Een goed beeldscherm uitzoeken bij je pc kan knap lastig zijn; er zijn veel verschillende specificaties en eigenschappen om rekening mee te houden. Afhankelijk van je budget en wensen kunnen verschillende schermtypen de voorkeur hebben. Met onze Monitor Best Buy Guides helpen we je uit de brand. In deze koopgidsen vind je een overzicht van onze favoriete beeldschermen.

Beste allround monitors

Als je gewoon een goed scherm wilt hebben en daar geen bijzondere eisen aan stelt, is deze koopgids een goed startpunt. We bekijken schermen met de traditionele 16:9-beeldverhouding en verschillende maten en resoluties, waaronder 1920x1080 pixels (full hd), 2560x1440 pixels (wqhd) en 3840x2160 pixels (4k). We beoordelen deze op hun featureset, beeldkwaliteit en prijs-kwaliteitverhouding.

Beste oledmonitors

Oledschermen zijn primair interessant voor twee groepen gebruikers: gamers en hdr-videobewerkers. Ze hebben ten opzichte van de gangbare lcd's een paar belangrijke voordelen. Doordat iedere pixel afzonderlijk licht geeft, hebben de schermen een perfect contrast. Oledschermen hebben over het algemeen zeer goede kijkhoeken en een uitstekende uniformiteit. Daarbij zijn de responstijden supersnel.

Updates

1-7-2024 - We hebben een nieuwe Best Buy Guide voor oledmonitors toegevoegd

Een monitor kopen: de belangrijkste keuzes

Diagonaal en beeldverhouding

De keuze voor een bepaald scherm begint met de keuze voor een bepaalde schermmaat, uitgedrukt in een beelddiagonaal (in inches) van hoek tot hoek, en een bepaalde beeldverhouding. De meeste monitors hebben dezelfde 16:9-verhouding als een televisie. Deze schermen zijn beschikbaar in maten uiteenlopend van 19" tot 32", of 40" en groter. Ultrawides, dat wil zeggen schermen met (om en nabij) dezelfde 21:9-verhouding als bioscoopfilms, zijn vooral beschikbaar in maten tussen 34" en 40". Schermen die minder breed zijn dan 16:9, zijn tegenwoordig exotisch en voor zover nog beschikbaar vaak van klein formaat (< 24"). Nog bredere schermen dan ultrawides, ook wel superwides, zijn eveneens zeldzaam en vooral beschikbaar in heel grote maten (> 40"). Houd er rekening mee dat je bij de keuze voor een zeldzaam paneelformaat weinig opties hebt voor de verdere eigenschappen van het scherm.

Beeldmaten monitors
Een aantal veelvoorkomende schermmaten, op schaal naast elkaar: 24", 27" en 32" met 16:9-verhouding, 34" 21:9 en 49" 32:9

Resolutie en pixeldichtheid

Afhankelijk van de schermmaat die je kiest, zijn er monitors met een of meer resoluties beschikbaar, bijvoorbeeld full hd (1920x1080 pixels), wqhd (2560x1440 pixels) en 4k (3840x2160 pixels). De resolutie in combinatie met de diagonaal van het scherm bepaalt de pixeldichtheid, uitgedrukt in pixels per inch, en dus de scherpte van de weergave. Windows is van oudsher gericht op een scherm met ongeveer 92ppi. Heeft je scherm een hogere pixeldichtheid, dan kun je in het OS een bepaalde schaalfactor instellen zodat de letters niet te klein worden. Doordat per karakter meer pixels worden gebruikt, zien tekens er dan vloeiender uit. Je werkruimte op de desktop neemt omgekeerd evenredig af; vensters nemen meer plaats in. Een 4k-monitor ingesteld op 150 procent schaling geeft dus dezelfde hoeveelheid werkruimte als een wqhd-scherm (3840/1,5=2560). Wil je vloeiend kunnen multitasken met twee of meer vensters naast elkaar, dan kies je het best voor een monitor die op de gewenste schaalfactor minstens de werkruimte van een wqhd-model biedt.

27"-wqhd als populaire optie

Weet je na al deze theorie nog niet welk formaat scherm je moet hebben? Een populaire optie is een 27"-scherm met de traditionele 16:9-beeldverhouding en een wqhd-resolutie. Dergelijke schermen zijn breed beschikbaar met alle mogelijke paneeltypen en verdere eigenschappen. Het scherm is lekker groot, maar niet té groot op een gemiddeld bureau; de pixeldichtheid van 110ppi levert een relatief scherp beeld op, maar (voor wie goede ogen heeft) geen té kleine lettertjes. Haast iedere laptop of desktop van de afgelopen tien jaar kan een wqhd-scherm aansturen. Met een middenklassevideokaart is gamen op deze resolutie goed haalbaar.

Een hogere resolutie kan onvoordelig zijn; gamen op hogere resoluties vereist bijvoorbeeld meer gpu-rekenkracht. Ook als je niet gamet, kan het zijn dat je pc niet goed geschikt is. Oudere en goedkopere pc's kunnen soms geen 4k-signaal uitsturen op een prettige framerate, waardoor zelfs de desktop er schokkerig uitziet. De ondersteuning voor hogere resoluties als 5k en 6k is zeker bij laptops nog beperkt en pas recent aanwezig.

Paneeltype: VA, ips, TN of (QD)-oled

Afhankelijk van de maat die je kiest, zijn er schermen beschikbaar met verschillende soorten panelen. Lcd-monitors hebben een paneel uit een van drie 'families', die duiden op een bepaalde rangschikking van de vloeibare kristallen in het paneel: VA, ips en TN. Elk heeft zijn eigen voor- en nadelen. TN-panelen bieden van oudsher de snelste responstijden en waren goedkoper dan andere soorten schermen, maar hebben vrij slechte kijkhoeken. Daarom vind je ze steeds minder. Ips-panelen hebben de beste kijkhoeken en kunnen prima responstijden bieden, maar hebben net als TN-panelen een beperkt contrast. Op dat vlak is VA juist weer in het voordeel; de kijkhoeken zijn redelijk, maar niet zo goed als bij ips-schermen. De responstijden kunnen bovendien duidelijk trager zijn.

Tegenwoordig zijn er ook steeds meer oledmonitors verkrijgbaar, met een QD-oled- of woledpaneel. Die hebben betere kijkhoeken dan ips-schermen, snellere responstijden dan TN-monitors en een hoger contrast dan VA-panelen. Naast de voorlopig veel hogere prijs en beperktere keus, hebben deze schermen als nadelen een lagere maximale helderheid en het risico van inbranden. Bovendien is de subpixelindeling over het algemeen anders dan bij lcd-monitors. Dat houdt in dat ze minder geschikt kunnen zijn voor werkzaamheden waarbij de weergave van kleine tekst belangrijk is.

Gaming: refreshrate, responstijd, FreeSync/G-SYNC

Ga je de monitor voor gaming gebruiken, dan is de refreshrate een belangrijke eigenschap. Voor schermen bedoeld voor op een (thuis)kantoor geldt dat niet; de meeste daarvan hebben een 60Hz-refreshrate en dat voldoet daarvoor prima. Voor bepaalde soorten games, bijvoorbeeld strategiespellen, kan dat ook voldoende zijn, maar voor snelle shooters en racegames wil je liefst een monitor met 144Hz of meer. Bewegend beeld ziet er scherper uit naarmate de refreshrate toeneemt. Bovendien daalt de inputlag: de tijd die het duurt voordat een beweging die je maakt, zichtbaar wordt op het scherm.

ASUS ROG Swift OLED PG49WCD - UFO-test op 144HzUFO-test LG UltraGear 32GS95UE op 240Hz en 480HzUFO-test LG UltraGear 32GS95UE op 240Hz en 480Hz

In dit testpatroon van Blurbusters beweegt een UFO-tje snel over het scherm. Als we het met de camera volgen, is duidelijk te zien dat het beeld op de 480Hz-monitor (rechts) scherper is dan op de 240Hz-monitor (midden), waar het op zijn beurt scherper is dan op een 144Hz-scherm (links).

De inputlag is behalve van de refreshrate afhankelijk van de verwerking die in het scherm plaatsvindt voordat dat het beeld weergeeft, dus dit meten we apart. Van belang is ook nog de snelheid waarop het paneel van kleur kan wisselen. Dit heet ook wel de gray-to-grayresponstijd van het scherm en wordt uitgedrukt in milliseconden. De specificaties die fabrikanten daarvoor opgeven, zijn meestal nutteloos. Lcd-monitors maken over het algemeen gebruik van overdrive, instelbaar in een paar standen, om een snelle responstijd mogelijk te maken. De opgegeven responstijd is vaak die van de hoogste overdrivestand, maar daarbij treedt vaak veel over- en undershoot op, die in de praktijk zichtbaar is als inverse ghosting. Dat kan er lelijker uitzien dan een iets tragere responstijd. Bij onze responstijdmeting stellen we het scherm daarom in op de stand waarbij responstijd en overshoot zo goed mogelijk in balans zijn. Voor gamingschermen met een refreshrate van 144Hz of hoger nemen we bovendien een gemiddelde van twintig overgangen tussen verschillende grijswaarden. Op sommige soorten schermen verlopen overgangen tussen bepaalde (meestal donkerdere) tinten trager.

TestUFO - Responstijden en overshoot in de praktijk

Dezelfde Blurbusters-test als hierboven. V.l.n.r: een scherm met relatief trage responstijden, zichtbaar als een donkere schaduw links van de ufo, een scherm met enige overshoot, zichtbaar als een lichte rand achter de ufo, en een scherm met een min of meer perfecte gray-to-grayresponstijd.

Gamingmonitors ondersteunen over het algemeen een vorm van adaptive sync: AMD FreeSync of Nvidia G-SYNC. De refreshrate kan binnen een bepaald bereik automatisch wisselen, afhankelijk van de framerate die je videokaart uitstuurt. Als de framerate en de refreshrate van je monitor niet matchen, kan immers storende tearing zichtbaar worden. Dat een scherm als 'G-SYNC' of 'FreeSync' wordt verkocht, wil meestal zeggen dat de fabrikant het (tegen betaling) naar Nvidia of AMD heeft gestuurd voor een keurmerk dat aangeeft dat de betreffende technologie goed werkt op het scherm. Als een scherm dit keurmerk niet heeft, kan het toch goed werken op een videokaart van dat merk.

Hdr, kleurbereik, kalibratie

Een vorm van 'hdr-ondersteuning' vind je tegenwoordig op de meeste monitors in het midden- en hogere segment, maar de meeste 'hdr-schermen' hebben geen voldoende hoog contrast of voldoende hoge helderheid om echt recht te doen aan high dynamic range-beeldmateriaal. Zoals de naam al zegt, kan dat veel grotere contrasten tussen licht en donker bevatten dan 'traditionele' standard dynamic range-beelden. Om een lcd geschikt te maken voor hdr-weergave, is over het algemeen een in honderden of duizenden zones opgedeeld miniledbacklight nodig, geschikt voor full array local dimming. Oledschermen hebben van zichzelf al een voldoende hoog contrast, want iedere pixel is zijn eigen lichtbron. De beperkte helderheid is het pijnpunt bij dit soort schermen.

HDR-beeld Cooler Master Tempest GP2711 versus Dell G2724D
Het verschil tussen een goede hdr-monitor (links) en een slechter exemplaar betreft vaak het contrast.

Naast een groter contrast tussen licht en donker kan een hdr-beeld een groter kleurbereik en meer gradaties in kleur bevatten. Standard dynamic range-beelden zijn over het algemeen gericht op het sRGB-kleurbereik. De laatste jaren zijn er steeds meer schermen die een grotere kleurruimte kunnen weergeven dan sRGB, bijvoorbeeld het voor hdr-beeld gangbare DCI-P3. Voor grafici is dan weer de AdobeRGB-kleurruimte relevant, die alle kleuren omvat die in print kunnen worden weergegeven. Monitors voor beeldbewerking beschikken over het algemeen over standen voor de verschillende kleurruimtes die de monitor kan weergeven. Ze zijn soms ook voorzien van hardwarekalibratie, waarbij je het scherm zelf kunt bijregelen met behulp van een (los verkrijgbare) colorimeter. Voor veeleisende gebruikers werkt dat beter dan gangbare, softwarematige kalibratie, waarbij het signaal van de videokaart wordt aangepast aan de afwijkingen in het scherm.

Aansluitingen en ergonomie

Aansluitingen op een monitor
Aansluitingen op een monitor: HDMI,
DisplayPort, USB-C, USB-B en ethernet

Wat aansluitingen betreft vind je op de meeste monitors tegenwoordig een combinatie van DisplayPort en HDMI. Beide zijn voor standaard pc-gebruik prima. Gamingmonitors sluit je over het algemeen het best via DisplayPort aan om de hoogste resolutie en refreshrate, en eventueel G-SYNC te gebruiken. HDMI komt van pas als je nog een console of ander apparaat hebt. Kies voor een scherm met HDMI 2.1-poorten om de nieuwste generatie consoles optimaal te kunnen gebruiken.

Veel moderne laptops hebben een Thunderbolt-poort of een USB-C-poort met DisplayPort Alternate Mode. Die connector ondersteunt tegelijk het doorvoeren van beeld, een USB-signaal en de nodige stroomtoevoer. Kies je voor een monitor met USB-C of Thunderbolt, dan kun je je laptop dus met één kabel op het scherm aansluiten. Er verschijnt dan beeld, randapparatuur die je op het scherm hebt ingeprikt wordt actief en de laptop wordt opgeladen. Mocht je een grotere of zwaardere laptop hebben, dan kan het zijn dat de monitor niet de voor jouw laptop benodigde stroom kan leveren. De meeste gaminglaptops hebben toch al meer stroom nodig dan wat er door de USB-C-stekker past. In dat geval moet er alsnog een extra voedingsstekker in je laptop. Naast een USB-hub vind je soms nog andere handigheidjes op een USB-C- of Thunderbolt-scherm, zoals een ingebouwde webcam, netwerkaansluiting of DisplayPort-out voor het doorlussen van een tweede monitor.

Last but not least is de ideale monitor er natuurlijk een waar je gedurende langere tijd prettig mee kunt werken. Een op verschillende manieren verstelbare voet is dan wel zo fijn. Goedkopere monitors hebben vaak een voet waarop het scherm alleen kan kantelen; de luxere exemplaren bieden over het algemeen hoogteverstelling, kantelen, van links naar rechts draaien en soms roteren naar portretstand. De meeste schermen kun je eventueel op een andere voet of een monitorarm plaatsen via VESA-montagegaten in de behuizing.

Helderheid en afwerking

Ook belangrijk uit ergonomisch opzicht zijn de maximale en minimale helderheid die je kunt instellen, en de afwerking van het paneel. De meeste schermen zijn mat afgewerkt, maar er worden ook nog steeds glossy monitors verkocht. Die lenen zich minder goed voor gebruik in een verlicht kantoor.