De deur wordt langzaam opengetrokken. Met trage bewegingen stapt Gerda de drempel over, de koude buitenlucht in. Het is aardedonker en muisstil op straat. Vervelend toch dat de lantaarnpaal voor haar huis nog niet is gemaakt. Ergens blaft een hond. Vermoedelijk brand enkele huizen verderop een haard. De scherpe lucht dringt haar neus binnen. Het geeft haar een gevoel van behaaglijkheid. Zou Susan soms ook de houtkachel hebben aangestoken? Wel gezellig met dit winterse weer. Chocolademelk met slagroom zou nu zeer welkom zijn. Gerda doet de deur op slot en loopt langzaam naar het tuinhekje. Onder haar voeten knerpt de sneeuw die vanmiddag is gevallen. Er ligt zeker wel zo’n centimeter of tien op straat. Leuk om als eerste voetstappen te maken op de onaangetaste sneeuw. Ze kijkt achterom en moet lachen. Ze vond dit vroeger al leuk, daar is niets aan veranderd.

Het is prachtig om te zien hoe vol de bomen nu zijn. Een lantaarn verlicht de bomendriehoek op het pleintje aan de andere kant van de weg. Gerda staat even stil om hiervan te genieten. Er is nu geen enkel geluid te horen. Geen auto’s die langskomen, zelfs geen honden die blaffen. De bomen gaan gebukt onder hun zware last. Hier en daar valt een hoop sneeuw naar beneden. Brrr wat zal dat koud zijn als je dat in je nek krijgt.
Na enkele momenten hervat ze haar weg naar haar nieuwbakken vriendin. Gerda ziet tegen het bezoek op. Hoe kan ze Susan nou helpen als ze zelf nog niet zo heel ver is op haar weg naar herstel? Welke gevoelens zullen er bij haar weer naar boven komen en wat wil God met dit bezoek? Ze weet zeker dat God wil dat ze met Susan gaat praten. Het gesprek van enkele weken geleden was geen toeval. Ze leerde Susan kennen tijdens het drinken van een bakje koffie bij haar thuis. Wederzijdse kinderen wilden op woensdagmiddag na schooltijd graag met elkaar spelen. Marc wilde wel, maar durfde niet alleen.
Gerda schrikt op uit haar gepeins door een langsrijdende auto. Ondanks dat de auto langzaam rijd spat de sneeuw op, de banden laten diepen sporen na op straat. Gerda blijft weer staan en geniet van de koude lucht op haar gezicht. Ze rilt even en tuurt naar het licht van de lantaarnpaal. Ziet ze het goed? Zachtjes dwarrelen nieuwe sneeuwvlokken naar beneden. Een blij gevoel overspoelt haar. Eerst zijn het er een paar, maar nu vallen de vlokken in een gestaag tempo neer. Ze geniet van dit geweldige natuurverschijnsel wat hier nog maar zo weinig lijkt voor te komen. Als ze langs de bomendriehoek loopt ziet ze dat de nieuwe vlokken kleine lawines veroorzaken die van de dennenbomen naar beneden glijden.

Gerda loopt verder. Susan en zij wonen niet zo heel ver van elkaar. Het is lopend prima te doen, fietsen is toch niet mogelijk. Het is wel koud, Gerda zet de boord van haar jas omhoog en steekt haar handen diep in haar zakken.
Haar gedachten keren terug naar het bewuste gesprek van enkele weken geleden. Beiden waren ze open geweest over de burn-out en de daaruit voortvloeiende paniekverschijnselen. Zowel Susan als zij herkenden zich in hun beider ervaringen en al gauw waren ze diep in gesprek, niet gestoord door de spelende kinderen. Ze weet nog dat ze met een verlicht hart en blij gemoed naar huis ging. Eindelijk iemand die haar begreep en de gevoelens wist te omschrijven die ook haar parten speelden. Iemand te vinden die gedachten verwoord die ze zelf niet hardop durfde uit te spreken. Herkenning te vinden in de kleinste dingen. Iemand die aan een half woord genoeg heeft, al ter bevestiging ja knikte nog voordat ze was uitgesproken.
Vanavond gaan ze verder waar ze gebleven waren, want beiden zijn blij iemand te hebben gevonden die begrijpt wat de ander doormaakt. Niets te hoeven uitleggen aan iemand die met een niet begrijpende blik naar je verhaal luistert. Wel ja knikt op het moment dat het moet, maar niet begrijpt welk gevecht zich binnenin de persoon afspeelt. Zich tegelijkertijd afvraagt waar die blije persoon van toen is gebleven. Oh ja ze heeft ook mensen gesproken die zeggen het te begrijpen, maar vervolgens niets meer van zich laten horen. Veel te ingewikkeld allemaal. Stel je voor dat je wat van ze moet. Tenslotte zijn er mensen die zeggen dat het vast snel beter zal gaan en het allemaal wel meevalt.
Diep van binnen beseft Gerda dat ze zich nog steeds gekwetst voelt door deze groep mensen, maar het ze tegelijkertijd niet kwalijk kan nemen. Het is tenslotte ook moeilijk iemand te moeten vertellen welke storm er in je woedt. Wat er in je omgaat als de paniek weer toeslaat. Liever had ze gehad te moeten vertellen dat ze een gebroken been had, dat is tenminste voor iedereen duidelijk en aanwijsbaar.
Terwijl ze terugdenkt aan de tijd van de burn-out en haar paniekstoornis laat ze onbewust een spoor van voetstappen achter zich. Het is inmiddels weer wat harder gaan sneeuwen en Gerda zet haar capuchon op. Ze houdt met een hand het klepje naar voren, zodat de verse sneeuw niet in haar gezicht waait. Onderwijl loopt ze door en bedenkt dat ze door deze periode sterker is geworden. Bewuster van zichzelf en de mensen om haar heen. Dat ze mag zijn wie ze is en waarvoor ze is bedoeld. Sterker door de kracht van die Ene, Die nu naast haar loopt en voortstuwt te doen wat Hij wil dat ze doet. Vertellen over haar eigen ervaringen, zodat een ander daarmee geholpen is of kan worden geholpen.
Gerda loopt weer door en heeft nog enkele huizen te gaan voordat ze het huis van Susan heeft bereikt. Zou het goed met haar gaan of heeft ze een terugval gehad?