leek wel iets op een oosterse versie van Hawk, dacht Nick en gniffelde binnensmonds.
'En de brief van mijn dochter,' vroeg dr. Lin beleefd. 'U ziet dat ik, al ben ik naïef, me politiek begin aan te passen. Verschillen regeringen zo veel in het bereiken van hun doeleinden? Ik geloof van niet.'
'Ik geloof ja en nee,' zei Nick. Hij gaf hem de brief. Nadat dr. Lin hem had gelezen, kwam er een sluwe blik op zijn gezicht, maar zijn oude, glinsterende ogen stonden vrolijk.
'Mijn dochter schrijft dat u een heer bent, meneer.'
'Het is me een eer uw dochter te kennen, meneer,' zei Nick. En laten we nu ophouden met de theeceremonie en 'm smeren, voegde hij er binnensmonds aan toe. Hij keek op zijn horloge. Hij had hier een bepaalde hoeveelheid tijd voor uitgetrokken maar die was al voorbij. En zonder Sjangra Lal en zijn bandieten om hem door de bergpassen te leiden, kon hij zich beter meteen maar overgeven aan de schildwachten.
'Zoals ik al zei,' merkte de oude man op, 'is het een erg roerende brief. Ik zou barrevoets door de Takla
Makan lopen om mijn dochter veilig en gelukkig te zien. Maar uw regering is kennelijk vernuftig. Deze brief kan ...'
Hij liet de zin wegsterven.
'Vervalst zijn,' zei Nick. 'U moet de manier waarop zij de lettertekens schrijft perfect kennen. Trouwens, ze heeft me gevraagd u dit te geven als we elkaar ontmoetten.'
Nick gaf hem de zegelring. De doctor bekeek hem.
'Ik ben volkomen overtuigd. Mijn dochter vertrouwt u ... dan zal ik het ook doen. Trouwens, het is nu te laat om tegen te stribbelen. Ik neem aan dat ik geen bagage mag meenemen.'
'Het minimum, meneer,' zei Nick.
'Het zal niet lang duren. Er zijn wat papieren en persoonlijke dingen.'
Vijf minuten later stapten ze in het woestijndonker. Nick hoorde een auto in hun richting komen. Hij drukte zich plat in de schaduw, zodat de doctor alleen bleef staan.
De patrouillewagen stopte.
'Uit wandelen, doctor?'
'Ik was van plan naar Moskou te lopen om mijn geheimen aan de revisionistische honden te vertellen. Daar dat niet zal lukken, ga ik de temperatuur van de rijstvelden in de voornacht controleren om dan naar bed te gaan, zoals mijn gewoonte is,' zei de doctor met precieuze, hoge stem.
Er werd gelachen, de auto kwam weer op gang en Nick keek hem na toen hij wegreed.
'Ik vrees dat men hier een smaak voor dubbelhartigheid ontwikkelt,' zei de doctor. 'Zullen we verder gaan?'
Ten slotte doemde de rijstvelden voor hen op. Dr. Lin hield een snelvuurmonoloog over de techniek van de rijstproductie terwijl ze over de drassige grond liepen. Nick gespte dr. Lin in zijn stoel, haalde diep adem en zette de motor aan. Hij kuchte, sloeg af, kwam kuchend weer tot leven.
Nick koesterde de machine als een moeder tot de motor gelijkmatig draaide. Toen zag hij, verderop op de weg, de patrouillewagen draaien en terugrijden. Het kabaal van de helikopter was oorverdovend en de lichten van de auto werden steeds groter. Grimmig keek Nick toe hoe het toerental opliep. De schijnwerper op het dak van de wagen zwenkte over de rijstvelden, bescheen de helikopter, verlichtte Nicks gezicht en gleed verder. Toen zwenkte hij weer terug. Nick duwde de stuurknuppel naar voren en voelde dat de machine zich uit zijn modderbed verhief. Een paar seconden om te blijven hangen en de motor te beproeven. Dan volle kracht vooruit, en er het beste van hopen.
Ze vlogen nu en' stegen zwoegend. Het licht scheen vol op hen.
'Hebben die auto's radio?' vroeg Nick scherp.
'Ik ben bang van wel,' riep dr. Lin.
Een geweer kraakte en er vloog vlak boven hun hoofd iets door de voorruit. Zoeklichten bij de hekken floepten aan.
'Hou u vast, doctor,' zei Nick tussen op elkaar geklemde tanden. De zoeklichten beschenen de hemel. Ruim vijftien meter boven de grond stuurde Nick de helikopter vlak over de hekken en onder de diagonalen van de zoeklichten. Lager, lager, dacht Nick. Ze zoeken hoog in de lucht naar ons. De helikopter zakte tot hij zich slechts drie meter boven de grond bevond. De nacht werd plotseling verscheurd door machinegeweervuur maar Nick vloog eronder door. Het eerste van de hoge metalen hekken doemde op en Nick trok de machine op het laatste ogenblik op. Ze stoven brullend langs een machinegeweertoren, voordat de schutters tijd hadden hun wapens lager af te stellen. Nu naderde een tweede hek. Nick voelde dat het prikkeldraad langs de buik van de helikopter streek toen ze er overheen zweefden op weg naar de laatste hindernis.
'Het lijkt wel op de Engelse steeplechase,' zei dr. Lin. 'Alleen beoefent u de sport met helikopters.'
'Ik ben blij dat u uw gevoel voor humor nog hebt, doctor,' zei Nick lachend. 'We zullen het allebei nodig hebben.'
Voor zich uit zag Nick het dodelijke knipperlicht van een zwaar machinegeweer in hun richting komen. Een zoeklicht zwenkte omlaag en hield hen gevangen als een mot in een kaarsvlam. Nick zag de lichtkogels door de baan van het licht snijden. De schutter had goed zicht en de helikopter vloog met een snelheid van bijna 150 km/u recht op de dodelijke hagel af. Nou, reken maar, dacht Nick. Geen lef, geen glorie.
Hij liet de kleine helikopter wild zwenken en vloog op de schutterstoren aan. Het machinegeweer zwenkte met hen mee, maar niet snel genoeg. De schutter probeerde fanatiek zijn afstand te bepalen. Toen hing Nick recht boven hem. De schutter kon zijn wapen niet onder deze extreme hoek opheffen. Hij wachtte hulpeloos tot Nick zou doorvliegen zodat hij van vlakbij op het passerende toestel kon schieten.
Nick had Wilhelmina, de Luger, in zijn hand. Opeens nam hij gas terug en veranderde de stand van de rotorbladen. De mini-helikopter hing boven de schuttersploeg als een boze bij. Nick stak zijn hand uit de deur en de Luger spoog kwaadaardige lichtflitsen uit. Nick wist dat hij hun voorvaderen luidkeels vervloekte, maar bij al het kabaal kon hij zijn eigen stem niet horen. De mannen onder hem waren of gedood of doken naar de ladder.
Dachten niet dat die bij ook kon steken, dacht hij. Hij liet de helikopter weer op volle kracht vooruit gaan boven de nu stille schutterstoren. De zoeklichten tastten de lucht nog woest af, maar de helikopter verdween nu snel, laag boven de woestijn. Pas na vijftien kilometer steeg Nick hoger in de koude nachtlucht en nam wat gas terug.
'Dat was heel dramatisch,' merkte dr. Lin op. 'Men mist zoveel van het leven als men is opgesloten in een laboratorium.'
Nick glimlachte. De brave doctor vergat door de opwinding tenminste te vragen waar zijn dochter was. De eerste rode rand van de zon was net boven de horizon uitgekomen toen Nick het kamp van de Khoefs zag. Sjangra Lal had het ernstig gemeend toen hij zei dat ze bij zonsopgang terug moesten zijn. De mannen waren reeds op hun stevige kleine pony's opgestegen en hadden alle sporen van het kamp uitgewist. Blijkbaar had Sjangra Lal er moeite mee zijn stamleden tot het laatste ogenblik te laten wachten. Maar toen ze de helikopter eenmaal zagen, hieven ze een groot gejuich aan.
Sjangra Lal omhelsde Nick en wendde zich tot dr. Lin.
'Is dit de Chinese hond? We zullen zijn oren voor u afsnijden en ze per post naar de Chinese leiders sturen. Dat zal de losprijs die u kunt vragen verhogen.' Dr. Lin keek enigszins bezorgd.
'We kunnen doctor Lin beter zijn oren laten houden,' grinnikte Nick. 'Hij zal ze nodig hebben om naar de officiële toespraken in Washington te luisteren.
Hoofdstuk 15
Het was alsof hij nooit in de woestijn was geweest, nooit met de taaie kleine mensen van de bergen door de passen was gereden in gezelschap van een minzame microbioloog. Het was alsof Nick weer krijgertje met Dominique St. Martin zou gaan spelen op de bochtige Franse wegen. Maar Dominique was dood. De Parijse roddeljournalisten zouden een andere Go-Go Girl moeten zoeken. Nick ook.
De weg tussen Bordeaux en Bayonne is kilometer na kilometer kaarsrecht tussen de rijen bomen. Het is een uitstekende weg voor een E-Jag en Nick liet zijn Jag er dan ook geducht aan trekken. Hawk had ditmaal niet gewild dat Nick de restanten zou opruimen, maar Nick had er op gestaan.
'Het is een zwaar karwei geweest, Nick. Waarom neem je niet wat vakantie? Vroeg of laat moet Johnny Woe het meisje vervoeren en dan kunnen we haar pakken.'
'Maar misschien ook niet en de Chinezen kunnen haar gebruiken om dr. Lin te chanteren, zodat hij terugkomt, en dan staat het er nog slechter voor dan in het begin. Bovendien heb ik hier persoonlijk belang bij.'
Hawk had Nick langdurig aangekeken. Hij had de titel Killmaster niet gekregen om persoonlijke wraakoefeningen uit te voeren. Toen was Hawks oude gelooide gezicht in een glimlach opengebroken. 'Als je zo nodig moet, jongen, schiet dan maar op. Er komt een front van slecht weer boven de Golf van Biskaje aan en als ik Johnny Woe was, zou ik proberen het meisje onder dekking van de storm weg te halen, misschien met een boot.'
Hawk was niet uitsluitend toegeeflijk om Nick terwille te zijn. Dr. Lin had het erg elegant opgenomen dat de Amerikaanse regering niet in staat was zijn dochter op te leveren. Beter dan wie ook begreep hij dat zijn werk veel belangrijker was dan zijn persoonlijke gevoelens; maar niemand zou ergens erg zeker van kunnen zijn tot zijn dochter ook op het toneel verscheen. In de tweede plaats kende Nick de tegenstanders beter dan enige andere agent en daarom was hij de logische keuze om de zaak af te handelen.
Donovan die naast hem zat keek op zijn horloge.
'We kunnen er voor middernacht zijn. Ik hoop dat de storm niet te vroeg losbarst.' Rusty was er evenals Nick op gebrand weer in actie te komen tegen het Chinese netwerk.
'Ik heb de weerdienst gebeld voor we op weg gingen,' zei Nick. 'Ze verwachten in dat gebied geen ruw weer voor morgenochtend vroeg.'
Nick was er niet fel op geweest. Donovan op deze operatie mee te nemen, maar zijn plan vereiste minimaal een extra man, dus was het Rusty geworden. 'Op die luchtfoto's,' zei Rusty, 'ziet Villa Sans Souci er meer uit als een fort dan een rustoord voor vermoeide diplomaten. Waarom gaan we er niet over het water op af? Dan kunnen we dichterbij komen.'
'Dan zouden we de rotsen moeten beklimmen en we weten dat ze bewakers en honden hebben. We zouden het nooit redden,' zei Nick. 'Bovendien zeggen onze foto-experts dat die bult op het gazon een waterput is. Ik beweer dat het een machinegeweer is en dat we zouden worden neergemaaid als konijnen. Nog meer vragen, Rusty?' vroeg Nick opgewekt.
'Het kan me niet schelen hoe we het doen,' grinnikte Rusty terug, 'als ik maar de kans krijg die zwervers te pakken te nemen. Ik heb me niet meer zo gegeneerd gevoeld sinds ik tijdens een overlevingscursus mijn lucifers had verloren.'
'Ik heb gezegd dat je het moest vergeten, het had iedereen kunnen gebeuren.'
Ze reden zwijgend verder. Niet lang daarna reed de zwaar beladen sportwagen de rustige straten van de kleine badplaats binnen. Zoals alle badplaatsen buiten seizoentijd was het stadje bijna verlaten, wat een geluk voor Nick was. De meeste villa's langs de kust zouden niet bewoond zijn. Hij had geen behoefte aan een grote burgerbevolking die hem voor de voeten liep. Als Kathy Lin er niet was geweest, zou hij er tevreden mee geweest zijn de communistische villa met explosieven met de grond gelijk te maken en het daarbij te laten.
Het eerste wat hij zag toen ze de stad achter zich lieten was dat de wind nu aanwakkerde en dat er regenwolken van de Golf van Biskaje aankwamen. Ver onder hen zag hij de golven in lange witte rijen naar het strand rollen terwijl hij de Jag over de bochtige rotsweg stuurde. Na een poosje sloeg hij van de hoofdweg af naar de heuvels.
Hoewel hij deze stad nooit had bezocht, stonden de details na bestudering van de luchtfoto's in zijn geheugen gegrift. Halverwege de heuvels stuurde hij de Jag van de weg en stopte.
De twee mannen strekten zich na de lange rit in het donker. Ze bevonden zich op de top van een met kleine dennen begroeide heuvel. Ze zagen de stad en de zee bijna honderd meter onder zich. Links liet een vuurtoren op een landpunt zijn licht over land en zee zwaaien.
'Vijftig meter verderop staat een branduitkijktoren,' zei Nick. 'Laten we erheen gaan.'
De twee mannen zwoegden met de zware infrarood-uitrusting over de steile trap naar het platform waar ze de instrumenten opstelden. Nick keek door de kijker en liet zijn blik over de Chinese villa glijden.
'En of.' zei hij, 'dat is een machinegeweer. Bestrijkt de hele toegangsweg. Na de bewakers bij het hek is dat ons voornaamste probleem.'
Hij bleef praten in het donker, wees op details en legde zijn actieplan aan de CIA-man uit.
'Er wordt beweerd,' zei Rusty, 'dat die zogenaamde bewakers in feite Chinese militairen zijn.'
Nick knikte. 'Ja, het wordt een stevige dobber. Moet je eens zien hoe die windbrekers zijn gebouwd. Lijkt meer op de Chinese Muur.'
De eerste dikke regendruppels petsten op de toren. Nick keek naar de onstuimige zee.
'Als ze van plan zijn haar per boot te vervoeren, wordt het tegen de ochtend zwaar werk voor ze. En met een vliegboot is het nog moeilijker,' zei hij in het donker grinnikend. 'Morgenavond drinken we met Kathy Lin een borrel in Parijs.'
Daarna werd er niet verder gepraat.
Het begon harder te regenen. Ze legden hun andere uitrusting onder zeildoek en zochten beschutting onder de houten toren. Ze wachtten enkele uren. De nacht verstreek langzaam. Nick rookte aan één stuk en was niet in de stemming om te praten. Hij moest steeds denken aan de prachtige, wilde blondine die op een woonboot woonde en de rivierzwerver die haar vriend was geweest. Nick was blij dat er actie op komst was. De kansen baarden hem geen zorgen. In de eerste paar minuten van actie zouden hun kansen trouwens aanzienlijk verbeterd moeten worden. Hij had het verrassingselement aan zijn kant.
Wat een peloton soldaten vanwege internationale betrekkingen niet kon doen, konden twee agenten wel doen, als ze slim, hard en fortuinlijk genoeg waren.
De uren gingen langzaam voorbij. Nick nam een laatste trek van zijn sigaret; het rode puntje verlichtte de harde vierkante lijnen van zijn kaak en maakte een donker, raadselachtig masker van zijn ogen. Rusty keek naar hem en was blij dat hij hier was en niet in de Chinese villa.
'Nog een half uur eer het licht wordt,' zei Nick. 'Er op af, Rusty mijn jongen.'
De twee mannen liepen door de koude ochtendregen. Rusty naar de mortier. Nick de houten trap van de toren op, waar hij de dekkleden van zijn wapens haalde. Het zou fijn zijn als hij de wapens met een paar salvo's had kunnen inschieten, maar daar was natuurlijk geen sprake van.
De lucht werd verlicht door weerlicht en enkele ogenblikken later kraakte de donder tussen de heuvels. Nick lachte hardop. Over geluk gesproken. Hij kon een atoombom op de Chinese villa gooien en de brave zielen van Biarritz zouden denken dat het onweer was. En de Chinese soldaten ook, tot ze voor de helft waren uitgeroeid.
Rusty gebaarde woest naar de lucht. Nick grinnikte omlaag.
'Ik heb misschien geen tijd om je de afstand te geven als de bewaker bij het hek uit zijn hut komt,' riep Nick. 'Ik zal het te druk hebben hem met mijn geweer te pakken zodat hij ons niet van achteren kan aanvallen als we naar binnen gaan. Jij werpt je granaten maar tot ik je een nieuwe afstand geef, gesnapt?'
Rusty riep terug dat het okay was, maar zijn antwoord ging verloren in de wind. Die wind was een bof voor de Chinezen. Het zou moeilijk worden accuraat te schieten.
Het weerlicht bleef flitsend langs de kust dansen. Door de dikke wolkenlaag zou het daglicht worden tegengehouden. Nick meende de puntige omtrek van de Pyreneeën te onderscheiden. Het begon tijd te worden. Goed dacht hij, laten we gaan. Het is nu licht genoeg. Hij bevestigde een nieuw apparaat op het geweer. Het tikte de afstand keurig af. Hij riep de cijfers naar Rusty en zag hem de eerste granaat in de buis duwen. Elk ogenblik zou de hel losbarsten.
Nick liet zijn blik naar het mitrailleurnest zwenken. De eerste granaat ontplofte tien meter naar links. Hij gebaarde de verandering in de afstand met zijn handen naar Rusty. De tweede granaat kwam dichterbij. De explosie werd gevolgd door een donderslag. Met verbijstering zag Nick een man uit het machinegeweernest kruipen en om zich heen kijken. Hij werd door de volgende granaat gedood. Toen kwam de bewaker bij het hek uit het wachthuisje en keek om zich heen als een speelgoedsoldaat in een muziekdoos. Nick haalde hem neer met de BAR.
Mannen met honden stormden over het gazon naar het machinegeweernest. Het Chinese machinegeweer zwenkte nu snel, op zoek naar een doelwit. Rusty's mortiergranaten kwamen steeds dichterbij en elk ogenblik zou een ervan doel treffen.
De bewakers zagen het en renden terug naar de villa, weg van het gedoemde machinegeweer. Nick liet een salvo met de bar op hen los en zag enkele mannen vallen. Uit zijn ooghoek zag Nick een bekende figuur in pyjama de patio opstormen om bevelen naar de mannen te roepen. Snel als een kat richtte Nick de bar op hem, maar Johnny Woe had de oorlogen tegen Tsjang en Japan niet overleefd om zich zo makkelijk te laten neerschieten. Hij scheen te voelen dat hij een doelwit was en liet zich plat op zijn buik achter de muur vallen. Nick zag dat zijn kogels misten en flinters uit de muur schoten. Nick zwenkte het geweer terug naar de vluchtende bewakers. Toen trof Donovans mortier rechtstreeks doel op het machinegeweer en het was uitgeschakeld. Dat was het sein om op te rukken. Met de BAR rende Nick naar de trap en hij bereikte de Jag tegelijk met Rusty.
Laat de plaatselijke autoriteiten het spectroscopische vizier en de patroonhulzen maar vinden. Het was steriele uitmonstering, niet in de V.S. vervaardigd en ook niet met de V.S. in verband te brengen. De ochtendwind dreunde in hun oren terwijl Nick de Jag over de glibberige, bochtige weg stuurde. Het weerlicht flitste nog steeds in de dikke wolken. 'Nick,' brulde Rusty in zijn oor, 'laat mij eerst naar binnen gaan. Jij kunt dekkingsvuur geven.'
Nick schudde zijn hoofd en bracht de sportwagen tot stilstand op het punt vanwaar hij de vorige avond had besloten zijn aanval in te zetten. De CIA-man greep hem bij de arm.
'Dit is geen heroïek. Het is deugdelijk. Er bestaat een duidelijke techniek voor het bestormen van een huis en ik ben er een deskundige in. In Korea geleerd. Je hebt er ervaring voor nodig om van huis tot huis te vechten. Je moet een beetje gek zijn. Je moet amok maken, blijven schieten, geen seconde blijven staan. Dat is mijn afdeling, en jij schiet beter dan ik! Jij kunt ze beter vastnagelen dan ik.'
Rusty's stem klonk als een gil boven de storm uit. 'Het is een kunst. Sommige mensen raken er helemaal verliefd op. Maar je moet weten wat je doet.' Nick nam een snel besluit. Wat Rusty zei, leek verstandig. Nick was geen jager op glorie. Vóór de ochtend was afgelopen zou iedereen genoeg te knokken hebben. Hij pakte een machinepistool van de achterbank en gaf het aan Donovan.
'Ga je gang, jongen,' zei Nick. Rusty knikte ernstig en begon zich met granaten te behangen. Hij wendde zich tot Nick.
'U moet één ding onthouden, meneer, als u dit zou moeten doen. Je moet steeds blijven denken: Niks kan me tegenhouden. Denk eraan: Niks kan me tegenhouden!'
Nick grinnikte. 'Okay, jongen. Rustig maar.'
Rusty grinnikte. Zijn grijns was vol lef.
'Ze wouen me van dat verdomde dak gooien, hè? Het lijkt 1952 wel weer. Er verandert nooit iets, wat?'
En toen hij over de muur klom riep hij: 'Zie je in Harry's Bar.'
Toen was hij verdwenen. Hij rende laag gebukt in zig-zag door het duingras, liet zich vallen, kroop verder. Nick verschool zich achter een boom en wachtte op de eerste schoten. Door zijn abnormaal snelle reactie had hij de BAR in de aanslag op het moment dat het gebeurde. Andere wapens knalden. Nick beantwoordde hun vuur vrijwel onmiddellijk en liet de kogels op de ramen afvliegen.
Hij nam af en toe een pauze om zelf in de richting van het huis te glijden. Op die manier trok hij het vuur van de CIA-man weg en kon hij zelf nauwkeuriger richten. Een paar ramen zwegen nu.
De loop van de bar was dampend heet in de regen en het duingras kleefde aan zijn handen en kleren. Hij zag Donovan achter een boom wegspringen en zijn laatste woeste draf haar de deur beginnen, terwijl hij granaten wierp. Hij haalde de deur niet.
Het ene moment wierp de CIA-man nog granaten en de loop van zijn machinepistool spuwde heldere vlammen en Nick hoorde de ontploffingen van de granaten achter de deur, toen opeens struikelde Rusty achteruit alsof hij door een reusachtige vuist was geraakt. Hij deed enkele passen zijwaarts terwijl hij probeerde voorwaarts te gaan, toen viel hij en bleef roerloos liggen.
Nick wist dat hij de stormloop zelf zou moeten ondernemen. Hij wilde de BAR kwijt en het machinepistool in handen krijgen. Hij had voldoende granaten.
Nick voelde de wind aan zijn kleren plukken en de regen doorweekte hem toen hij opstond en begon te rennen. In het huis is het warm en droog, Nicholas, hield hij zichzelf voor. Er was maar één manier om een dergelijke aan zelfmoord grenzende stormloop te ondernemen. Hij liet een laatste wild salvo los op elk raam, waardoor de verdedigers moesten wegduiken, toen wierp hij zich in het kniehoge gras.
Hij was bijna bij het lichaam van Rusty toen ze het vuur weer op hem openden. Hij raapte het machinepistool op en rende regelrecht door naar de deur. In plaats van te stoppen smeet hij een thermietbom in de hall en dook terug achter de muur toen hij ontplofte. Hij wierp een tweede thermietgranaat naar binnen en nog een door een van de bovenramen. Ontploffingen en vloeibaar vuur schiepen een hel in de donkere gang en er kwamen slechts wat sporadische schoten in het wilde weg uit de ramen van het huis.
Hij wierp een fragmentatiegranaat vlak voor zich uit en zodra deze ontplofte dook hij door de deur. Terwijl hij de grond raakte liet hij een salvo uit de Tommygun los in het spookachtig brandende licht, tot hij er zeker van was dat daar achter niets meer leefde. Wat had Rusty gezegd? Niks kan me tegenhouden. Zo is het. Blijf doorgaan, geen doelwit vormen. Hij was overeind en hij zag de eerste gesloten deur. Op de een of andere manier voelde hij dat er in deze kamer twee schutters zaten. Nu. Met de schouder tegen de deur rammen, zodat hij openbarst. Gooi een granaat naar binnen. Duik weg. Boem, zegt de granaat. Rennend de kamer in voor ze kans hebben zich te herstellen, haal de trekker over. Besproei de kamer. Machinepistool danst op en neer in zijn vuisten, lege hulzen kletteren op de grond.
Nu snel. Als de bliksem weg. Kijk achter je, Carter, er kan iemand achter je aan komen. Volgende kamer. Naar binnen de granaat. Je moet sneller wegwezen, Carter, als je je gezicht wilt behouden.
Na elke ontploffing voelde hij het gezoef van de luchtdruk. Hij was zich nog nooit in zijn leven zo bewust geweest van elke fractie van een seconde. Laat die kamer vol lood stromen. Doorgaan en in leven blijven. Nu weer een granaat de gang in. Het huis was vol dampen, zijn kleren stonken in de vochtige gangen naar kruit. Hij stoof door de kamers op de begane grond zonder te weten hoeveel man er in elke kamer waren, zonder hun gezichten te zien.
In een van de kamers bevond zich slechts één man, een vals uitziende knaap met rode ogen die overeind kwam om hem op te vangen en zijn geweer vinnig afschoot zodra Nick door de deur kwam. Nick was hem een honderdste van een seconde voor. Toen was hij weer in de gang, lood sprietsend in alle hoeken.
Hij hoorde voetstappen op de eerste verdieping en vuurde een vol magazijn tegen de trap op, stormde toen in volle draf naar boven. Hij wierp overhands een granaat en drukte zich tegen de muur toen de luchtdruk hem bijna de trap afwierp.
Hij ruimde de eerste verdieping op zoals hij het beneden had gedaan; een dravende, dansende duivel, die zich aankondigde met een handgranaat, door de rook sprong en kogels naar de overlevenden spuwde voor ze zich konden herstellen. Hij ontdekte dat hij op lege kamers schoot en hij besefte dat hij de enige levende in het huis was. Langzaam, zo alert als zijn getrainde reflexen hem maar konden dwingen, liep hij verdoofd door het huis.
Hij voelde zich uitgeput alsof hij net klaar was met Dominique. De regen trommelde nog op het huis en tegen de muren. Zijn horloge vertelde hem dat deze eeuwigheid slechts ongeveer een half uur had geduurd.
Methodisch keerde hij op zijn passen terug door de kamers, draaide verminkte lijken en mannen zonder gezicht om, op zoek naar tekenen van Kathy Lin of Johnny Woe.
Ze waren verdwenen. Het huis stonk naar kruit en enkele meubelstukken brandden nog door de thermiet granaten die hij had geworpen. Door het grote keukenraam zag hij een grote motorsloep die bij de steiger onder zeil werd gebracht.
Dat moest de boot van Johnny Woe zijn en hij was van plan er met Kathy Lin in weg te varen. N3 stormde de keukendeur uit en rende naar het strand. Hij zag dat Johnny Woe met enkele bemanningsleden de zeilen hees. De surrealistische scène van het afgelopen half uur werd snel door de frisse lucht uit zijn brein geblazen. Hij gooide onder het
lopen het machinepistool weg. Hij zou er weinig aan hebben als de boot loskwam van de steiger en het wapen belemmerde hem onder het gaan. Bovendien was het onwaarschijnlijk dat Johnny Woe hem op die lange, verlaten steiger dichtbij genoeg zou laten komen om het te gebruiken.
De wind was krachtig. Hij hoorde de zeilen in de wind klepperen en kraken. Onder de achtersteven zag hij de motor het water tot schuim kloppen. Woe had met lege mast moeten vertrekken en dan op stuurboordkoers uitvaren omdat de steiger een bakboordkoers verhinderde. Nu had hij moeite met afvaren en die fout zou hem duur komen te staan.
Nick verschool zich achter een schuurtje aan het begin van de steiger en keek toe hoe de mannen met de boot worstelden. Er lag ruim dertig meter steiger tussen Nick en de boot en nergens was dekking. Als hij er heen rende zouden ze hem als een hond neerschieten. Hij wist wat hij nodig had. Met de stiletto wrong hij het oude roestige hangslot van het rottende hout van het schuurtje en ging naar binnen. Het was aanwezig. Snel koos hij de benodigde uitrusting, kleedde zich toen uit.
Toen hij weer buiten kwam beet de regen in zijn lichaam als een duizendtal mieren. De wereld had geen kleur, een studie in grijzen. Toen schoot zijn lichaam uit in een vlakke duik en verdween in de kwaadaardige kaken van de zee.
Hoofdstuk 16
Het was zo vroeg in het jaar te koud om te zwemmen. Het ijzige zoute water hield de Amerikaanse agent in zijn vuist gevangen en smeet hem tegen de palen van de steiger, plukte hem steeds weer los en gooide hem dan ritmisch weer tegen het ruwe hout. Zonder flippers en beladen met zijn touw en lichte anker, kuchte en sputterde Nick en klemde zich vast aan de paal. Hij had de kracht van de door de storm opgezweepte zee lelijk onderschat.
De koude priemde door de beschermingslagen van zijn lichaam in zijn zenuwstelsel. Nog een paar minuten van deze afstraffing en hij zou een speelbal zijn voor de harde Johnny Woe.
Hij zette zich tegen de paal af en dook diep. De bittere, verdovende koude klampte zich nog wel aan zijn aderen vast, maar het was veel beter dan het ruwe oppervlak. Hij kwam vooruit. De palen schoven voorbij. Drie ... vier ... vijf. Hij kwam boven, dook weer onder en telde de palen af tot aan de achtersteven van de sloep.
Hij was nu dichtbij. Toen hij bovenkwam om adem te halen zag hij dat de boeg van de sloep nu zwenkte en naar zee wees. Hij lag nu bijna voor de wind. Een ogenblik later zou hij overstag gaan naar stuurboord en zodra de wind in de zeilen kwam zou hij wegvaren en zou Nick alleen in de zee achterblijven. Hij putte uit zijn laatste krachten - een kampioen die niet verslagen kan worden omdat hij zich niet laat verslaan. Hij berekende het punt waar de boot voor de wind zou gaan en zwom er met een krachtige crawl heen. Geen behoefte aan steelsheid. Niemand zou in het water naar hem zoeken en ze zouden het te druk met de boot hebben om iets anders te doen dan op de zeilen letten.
Nick verhoogde zijn tempo. Het water kolkte in zijn woeste sprint die hem bijna even snel voortdreef als de boot die moeizaam rond zwenkte in zijn richting. Net toen de wereld een vage vlek van zout water en pijn werd, zag hij de gracieuze boeg van de boot vlak voor zich. Hij had juist tijd om diep adem te halen voor hij het ankertje aan boord moest gooien. Hij hoorde het op het dek kletteren, voelde het toen haken tegen de reling aan de lijkant. De lijn stond opeens strak tussen zijn handen toen de boot voor de wind ging en naar voren schoot.
Half in en half uit het water, van golf naar dal springend en ketsend, liet hij zich door het ruwe water van de baai slepen. En langzaam, met door het touw brandende handen, trok hij zich hand over hand naar de dansende zeilboot.
Het grootzeil zou hem afdekken tot er iemand naar achteren kwam. In dat geval was hij even hulpeloos als een vis aan de haak. Hij had de reling nu bijna binnen bereik. Hij danste tartend heen en weer. Nog één ruk en hij zou er zijn. Hij spande zich in, het touw beet in zijn handen als een merkijzer. Toen voelde hij het stevige, natte hout van de reling en sloeg er beide armen over. De boot dook in een golf die hem bijna wegspoelde. Terwijl de boot weer omhoog kwam, gebruikte hij het moment om zich over de reling te werpen waarna hij uitgeput en hijgend op het hellende dek bleef liggen. Toen zag hij de dekknecht. Hij kwam naar voren om de kluiver te vieren. Hij zag Nick pas op het laatste ogenblik. Zijn ogen sperden zich open toen een naakte man die schijnbaar uit zee was gekomen, over het steil hellende dek op hem afsprong. De dekknecht riep iets naar de stuurhut, maar hij werd door het zeil aan het gezicht onttrokken en de wind blies zijn woorden weg over de oceaan. Hij trok een tang uit zijn zak en kwam op Nick af.
Nick greep zijn pols toen de arm met de tang naar zijn schedel kwam en liet zijn andere vuist in de maag van de man zinken. Toen sloeg hij hem nogmaals, een rechtse die niet meer dan vijftien centimeter aflegde, en de man struikelde over het dek en regelrecht de kokende zee in. Binnen enkele seconden was hij in de hoge golven uit het gezicht verdwenen.
Tussen de mast en het zeil zag Nick dat Johnny Woe aan het stuurrad stond. Als hij gewapend was, kon Nick hem niet van voren aanvallen. En er was alle kans dat hij inderdaad was gewapend.
Hij kreeg een idee. Zoals elk wanhopig plan vereiste het driestheid en snelheid en als het lukte, was het mooi. Hij had echt niet veel keuze. Als het niet lukte, zou hij voor de tweede keer de gevangene van de Chinees worden.
Hij bewoog zich behoedzaam over het glibberige dek naar de reling en sneed de kluiver stuk. Hij keek tevreden toe hoe het zeil scheurde en fladderde en als een geweerschot in de storm knalde. Toen schuifelde hij naar de mast en wachtte af.
Het was makkelijker dan hij had gedacht. Een Chinees bemanningslid kwam stommelend over het dek aan, en schold zijn maat uit omdat hij het zeil was kwijtgeraakt. Nick voelde dat Woe worstelde om de boot zonder kluiver op koers te houden. Toen de tweede matroos langs de mast kwam, besprong Nick hem als een kat, greep hem bij kraag en zitvlak en wierp hem over de reling, waar hij onmiddellijk door de kolkende golven werd opgeslokt.
Het kon hem niet schelen of Johnny Woe zijn man al dan niet in het water zag. Johnny zou zelf voor een verrassing komen te staan.
Nick pakte de mast met een hand beet om steun te krijgen tegen de schok die de boot zou oplopen. Toen, met een aanduiding van een glimlach om zijn mondhoeken, stak hij het lemmet van de stiletto in de loef van het zeil, de plaats waar de grootste druk van de wind op stond, en trok het mes scherp door het doek. De resultaten waren spectaculair. De wind deed de rest. Het grootzeil scheurde met het geluid van het weerlicht dat in een eikenboom slaat en vloog in flarden benedenwinds weg. Maar Nick had geen tijd dit alles te volgen. Hij gebruikte de paar seconden waarin de boot nog voortgang maakte om in de stuurhut te springen, een wraakzuchtige Neptunus, zijn haar opgezweept door de wilde wind en zijn mes gereed.
Er stond een fractie van een seconde angst te lezen in de ogen van Johnny Woe. Toen greep hij naar een pistool, terwijl hij trachtte de boot met één hand in zijn macht te houden. De boot was wild geworden en zwenkte af, terwijl een berg van groen water over het dek stortte toen de neus in een golf dook. Woe's schot ging recht de lucht in en Nick gaf hem geen tijd een tweede schot te lossen. Hij liet zijn lichaam in een lange speerbeweging naar voren vliegen en joeg de stiletto met al zijn kracht naar het hart van de Chinese meesterspion. Met zijn andere hand gaf hij een karateslag op de pols van Woe, zodat het pistool in de razende golven vloog. Met een draai van zijn lichaam ontweek Woe het mes, maar niet de man. Hij snakte naar adem toen Nicks gewicht hem raakte. Met een vrije hand trok hij zijn eigen mes. Daar lagen ze, vastgeklonken en niet in staat zich te bewegen tot de boot zich weer oprichtte. Woe's vlakke zwarte ogen staarden in Nicks staalgrijze ogen.
'Je dacht dat je iets van messen vechten wist, hè, Carter?'
Met de snelheid van een woedende cobra joeg hij zijn knie in Nicks liezen. Nick kon de stoot half afweren, zodat de kracht gebroken werd, maar hij voelde de pijn en misselijkheid in zich opwellen en wist dat hij een seconde respijt nodig had. Woe was uitgerust na een nacht slapen en Nick had voldoende meegemaakt om een half regiment lam te leggen. Langzaam zakte Nick omlaag.
De boot danste tussen de golven en werd steeds in de flank geraakt. Tijdens een wilde beweging van de sloep zag Nick kans zich van Woe los te maken en adem te halen.
'Ik vind je erg goed met wapens op de lange afstand, Carter. Maar ik geloof niet dat je het er tegen een echte man zo goed zal afbrengen.'
'Tot ik een echte man tegenkom, moet ik me maar met jou behelpen, Johnny,' zei Nick en toonde zijn loop-naar-de-hel lach. 'Mijn cadeautje gekregen?' Woe kwam langzaam op Nick af, het mes laag gehouden, en beide mannen pasten op waar ze hun voeten neerzetten op het glibberige, stampende dek. Woe vertelde Carter wat hij zijns bedunkens kon gaan doen. Het bleek iets uiterst obsceens te zijn, anatomisch onwaarschijnlijk en stellig dodelijk.'
'Daar krijg je je Europese netwerk niet mee terug, Johnny.'
Woe gromde en stootte toe met zijn mes. Nick zwenkte zijn lichaam weg met de gratie van een stierenvechter, zonder zijn voeten te verzetten. Zij tegenstoot, nauwelijks een flits van zijn hand, priemde door de trui van Woe en het lemmet kwam met bloed bedekt te voorschijn.
'Je hebt niet ontdekt wat ik op het chateau kwam zoeken, hè?' zei Nick. 'Ik hoop dat ze de volgende keer een betere ploeg sturen. Deze was nogal tweede klas. Bloederig, ja. Slim, nee.'
Nick tartte Woe om een bepaalde reden. Woe had een fractie van een seconde voordeel op hem. Nicks reflexen waren niet zoals ze normaliter waren. Die fractie van een seconde kon fataal zijn als Woe het besefte. Daarom hing alles ervan af of hij kans zag Woe ervan te weer houden goed te timen.
Woe viel weer uit. Nick ontweek hem en stootte toe. Woe pareerde wild. Toen de twee mannen uit elkaar gingen hadden ze beiden bloed op zich. Nick was er nu zeker van dat hij een knipoog trager was dan Johnny Woe. Hij zag de dood hem aanstaren uit de zwarte ogen in het gezicht met de hoge jukbeenderen.
'Ik geloof dat je een tikje trager begint te worden, Carter.' Woe's gezicht stond sluw. 'Jammer, Carter. Ik kan dit de hele dag volhouden.'
Nick stootte weer onverwacht toe, bracht bloed te voorschijn en trok zich terug voor Woe zich herstelde.
'Dat moet je jezelf maar goed voorhouden, Johnny,' zei hij lachend. Hij had gebruik gemaakt van een buiteling van de sloep in de hoge zee, maar dat hoefde Woe niet te weten.
'Die laatste was voor de mensen in dat Nederlandse vliegtuig, Woe. De laatste prik is voor Dominique St. Martin.'
Woe keek verbaasd.
'Oh, ja. Het vliegtuig. Jullie kapitalisten worden zacht. Revoluties worden niet door mensen met een zwakke maag gemaakt,' snoof hij.
Opeens had de man zich op hem geworpen, met pompende armen en knieën, het gezicht in een spookachtige grimas vertrokken. Nick zette zich zo goed mogelijk schrap tegen de aanval, toen lagen ze beiden in de kuip en het water in de stuurhut werd rood. Hij vroeg zich af of het bloed van Woe of van hemzelf was. Tijdens de worsteling was hij zijn mes kwijtgeraakt en nu daalde het lemmet van Woe in zijn richting. Nick gooide zijn linkerarm omhoog, greep de arm van Woe, draaide deze achter hem en paste alle druk toe die zijn vermoeide spieren konden opbrengen. Hij zag Woe's ogen gefolterd in de kassen rollen en hoorde toen het bot breken.
Woe probeerde weg te schuifelen over het hellende dek. Nicks eerste uitgeputte impuls was hem te laten gaan. Toen besefte hij dat Woe naar de kajuit ging om een vuurwapen te halen. Nick ging hem op handen en knieën achterna, de zekerste methode van voortbeweging op het deinende vaartuig. Johnny was gaan staan om de deur van de kajuit te openen en Nick viel op hem aan als een engel der wrake. De boot dook en ze vielen samen in zee. Nick besefte vaag dat ze zich in het water bevonden en door de schok kwam hij bij. Woe's goede arm was om zijn nek geslagen en Gentleman Johnny probeerde hem op een uiterst onaardige manier te laten verdrinken. Nick kreeg een hand vrij en sloeg hem hard met de zijkant van zijn hand tegen de mond. Toen pakte hij hem bij zijn haar en duwde zijn hoofd onder water. Woe liet Nicks nek los en Nick ontdeed zich van hem. Woe kwam sputterend en hoestend boven, zijn ogen rood door het zoute water en zijn korte donkere haar op zijn gezicht geplakt. Nick draaide zich in het water om en stoof terug om de opening uit te buiten. Johnny Woe's ogen waren opengesperd van angst.
'Carter,' hijgde hij. 'Ik kan niet zwemmen.'
Nick keek hem verbijsterd aan. Sommige mannen zijn moedig op de ene plek, maar niet op de andere. In het messengevecht zou Woe nooit om genade hebben gesmeekt.
'Carter, ik zal je ervoor betalen,' hijgde de man. 'Ik kan je alles over de Chinese operaties in Europa vertellen.'
Nick begon te watertrappen en keek hem schattend aan. In zijn opwinding was de man uiteraard aan het zwemmen. De boot rolde op nog geen tien meter afstand op de golven.
'Jij bent de Chinese operatie in Europa, Woe. Jij bent de kop van de slang. De volgende keer komen er nieuwe slangen, nieuwe systemen.'
Heen en weer geslingerd door het ijzige water keek Nick naar zijn tegenstander en probeerde helder te denken. Woe zou niet veel waarde meer hebben voor de Amerikaanse regering en zijn berouw zou waarschijnlijk wegebben naarmate ze dichter bij het vasteland kwamen.
'Er liggen honderd vijftig doden in Groenland die bij me zouden komen spoken als ik je in leven zou laten, Johnny,' zei Nick. 'En een meisje.'
Woe hijgde weer een lange smeekbede.
Nick schudde langzaam zijn hoofd.
'Dat spijt me dan, Johnny.'
Nick draaide zich om en legde de korte afstand naar de boot met luie slagen af. Toen hij zich aan boord had getrokken en omkeek had de zee Woe-tsoeng tot zich genomen en geen spoor van hem achtergelaten. De zee maalde er niet om. Je had ze in soorten en maten. In dit geval maalde Nick er evenmin om. Vermoeid ging hij benedendeks op zoek naar Kathy Lin. Ze was in haar hut opgesloten. Hij had geen neiging tot subtiliteiten. Hij ramde de deur met zijn schouder en stapte de hut binnen.
'Hallo meid,' zei hij, met dansende grijze ogen. 'Ik heb gehoord dat de kersenbloesem in Washington er dit jaar prachtig bij staat.'
Na haar eerste salvo vragen deed ze met grote ogen erg bezorgd over zijn verwondingen. Haar zachte handen sponsden en verbonden hem terwijl Nick uitrustte.
'Weet je hoe je cheeseburgers moet maken?' vroeg Nick uit de diepte van zijn vermoeidheid. Haar ogen stonden verbijsterd.
'Geeft niet,' lachte Nick. 'Ik had eigenlijk trek in een cheeseburger. Laten we iets eten en hier verdwijnen. Tegen de tijd dat we binnen zijn ben je een volwassen zeeman.'
Nick voer de sloep op de motor naar een klein Baskisch vissersdorp en legde kort na zonsondergang aan. Hij zocht een telefoon, bracht een boodschap voor Hawk in Washington over en liep door de verlaten straten terug naar de boot.
De golven van de haven kabbelden zacht tegen de romp. De storm was aan het afnemen en na de storm kwam de koude opdringen.
Hij besefte wat er zich tussen hem en het meisje Lin aan het voltrekken was. Hij stond aan dek te roken en keek uit over de deinende zee, terwijl hij zich afvroeg of hij het wel wilde laten gebeuren. Hij had nog steeds de herinnering aan een langbenige blondine in een jurk van Balenciaga. Ongewild kwam de oude uitspraak van Petronius boven in de vreemde, zwijgende man. Beter de doden te hangen dan de levenden te doden. De geschiedenis, waar hij zoveel aan had, leerde je een wrede les. Je kon niet om het verleden rouwen. De levenden moesten leven. Misschien kon je daar lering uit trekken en het een volgende keer beter doen.
Tijdens de nacht kwam ze bij hem. Snel trok ze haar kleren uit en kwam naast hem liggen in de ruime kooi van de eigenaarshut. De tepels van haar kleine, volmaakte borsten waren gezwollen en stijf. Het kleine gouden lichaam voegde zich snel naar Nicks afmetingen. Ze uitte kreetjes in een onbekend dialect toen Nicks mond op de hare werd gedrukt en zijn mannelijkheid de vrede vond die hij zocht. Hij streelde het kleine, volslagen vrouwelijke lichaam onder hem tot er een woeste, snakkende hartstocht in haar opsteeg en er slechts een man en zijn vrouw overbleven die een volmaakt figuur dansten in de eindeloze choreografie van de mensheid.
* * *
Over het boek:
Dominique St. Martin, go-go-girl van het jaar, had een wanhopige en onverzadigbare honger naar liefde. Johnny Woe hongerde naar macht.
Hij kwijlde bij de gedachte aan zijn demonische plannetjes. Zijn lijfwacht, Arthur, snakte naar vreemde sensaties en terwijl hij zich gereedmaakte om Nick Carter aan zijn elektrische martelmachientjes bloot te stellen, wilde hij dat hij de afschuwelijke pijnigingen zelf kon voelen ... Maar de honger van de mensheid pijnigde Nick het meest, omdat de experimentele organismen van de Chinese arts een wereldwijde slavernij konden betekenen...