Ik doel hierbij op de al jarenlang durende en steeds terugkerende discussie onder economen en beleidsmakers over de grote onevenwichtigheden in de wereldeconomie. De Amerikanen geven veel te veel uit en sparen niets van hun inkomen (enige tijd geleden was er sprake van negatieve besparingen, wat wil zeggen dat de Amerikanen niet alleen al hun inkomen uitgaven maar ook nog eens hun eerder opgebouwde spaargeld gingen besteden), roepen de Chinezen en de Europeanen dan. De Amerikanen op hun beurt bekritiseren de Europeanen en Chinezen dat zij juist veel te weinig uitgeven en dus te veel sparen. De Chinezen zorgen voor een permanente instabiliteit van de wereldeconomie doordat ze bovendien hun munt, de yuan, kunstmatig goedkoop houden. Dat zorgt ervoor dat China doorgaans veel meer aan de rest van de wereld verkoopt dan dat het land koopt van andere landen.
Gefaald
Talloze topontmoetingen hebben er de afgelopen jaren plaatsgevonden om deze problemen op te lossen. Zonder succes. De inflatie, die al enige tijd snel stijgt en volgens mij de komende jaren verder zal stijgen, zal er wel in slagen waar de beleidsmakers keer op keer gefaald zijn.
Neem China. Zo een beetje de hele wereld schopt, smeekt, dreigt en schreeuwt tegen dat land dat het de koers van de yuan los moet laten. De waarde ervan is vastgekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Niets mis mee, er zijn veel landen die dat doen, alleen is de yuan op zo’n niveau vastgekoppeld dat die kunstmatig goedkoop is. Wat een voordeel is voor China, want alles wat het land exporteert is daardoor goedkoop voor Amerikanen en Europeanen.
Nu komt China echter ook achter de donkere kanten van een goedkope yuan. Die maakt namelijk alles wat China importeert, en dat is door de hoge economische groei almaar meer en meer, extra duurder.
Onrusten
Het gaat dan vooral om grondstoffen en voedsel (China kan zichzelf niet voeden). Daardoor loopt de inflatie in China de laatste tijd snel op.
Daar bestaat een middel tegen, namelijk de centrale bank die de rente maar snel en voldoende verhoogt. Het probleem daarmee is alleen dat dat de economische groei op de korte termijn hard raakt. Daar is Beijing als de dood voor. In een sterk central geleid land als China betekent minder economische groei bijna automatisch meer sociale onrusten.
Vandaar dat de Chinese centrale bank de rente wel verhoogt, maar dat niet krachtig genoeg doet.
Er is echter nog een uitlaatklep die, samen met een wat krapper monetair beleid van de centrale bank, China uit de penarie kan helpen. En dat is de wisselkoers.
Alle druk van de wereld op Beijing om de yuan duurder te maken heeft tot nu toe nauwelijks geholpen. Hoge en verder stijgende inflatie zal waarschijnlijk wel erin slagen Beijing te overtuigen om dat heilige huisje grondig te verbouwen. Mijn voorspelling is dat het niet lang meer zal duren voordat China de yuan los laat. 2012 kan zomaar het jaar worden waarin de yuan verlost werd van de loodzware ketenen.
De eerste stappen in die richting zijn al gezet. Zo heeft China met enkele landen (de lijst wordt steeds langer) afspraken gemaakt dat de onderlinge handel voortaan in yuans afgerekend kan worden. Voorheen moesten daarvoor dollars aan te pas komen.
Eurozone
In de eurozone kan de inflatie helpen een schijnbaar onoplosbaar probleem op te lossen, namelijk de grote verschillen tussen economieën in de eurozone. Dat is de strekking van een artikel van Raphael Auer, vice-directeur van het International Trade and Capital Flows Unit van de Swiss National Bank en een onderzoeker aan de prestigieuze Princeton Universiteit in de VS. Ik ben het met hem eens, zolang de inflatie redelijk laag blijft. Want als die uit de hand loopt, wordt misschien het genoemde probleem opgelost maar tegelijkertijd een nieuwe, veel grotere gecreëerd. Ik denk daarbij aan oplopende spanningen in de eurozone die het uiteenvallen van de muntunie tot gevolg kunnen hebben. Het zou de wereld op zijn kop zijn als hoge inflatie iets goeds zou zijn.
En de VS? Daar kan de hoge inflatie er eindelijk voor zorgen dat de centrale bank niet meer ongestraft de economie kunstmatig kan oppeppen. Het eerder genoemde probleem van de Verenigde Staten, dat de Amerikanen te veel uitgeven en te weinig sparen, hing voor een belangrijk deel samen met het feit dat geld lenen gratis was. Met een hoge inflatie zal dat, na enige tijd, verdwijnen. De centrale bank zal een ander beleid moeten voeren, anders krijgt Amerika een heuse dollarcrisis voor zijn kiezen. En de onzekerheid over de toekomst zal het sparen verder aanjagen.
Redding
Komt het dan allemaal goed? Dat wel, maar in mijn ogen zal dat pas over veel jaren het geval zijn. De dreiging van sociale onrusten (China), toenemende spanningen in met als gevolg het mogelijke uiteenvallen van de eurozone (Europa) en de dollarcrisis (VS) maakt het nu meer dan ooit noodzakelijk de inflatie in een vroeg stadium aan te pakken. De kans is echter groot dat de situatie in de VS en misschien ook in China en Europa eerst erger moet worden voordat er daadkrachtig wordt opgetreden.
Wij kunnen ons dus opmaken voor een oorlog tegen inflatie die de wereld bij voorbaat zal verliezen. Enige hoop is dat het later, wanneer de inflatie de economieën besmet en tot stilstand brengt, de centrale banken alsnog in opstand zullen komen en de inflatie zullen verbannen, zoals Paul Volcker dat deed eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Maar het zal waarschijnlijk nog heel lang duren voordat die opstand begint.